Schepen Claude Marinower © WAS

Basisschool Het Avontuur in Berchem. Tussen 2010 en 2015 werd in Antwerpen 70% van de dossiers rond capaciteit en scholenbouw uitgevoerd. . © WAlter saenen

1 / 2
thumbnail: Schepen Claude Marinower
thumbnail: Basisschool Het Avontuur in Berchem. Tussen 2010 en 2015 werd in Antwerpen 70% van de dossiers rond capaciteit en scholenbouw uitgevoerd. .

Marinower pareert kritiek Crevits: “Doet rest van Vlaanderen het dan beter?”

Tussen 2010 en 2015 heeft Antwerpen 70% van de dossiers voor capaciteit en scholen-bouw uitgevoerd. Doet de rest van Vlaanderen beter en sneller?” Schepen van Onderwijs Claude Marinower weerlegt de kritiek van onderwijsminister Hilde Crevits dat Antwerpen achterloopt.

Frank Heirman

Minister Hilde Crevits (CD&V) liet in een weekendinterview met uw krant weten dat ze het getalm van Antwerpen om het plaatsgebrek in het onderwijs snel op te vangen beu is. Ze dreigde er zelfs mee om aan de stad toebedeelde Vlaamse centen over te hevelen naar andere gemeenten. Antwerpen kreeg van de Vlaamse overheid 73 miljoen euro voor capaciteitsuitbreiding en 100 miljoen euro voor scholenbouw.

© Dieter Telemans

Claude Marinower (Open Vld), Antwerps schepen van Onderwijs, begrijpt het ongeduld van de minister, maar stelt vast dat het niet sneller kan. “De minister heeft grote inspanningen voor ons gedaan. Terecht, want het capaciteitstekort in het onderwijs in Vlaanderen situeert zich voor 50% in Antwerpen. Maar wij doen ook alles wat in onze mogelijkheid ligt. Naast de Vlaamse middelen heeft de stad Antwerpen uit eigen budget nog eens 18 miljoen euro uitgetrokken voor infrastructuur in het onderwijs en 4 miljoen in kinderopvang. Het was een moeilijke opdracht, maar de afgelopen drie jaar zijn we erin geslaagd om elk kind een plaats te geven in het onderwijs.”

“Geen slecht resultaat”

Volgens Marinower heeft Antwerpen in de periode van 2010 tot 2015 70% van zijn dossiers uitgevoerd, maar hij wil nog niet zeggen om welke dossiers het gaat. “70% is geen slecht resultaat, denk ik. Ik heb geen zicht op de cijfers elders in Vlaanderen, maar als die beter zijn, dan is dat een sterke score. Wij doen er alles aan om onze dossiers zo snel mogelijk afgerond te krijgen.”

Lees maandag het hele artikel in Gazet van Antwerpen

Minister Crevits over het nieuwe schooljaar: “Veel respect voor Antwerpse scholen”

© Dieter Telemans

Niet eens 1 september en toch al tijd voor een eerste rapport. Hoever staan we met heikele onderwijsthema’s zoals het afhaken van leraren, investeringen in infrastructuur, inclusief onderwijs of diplomaloze allochtone jongeren? Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) windt er geen doekjes om: “Antwerpen heeft enorm veel geld gekregen voor scholenbouw. Niet eens de helft daarvan is al omgezet in concrete projecten. Als dat zo blijft, neem ik die middelen af en geef ze aan anderen.”

De helft van de leraren in Antwerpen haakt af of gaat elders werken binnen de vijf jaar. Dat is een onrustwekkend hoog aantal. Wat gaat u daaraan doen?

Hilde Crevits: We pakken dat op drie fronten aan. Onze lerarenopleiding is goed, uitstekend zelfs, maar ze bereidt leerkrachten onvoldoende voor op de diversiteit en de multiculturaliteit waar ze in een grootstad als Antwerpen of Brussel mee te maken krijgen. Dat kan beter. Daarom werken we in de opleiding kleuteronderwijs aan het ‘armoedevaardig’ maken , het herkennen van armoede door personeel én studenten. Maar ik zie overal ook lokale initiatieven ontstaan die navolging verdienen. Aan de Karel De Grote Hogeschool worden taalweken georganiseerd waarbij de studenten in spe kinderen met taalachterstand bijspijkeren. Zo kun je jonge mensen goesting doen krijgen om in een multiculturele omgeving aan de slag te gaan en leren ze omgaan met diversiteit, ook binnen hun klas.

