Maakt de Chinese bedrijfswereld, na een jaar vol strenge beperkingen, een rustig 2022 mee?

De Chinese economie werd de afgelopen maanden geconfronteerd met diverse verstoringen. Velen kijken naar de strenge regelgeving die aan verschillende sectoren wordt opgelegd als de boosdoener. Welke koers zal de regering, die heeft aangekondigd dat ze meer stabiliteit wil, in 2022 volgen?

Het nieuwjaarsvoornemen van Chinese president Xi Jinping in 2021: controle krijgen over de kapitalistische bedrijfsmodellen van Chinese bedrijven. Een jaar later is hij daar zeer succesvol in gebleken, veel sectoren zijn onder een strengere controle van de staat gebracht. De regering heeft tal van regels opgelegd voor techbedrijven, de gamesector, financiën, en is nog steeds voorstander om de vastgoedsector strikt in toom te houden.

CNN analyseerde de gevolgen: bedrijven hebben miljarden aan marktwaarde verloren op de internationale markten en bedrijven hebben massaal personeel moeten ontslaan, wat de druk op de arbeidsmarkt, die sinds de pandemie nog steeds kwetsbaar is, nog heeft doen toenemen. Na een jaar ziet de Chinese economie er ook fragieler uit, met een stagnerende groei, onder meer als gevolg van strenge beperkingen en een crisis in de wereldwijde toeleveringsketens.

Voor 2022 moet Beijing het over een andere boeg zien te gooien. Tijdens een vergadering eerder in december hadden de leiders van de Communistische Partij “stabiliteit” als prioriteit voor het nieuwe kalenderjaar gesteld. Dezelfde vergadering waar een jaar eerder werd besloten om “de onordelijke expansie van het kapitaal in te dammen”.

2022 voorspelt weinig goeds

Voor 2021 zijn de groeiprognoses nog steeds vrij goed, met een totaal van 7,8 procent groei voor het afgelopen jaar. Daarmee wordt het streefcijfer van 6 procent dat de regering aan het begin van het jaar had vastgesteld overtroffen. Maar voor 2022 zijn de prognoses van de banken minder rooskleurig: tussen 4,9 en 5,5 procent groei. 2022 zou dan mogelijk het slechtste jaar zijn sinds 1990, het jaar van de internationale sancties na het bloedbad van Tiananmen.

“De leiders zijn steeds banger voor instabiliteit”, zegt Larry Hu, hoofdeconoom China bij Macquarie Group, in een onderzoeksnotitie die door CNN is opgepikt. “Een jaar van regelgeving heeft zijn weerslag gehad op het ondernemersvertrouwen en de zakenwereld. Het is tijd voor de regering om haar greep te versoepelen.”

Deze opmerking wordt gedeeld door Craig Singleton, een China-deskundige bij de Foundation for Defense of Democracies, een Amerikaanse denktank. Hij is van mening dat Peking in staat was tot regulering omdat het een zeer sterke economische groei kende; vandaag doven de elementen die aan de basis lagen van deze groei uit.

Buitenlands kapitaal opnieuw welkom?

De excessen van het kapitalisme beteugelen, de socialistische geschiedenis van het land verdedigen en nationale belangen zoals veiligheid en gegevensbescherming verdedigen. Dat is zo’n beetje hoe de wil van Xi Jinping kan worden samengevat. Om die reden moest bijvoorbeeld het bedrijf Didi zich vlak na zijn beursintroductie terugtrekken van de Amerikaanse beurs.

Maar tijdens hun recente ontmoeting prezen de leiders de positieve rol die buitenlands kapitaal in de economie kan spelen. Ze lijken een evenwicht te willen vinden. “Het kapitaal moet zijn positieve rol als productiefactor spelen, terwijl zijn negatieve rol doeltreffend moet worden gecontroleerd”, zo kondigden zij na de bijeenkomst aan.

Een teken voor Larry Hu dat de piek van de regulering voorbij is. “Controle is belangrijk voor de regering, maar de partij wil het kapitalisme ook niet vernietigen”, zegt hij.

Xi Jinping: stopt hij of zet hij door?

Om de gewenste stabiliteit te bereiken, zal de regering zich op verschillende factoren concentreren. De belangrijkste daarvan lijkt de werkgelegenheid te zijn, aldus het communiqué dat na de vergadering werd uitgegeven. Naast de doelstelling om “de werkloosheid laag te houden” zal de zekerheid van de voedsel- en energiedistributie, alsook de stabiliteit van de mondiale bevoorradingsketens een rol spelen.

De werkloosheid is dit jaar vooral te wijten aan de regelgeving (en de ontslagen die daardoor zijn gevallen) en de huizencrisis. Volgens de officiële gegevens schommelt de werkloosheid al het hele jaar tussen 4,9 en 5,5 procent. De talrijke toespraken van ambtenaren om de werkloosheid te bestrijden doen vermoeden dat het probleem groter is dan uit de cijfers blijkt.

Voor Craig Singleton vreest de regeringspartij dat hoge werkloosheid en massaontslagen haar positie in gevaar zullen brengen. In de vorm van straatprotesten, waar Peking het meest voor huivert.

2022 is een verkiezingsjaar in China. Het 20e Partijcongres wordt in de herfst gehouden. Hoewel Xi Jinping zoals gebruikelijk een opvolger moet vinden, zijn steeds meer waarnemers van mening dat de Chinese leider aan de macht wil blijven. Vandaar het beleid dat hij dit jaar heeft gevoerd en dat naar verwachting zijn stempel op het land zal drukken. Na een jaar van beperkingen zou Xi Jinping kunnen kiezen voor een zachter beleid, om zijn critici de wind uit de zeilen te nemen.

(lp/evb)

Meer