postuum Paul Buysse (1945-2023)

Paul Buysse, the Belgian who sold the Rolls

Graaf Paul Buysse in 2019.© Sebastian Steveniers

De vorige week op 78-jarige leeftijd overleden Paul Buysse maakte naam als flamboyante captain of industry én als vertrouweling van het koninklijk paleis.

mju blg

Paul Buysse (°1945) was een van de kleurrijkste figuren in de naoorlogse Belgische economie. Hij begon zijn loopbaan in de autosector, eerst bij Ford in 1966 en tien jaar later bij autoproducent British Leyland. In die tijd was geld erg belangrijk voor hem, gaf de zakenman toe in De Standaard. “Ik had een razende angst om ontslagen te worden en ik was ongelofelijk gelukkig als ik opslag kreeg – hoe marginaal die ook was toen ik indertijd, na mijn studies, bij Ford aan de slag ging.”

Er volgden nog verschillende bedrijven waar hij leidinggevende functies bekleedde. Al gauw werd “Buysse” een naam als een klok in de British business world en ver daarbuiten. In 1998 werd Buysse de nieuwe topman van het Britse industriële concern Vickers. Hij slaagde erin om de verlieslatende groep met succes te herstructureren – onder meer met de even verguisde als succesvolle verkoop van Rolls-Royce.

In 1999 kwam er een vijandig bod op Vickers van Rolls-Royce Plc, de producent van onder meer vliegtuigmotoren. Rolls-Royce probeerde Buysse buitenspel te zetten door het bod uit te brengen op een moment dat de Belg in de VS verbleef en dus vijf uur achterstand had op Groot-Brittannië. Het opzet lukte. Buysse keerde daarop terug naar België.

Bekaert

In mei 2000 werd hij benoemd tot voorzitter van staaldraadproducent Bekaert, een multinational met hoofdzetel in het West-Vlaamse Zwevegem. In 2012 werden de statuten van Bekaert speciaal voor hem aangepast, om hem toe te laten ook na zijn 67ste aan de slag te blijven. Twee jaar later ging hij effectief met pensioen en kreeg hij een gouden handdruk van 3,54 miljoen euro. De som lokte een storm van protest uit, zeker omdat er kort voordien gedwongen ontslagen waren gevallen bij het bedrijf.

“Sommigen vinden dit bedrag misschien overdreven”, liet hij optekenen. “Bon, het zij zo. Wilde plannen heb ik alvast niet. Een groot deel zal ik investeren in jonge starters en armoedewerken.”

Daarnaast bekleedde hij nog tal van andere functies. Zo was hij voorzitter van het Prins Filipsfonds, voorzitter van college der censoren bij de Nationale Bank en voorzitter van de Raad van Bestuur van ENG-Videohouse.

In 1983 stond hij bovendien samen met een aantal anderen aan de wieg van het NEA (Nieuw Economisch Appel), een invloedrijke socio-economische denktank.

In zijn afscheidsinterview met De Standaard, in 2013, ging Paul Buysse er prat op een internationale ondernemer te zijn. Dat was volgens hem het verschil met jonge(re) ondernemers als een Wouter Torfs of een Marc Coucke. “Ik heb bijzonder veel respect voor meneer Torfs, die van een paar schoenwinkels een grote zaak heeft gemaakt en een erg mooi parcours heeft afgelegd”, klonk het. “Maar ik denk, opnieuw met alle respect, dat het toch wat anders is dan wereldwijd carrière maken. Ik vertrok soms op zondag voor een rechtstreekse vlucht naar Australië, kwam daar aan, kreeg een micro onder mijn neus en moest een tv-interview doen met een jetlag in mijn kleren – dat soort toestanden. Ik ben in Nigeria in aartsgevaarlijke situaties terechtgekomen, met voor en achter mijn auto twee wagens met bodyguards.’

“Ik ben een beetje een uniek beest in Vlaanderen”, besloot hij. “Ik denk dat er weinigen hebben gedaan wat ik heb gedaan – wat ik heb mógen doen.’

Buysse was een trotse inwoner van het Zoute in Knokke, ook al was de gemeente niet “het mekka van corporate governance”, gaf hij recent toe in De Tijd. Dat laatste was nochtans een van zijn stokpaardjes. In 2005 introduceerde Buysse de “Code Buysse”, een handleiding deugdelijk bestuur voor niet-beursgenoteerde ondernemingen. Met aanbevelingen rond interne controle en gepaste vergoeding moest die bedrijven helpen om duurzaam te groeien.

Een carrière in de politiek heeft de graaf steeds afgewezen. Hij stond van 2015 tot 2020 wel aan het hoofd van de koninklijke schenking. Hij was een intimus van koning Filip – en een grote fan – en een vertrouweling van het koningshuis. Sinds 2016 zetelde Buysse in het crisisteam dat ons land moest voorbereiden op de gevolgen van een mogelijke brexit. Die mocht volgens de graaf geen aanleiding geven tot paniek in de ondernemerswereld.

“Ze mogen alles zeggen op mijn begrafenis”, zei Buysse in 2013. “Behalve: Paul, dat was nen braven.” Hij hield van mooie kledij, kwam vaak direct uit de hoek en had de reputatie nogal flamboyant te zijn. Toch cultiveerde hij die niet, zei hij tien jaar geleden in De Standaard. Ik ben alles, maar geen dikke nek, vond hij. (mju, blg)