Direct naar artikelinhoud
MuziekHitparades

Ook dit was 2020: Bad Bunny en het wereldwijde monstersucces van reggaeton

Bad Bunny is wereldwijd de meest gestreamde artiest van dit jaar. Twintig jaar geleden was hij nog een arme kid in een Puerto Ricaanse achterbuurt.Beeld Alejandro Pedrosa

Met 8,3 miljard streams is de Puerto Ricaanse popster Bad Bunny (26) de populairste artiest van het jaar. Maar hij is beslist niet de enige reggaetonzanger die bij ons potten breekt. Hij surft mee op een enorme golf exotische mengvormen die perfect de tijdgeest vatten.

Benito Antonio Martínez Ocasio groeide op in een workingclassbuurt van Almirante Sur, ten zuiden van het kuststadje Vega Baja. Zijn vader was vrachtwagenchauffeur, zijn moeder lerares. Samen met zijn twee broers bracht hij zijn vrije tijd door op basketbalpleintjes en spitste hij zijn oren bij de ruige reggaeton van Daddy Yankee, Calle 13, Nicky Jam en Tego Calderón, de sterren van het genre die het in de vroege noughties naar de mainstream tilden. 

Tijdens zijn humaniorajaren ontdekte hij muzieksoftware en zat hij tot in de vroege uurtjes beats te maken achter zijn computer. In 2016 haalde zijn eerste Soundcloudhit ‘Diles’ binnen de twee weken 1 miljoen plays. De hinkstapsprong naar het supersterrendom volgde snel. Het is een rags to riches-verhaaltje dat Bad Bunny graag onderstreept in zijn videoclips, zoals die voor ‘Ignorantes’ of ‘La difícil’, waarin hij een Puerto Ricaanse jongen opvoert die wordt aangezogen door hippe reggaeton die uit een autoradio waait.

J Balvin, nog zo'n reggaetonster, die zelfs Beyoncé wist te verleiden tot een duet.Beeld AP

Het wereldwijde succes van Bad Bunny komt niet zomaar uit de lucht vallen. We haalden al eerder Daddy Yankee aan, wiens monsterhit ‘Gasolina’ een dikke vijftien jaar geleden als een van de eerste reggaetonsongs de hitparades infiltreerde. Met ‘Despacito’ scoorden hij en Luis Fonsi drie jaar geleden een wereldhit, die een remix voor de witte popmarkt kreeg waarin Justin Bieber figureerde. Een andere wegbereider voor Bunny’s succes is J Balvin, die met de Willy William-collab ‘Mi gente’ Beyoncé wist te verleiden tot een duet. Het vervolg kent u: iedereen van Ed Sheeran tot Cardi B sprong op de reggaetonkar, enigszins tot argwaan van de veteranen. 

Zelfs een jonkie als Bad Bunny kijkt meewarig naar de werelddominantie van reggaeton. “Het genre is zo pop geworden”, verklaarde hij aan Pitchfork. “Het heeft zichzelf verloren.”

In een muisklik

Wat er ook van zij, het 26-jarige meisjesidool schreef begin deze week geschiedenis als de eerste artiest die met een volledig Spaanstalige plaat op nummer 1 in de Billboard Album Charts terechtkwam. Eerder raakte bekend dat Bad Bunny met 8,3 miljard Spotify-streams wereldwijd de meest gestreamde artiest van 2020 is. Zijn album YHLQMDLG (Yo hago lo que me da la gana) schoot begin dit jaar meteen na de release door naar de tweede plaats in de Billboard-lijst. Aan de euforie te lezen waarmee vorige week de opvolger El último tour del mundo werd onthaald, lijkt dat commerciële succes niet snel te zullen uitdoven.

Bad Bunny dankt zijn triomf ten dele aan de groeiende populariteit van Spotify in Latijns-Amerika. Het lijkt er bovendien op dat streamingdiensten zoals Spotify en Apple Music hun rol van grote gelijkmaker tot in het extreme hebben gespeeld. Muziek die voorheen als exotisch werd bestempeld, afkomstig uit tot de verbeelding sprekende streken, haal je vandaag met een muisklik je huiskamer binnen. Zo verschaffen een Wizkid, een Tiwa Savage of, jazeker, een Bad Bunny zich een toegang tot onze hitlijsten, waar ze zij aan zij staan met de Ariana Grandes van deze wereld. 

Mits hun liedjes zich schikken naar de wetten van de Amerikaanse hiphop, natuurlijk. Want dat wordt weleens vergeten in het succesverhaal van lieden à la Bad Bunny: zij mogen dan uit de reggaeton, de afropop of, zoals Rosalía, uit de flamenco komen, hun sound zit stevig verankerd in de hedendaagse Amerikaanse hiphop.

De Spaanse Rosalía, vorig jaar op Rock Werchter. Haar in hiphop gedrenkte flamencosound breekt potten, en niet alleen in Spaanstalige landen.Beeld Koen Keppens

Eenheidsworst

Vorig jaar berichtten we in deze krant al over de commerciële slagkracht van een heleboel Nigeriaanse popartiesten die met behulp van grote Amerikaanse spelers zoals Jay-Z en Beyoncé de Amerikaanse en de Europese markt begonnen te veroveren. In 2020 doken dan ook her en der Afrikaanse sterren op in onze hitparades, en op radiozenders waar in de regel vooral r&b en dance de playlists domineren. Kijk naar het succes van de Nigeriaanse popkeizer Burna Boy of naar ‘Jerusalema’ van de Zuid-Afrikaanse producer Master KG, dat bij ons een zomerhit werd. De Nigeriaanse Yemi Alade en de Frans-Malinese Aya Nakamura verschenen zelfs op de radar van Studio Brussel.

Terwijl Bad Bunny een duet met Drake nodig had (‘MIA’ uit 2018) om door te breken bij het witte poppubliek en Burna Boy zowaar Chris Martin van Coldplay inschakelde om hetzelfde te doen, lengen anderen hun Afro-Caraïbische of Nigeriaanse sound aan met de vlotst verteerbare elementen uit r&b, trap en hiphop. 

De Nigeriaanse ster Burna Boy brak door bij een westers publiek dankzij een duet met Chris Martin van Coldplay.Beeld Amy Harris/Invision/AP

Het resultaat krijgt de wat onbeholpen naam ‘urbano’, een parapluterm voor een onoverzichtelijk zootje niet-Westerse muziekhybrides waar afrobeats lompweg tussen Koreaanse K-pop en Jamaicaanse dembow worden gepropt. Tot ergernis van een hoop zwarte Latijns-Amerikanen, die de steriele marketingterm hekelen voor zijn denigrerende connotaties: urbano zou geen respect tonen voor de Afrikaanse wortels van de genres die eronder vallen, zo klinkt het.

Een commerciële logica dicteert bovendien dat de uiteenlopende urbanogenres almaar dichter naar elkaar toegroeien. Resultaat? Een stortvloed aan onderling inwisselbare liedjes die elk risico schuwen. “Zijn rotcommerciële hybride is generisch”, zo schreven we in onze recensie van Bad Bunny’s El último tour del mundo, “maar ook zo uitgekiend en luchtdicht geproduceerd dat het hitparadesucces in steen gebeiteld staat”.

Hoe eindigt zoiets? Met een rijk, multicultureel poplandschap, in het beste geval. Als de hierboven vernoemde eenheidsworst niet te veel roet in het eten gooit, natuurlijk. U duimt toch ook?