De Koningsgalerij
Alexander Dumarey

Baanbrekende plekken: hier kon je de allereerste filmvoorstelling van het land zien, met emmer en dweil

In de reeks "Baanbrekende plekken" ontdekken VRT-journalist Jos Vandervelden en fotograaf Alexander Dumarey de plaatsen waar ooit nieuwe tijden werden ingeluid. Maar waar de sporen van de geschiedenis zo goed als weggevaagd zijn en voorbijgangers niet beseffen dat ze geschiedenis onder hun voeten hebben. Vandaag: de eerste bioscoop in het land is nu een chocolatier.

1 maart 1896 gaat door als de dag van de allereerste Belgische filmvertoning voor een betalend publiek. Op de affiche stonden 8 filmpjes met titels als "Bébée s'amuse", "Le repas de Bebé" en "La baignade en mer". De volledige voorstelling duurde 15 minuten en daarvoor moest 1 frank betaald worden. Plaats van de voorstelling: een zaaltje in de Koningsgalerij in Brussel. Het werd meteen de eerste bioscoopzaal van het land, of wat daarvoor mocht doorgaan.

Koningsgalerij nummer 7
Alexander Dumarey

De Brusselse Koningsgalerij heeft de grandeur van de negentiende eeuw kunnen vrijwaren. De winkelgalerij met de fraaie glazen overwelving huisvest op nummer 7 een Leonidas. Lang voor de chocolatier er neerstreek, keek hier op 1 maart 1896 een verbluft publiek naar bewegende beelden van een kind dat ontbijt, een kind dat speelt of mensen die kaartspelen. Veel stelde het niet voor, maar de eerste kijkers wisten niet waar ze het hadden. De beelden werden geprojecteerd door het nieuwste godswonder, de cinematograaf van de Franse gebroeders Lumière.

Filmpioniers en zakenlui

De cinematograaf was gelijktijdig een projectietoestel en een filmcamera. August en Louis Lumière hadden Parijs verbijsterd met hun uitvinding waarmee ze hun zelfgemaakte films meteen konden tonen. Beide filmpioniers hadden een neus voor zaken, namen een octrooi en probeerden hun toestel zo snel mogelijk te exploiteren. Verschillende zakenlui zagen het potentieel. In België was het de zakenman en wisselagent Eduard Schraenen die vaak in Parijs kwam en zo de concessie kreeg van de Lumières. Met zijn Société Anonyme de Théâtrophone bracht hij eerder al de theatrofoon aan de man, een soort telefoontoestel waarmee je kon meeluisteren met toneelstukken en concerten.

Affiche voor de cinematograaf van de broers Lumière

Schraenen kreeg de medewerking van de krant La Chronique om de eerste filmvoorstellingen te organiseren. De Brusselse krant maakte haar vaste tijdingzaal in de Koningsgalerij vrij, de zaal waar op gewone dagen de nieuwsberichten werden afgegeven of gelezen konden worden. La Chronique was een burgerlijke krant en had een gefortuneerd lezerspubliek dat 1 frank voor een kwartier film graag wilde neertellen. De voorstellingen werden van 's morgens tot 's avonds georganiseerd en zouden zo'n succes hebben dat de prijs snel tot 15 cent kon worden gereduceerd.

De sproeier besproeid

De kranten schreven vol lof over de prestaties van de cinematograaf in Brussel. Ze deden dat in bijna wetenschappelijke beschouwingen. Ook de Brusselse politie was tevreden. In de archieven is terug te vinden hoe ze vrede konden nemen met de brandveiligheid van het gebouw en de fonkelnieuwe apparatuur. Brandgevaar was in de prille filmdagen reëel. Naast een cinematograaf hoorden enkele emmers water en een dweil te staan.

Bekijk hieronder "L'arroseur arrosé"

Een van de 8 vertoonde films was "L'arroseur arrosé" of "De besproeier besproeid". In slechts 49 seconden is te zien hoe een kwajongen op de tuinslang van een tuinman gaat staan. Wanneer de jongen de slang loslaat, krijgt de tuinman de waterstraal in het aangezicht. Daarna volgt een pak voor de broek. Het slapstickfilmpje vertelde een kluchtig verhaal en wordt daarom als de eerste komische film gezien. De grap met de tuinslang zou later nog meermaals overgedaan worden door de volgers van de gebroeders Lumière.

Rondtrekkende filmtheaters en reizende filmdraaiers

Na de commerciële introductie van de cinematograaf zou het snel gaan met het nieuwe medium film. Nog dezelfde maand zou Schraenen naar Amsterdam trekken met zijn voorstellingen. Hij zou samenwerken met de Joodse Belg Camille Cerf, ook al een zakenman met artistieke ambities. In mei 1896 filmde hij de kroningsfeesten van tsaar Nicolaas II in Moskou om ze daarna voor een publiek te vertonen. Nog in dezelfde maand kreeg Antwerpen zijn eerste zaal met cinematograaf in de Gramayestraat, dicht bij de Meir.

Gevel van de Koningsgalerij
Alexander Dumarey

De uitvinding van de Lumières was eenvoudig en gemakkelijk na te maken. Snel verschenen allerlei varianten, de kinetograaf, de fototachygraaf, de chronofotograaf of de cinematograaf. De vaststelling dat het publiek stormliep voor de bewegende beelden en er geld mee verdiend kon worden, bracht film in een stroomversnelling. Rondtrekkende filmtheaters en reizende filmdraaiers brachten het nieuwste snufje naar alle uithoeken. Dankzij de foorkramer Charles-Antoine Schramm belandde de cinematograaf in het Belgisch kermiscircuit. Hij bouwde zijn eigen variant en kon beelden projecteren op nooit geziene doeken van 16 vierkante meter. Elke zichzelf respecterende kermis kreeg zijn tent met filmprojecties. Rond 1905 verschenen in de grote Europese steden de eerste vaste cinemazalen. In de kleine steden en gemeenten werden het cine-cafés, niet meer dan achterafzaaltjes van cafés met een projector. 

Nummer 7

Het tijdingzaaltje van La Chronique in de Koningsgalerij is nooit een echte bioscoop geworden. Ook de redactielokalen zouden snel verdwijnen uit de galerij. Op het huidige nummer 7 hangt een kleine gedenkplaat. Ze dateert uit 1956 en is ook al een stukje geschiedenis. Maar wat in de beeldmaatschappij van vandaag vooral niet meer voor te stellen is, is welke sensatie het geweest moet zijn om voor het eerst beweging op een scherm te zien.

Gedenkplaat bij Koningsgalerij nummer 7
Alexander Dumarey

Volg onze fotograaf op Instagram

Meest gelezen