NIPT-test die syndroom van Down bij baby’s opspoort ook betrouwbaar bij tweelingen
Een grootschalige studie van alle Belgische genetische centra toont aan dat de NIPT-test even betrouwbaar is bij tweelingen als bij eenlingen voor de detectie van het syndroom van Down. Dat meldt de UAntwerpen.
GHOLaatste update:07-05-21, 13:27Bron:UAntwerpen
NIPT staat voor niet-invasieve prenatale test. Deze test maakt een inschatting van het risico van een zwangere vrouw op een baby met het syndroom van Down en andere chromosoomafwijkingen. Ze is sinds enkele jaren goed ingeburgerd in België en wordt terugbetaald door ieder ziekenfonds. Alleen was de betrouwbaarheid van de NIPT bij tweelingzwangerschappen nog niet onderzocht.
Dat was dringend nodig. De voorganger van de NIPT, de klassieke eerstetrimesterscreening was namelijk niet zo betrouwbaar: “Iets meer dan 10 procent van de downbaby’s wordt gemist met deze test en langs de andere kant geeft de test bij meer dan 5 procent van de tweelingzwangerschappen foutief aan dat de baby een verhoogd risico heeft”, zegt Katrien Janssens van het Centrum Medische Genetica op UAntwerpen.
De NIPT deed op duizenden tweelingzwangerschappen geen enkele foutieve voorspelling.
Margot Van Riel, Ku Leuven
Met een unieke grootschalige studie zijn de acht erkende Belgische genetische centra daarom de betrouwbaarheid van de NIPT bij tweelingen nagegaan. De onderzoekers bekeken de resultaten van maar liefst 4.150 NIPT’en bij tweelingzwangerschappen, waaronder 2.716 twee-eiige tweelingzwangerschappen.
“In deze groep werd bij 12 zwangerschappen een verhoogd risico voor het syndroom van Down vastgesteld. In de 11 zwangerschappen waarbij een vruchtwaterpunctie volgde, werd het NIPT-resultaat bevestigd bij de baby”, zegt hoofdonderzoeker Margot Van Riel van de KU Leuven. “In de groep van 2.704 zwangerschappen waar de NIPT geen verhoogd risico voorspelde voor het syndroom van Down, werd geen enkele baby met het syndroom geboren. De NIPT deed op duizenden tweelingzwangerschappen dus geen enkele foutieve voorspelling.”
Risico
De studie voorspelde bij 0,44 procent van alle tweelingzwangerschappen een baby met het syndroom van Down. Dat is vergelijkbaar met het voorkomen van het downsyndroom bij eenlingszwangerschappen. “In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, is het risico op een baby met het syndroom van Down dus niet groter als je zwanger bent van een tweeling”, aldus Van Riel.
