Direct naar artikelinhoud
NieuwsBuitenland

Het recht op internet en offline zijn: Europa komt met ‘grondwet’ voor het digitale tijdperk

Margrethe Vestager is Europees Commissaris voor de digitale samenleving.Beeld EPA

‘We the digital People of the European Union’ is nog net niet de openingszin maar de digitale grondwet die de Europese Commissie vandaag presenteert, barst verder van de ronkende taal over waarden en principes voor het digitale tijdperk. De ‘grondwet’ moet een e-baken worden voor burgers, bedrijven en politici in de hele wereld.

Officieel heet het zeven pagina’s tellende document ‘De Europese Verklaring over de Digitale Rechten en Principes voor het Digitale Decennium’. Een mondvol maar het gaat dan ook om een politiek kader voor burgers, bedrijven en beleidsmakers om de digitalisering van de economie en samenleving in goede banen te leiden. Mensen eerst, is het uitgangspunt.

De digitale revolutie die ons leven, wonen en werken (en alles wat ertussenin zit) steeds meer bepaalt, komt met ongekende kansen én bedreigingen. Europa wil dat die digitale omwenteling tot Europese soevereiniteit leidt, eerlijk is, inclusief, duurzaam, veerkrachtig, vertrouwenwekkend, de kwaliteit van het leven verhoogt en nog veel meer. Vandaar zes hoofdstukken met (even vanzelfsprekende als noodzakelijke) uitgangspunten waartoe de lidstaten zich verplichten en die ze als voorbeeld zullen uitdragen in de rest van de wereld.

Technologie dient de mens en niet andersom, staat in het eerste hoofdstuk. De waarden en rechten voor burgers die zijn vastgelegd in EU-wetten moeten ook online gerespecteerd worden. De digitalisering mag niemand verweesd achterlaten (hoofdstuk 2) en bedrijven en organisaties die ervan profiteren moeten een ‘eerlijke en evenredige bijdrage leveren’ (lees: belasting betalen) om de kosten ‘van publieke goederen, diensten en infrastructuur’ te dekken, aldus de ontwerptekst.

Iedereen heeft recht op een snelle internetverbinding (een belofte die de vorige Commissie ook al deed), moet hulp kunnen krijgen bij het aanleren van de benodigde digitale vaardigheden, en last but not least: iedereen heeft het recht om offline te zijn voor een gezonde balans tussen werk en privé.

Dan is er (hoofdstuk 3) het recht op duidelijkheid over de door big tech gebruikte algoritmen en de zekerheid dat zoekmachines en diensten de burger niet een bepaalde kant opduwen bij hun keuzes en meningsvorming. Platforms als Google, Facebook en Twitter moeten hun verantwoordelijkheid nemen en de rechten van hun klanten respecteren.

De vrijheid van meningsuiting is een groot goed (hoofdstuk 4), net als het tegengaan van desinformatie en haatzaaien. Hoofdstuk 5 bevat uitgangspunten over veilige netwerken: beschermd tegen cyberaanvallen, datadiefstal en andere vormen van e-criminaliteit. Iedere burger moet bovendien kunnen beslissen wat er na zijn dood met zijn ‘digitale erfenis’ gebeurt. Het zesde en laatste hoofdstuk bepaalt dat de digitale omwenteling ook een groene moet zijn, met duurzaam geproduceerde en recycleerbare apparaten.

Betrokkenen verwachten niet dat de Commissie vandaag nog iets wezenlijks aan de tekst van de digitale grondwet zal veranderen. De bedoeling is dat de lidstaten en het Europees Parlement zich er snel achter scharen waarna de voorzitter van de Commissie, het parlement en (tijdelijk) EU-voorzitter Frankrijk tijdens een ‘plechtige bijeenkomst’ hun handtekening eronder zetten.