Twee: ik wil het mogelijk maken dat scholen gemakkelijker een ervaren leraar vrijstellen die aan coaching doet. Uit gesprekken met jonge leerkrachten blijkt vaak dat ze zich in de steek gelaten voelen bij hun toch wel moeilijke opdracht. Je mag dat niet onderschatten, de confrontatie met die grootstedelijke problemen. Onderwijs is psychosociaal best een zwaar beroep. Die coaching is noodzakelijk.

En drie: schoolbesturen moeten samenwerken om beginnende leerkrachten meer kans op werk te bieden, zodat die niet jarenlang van de ene interim naar de andere moeten hollen. We streven naar snellere benoemingen, maar tegelijk willen we ook de evaluatieprocedure herbekijken. Wie slecht presteert moet sneller bijgestuurd worden, of desnoods uit een team verwijderd kunnen worden.

© Dieter Telemans

Zou een premiestelsel voor wie in een ‘moeilijke’ school aan de slag wil niet een betere stimulans kunnen zijn?

Dat denk ik niet. Geld is geen goede motivator. Wel vertrouwdheid met diversiteit en multiculturaliteit. Om die vertrouwdheid te bereiken moeten er meer leerkrachten van allochtone afkomst aan de slag. Ons lerarenkorps is nog altijd overwegend blank. Maris Stella in Borgerhout doet heel veel moeite om haar leerlingen van allochtone afkomst warm te maken voor het onderwijs. Dat werkt en dat verdient navolging.

Tegen 2020 zijn er 17.000 nieuwe leerkrachten nodig. Halen we dat?

’t Zal moeten, hé. We hebben de komende tien jaar gemiddeld 6.000 leraren per jaar nodig.

Dat is niet meteen een geruststellend antwoord.

Het zou helpen als we het beroep van leerkracht niet voortdurend problematiseren. Laten we het vooral herwaarderen, bijvoorbeeld met educatieve masters aan de hogescholen en de universiteiten.

Voor het kleuter- en basisonderwijs maak ik me weinig zorgen over het tekort. Daar zitten we op niveau met de jaarlijkse instroom van afgestudeerden. Vooral in het secundair zien we een daling in de instroom. Dat moeten we counteren met een campagne zoals we die ook voor de sector verpleegkunde hebben gehad. Leerkracht is toch een prachtig beroep. Kinderen mogen begeleiden als ze taal ontdekken bijvoorbeeld, dat is toch fantastisch. Die boodschap moeten we meer uitdragen.

En wanneer komt die campagne er?

Allicht in het schooljaar 2018-2019. De conceptnota is zopas door de Vlaamse regering goedgekeurd.

Dat is wel heel dicht tegen de deadline aan.

Inderdaad. Maar de instroom is oké. En we zullen allemaal wat langer moeten werken. Dat helpt ook. Bovendien is het niet logisch dat er vacatures zijn terwijl zo veel leraren geen baan vinden. Ik wil geen Spaanse toestanden, waarbij de overheid bepaalt waar je les moet geven, maar vraag en aanbod kunnen beter op elkaar worden afgestemd.

Veel jonge leraren haken af of vallen uit door de zware administratieve last.

Ik weet het. Ik wéét het. En ik begrijp het niet. Onze inspecteurs zitten echt niet te wachten op al die lesvoorbereidingen die directies vragen, hoor. Die vragen ze niet eens op. Zij baseren zich op de schriften en de agenda van de leerlingen. We gaan ook stoppen met een jaar op voorhand inspecties aan te kondigen. Dat is een horrorjaar voor die scholen. Daar moeten we vanaf.

© Photo News

Duaal leren is tegenwoordig het codewoord: veel meer praktijkervaring op de werkvloer. Daar verwacht u blijkbaar veel van?

Dat wordt hopelijk de diamant van ons onderwijs. Praktijkervaring om pas nadien theoretische kennis op te doen. Ik weet het, veel van mijn voorgangers hebben het geprobeerd, het is hen niet gelukt. Maar de samenwerking met collega Philippe Muyters (N-VA-minister van Werk, red.) is uitstekend. We hebben onze administraties samengebracht om het probleem aan te pakken.

Er lopen nu zes proefprojecten in 33 scholen. In 2017 komen er nog eentje bij. En daarna zullen we het model over heel Vlaanderen uitrollen, samen met ons gemoderniseerd secundair onderwijs. Er is veel interesse, bij scholen, ouders en bedrijven, maar ook bij hogescholen en universiteiten.

Een vraag die ook vorig jaar al opdook: hoever staat u met de SES-middelen (sociaal-economische status) voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben? U hebt die destijds bevroren om te onderzoeken of ze wel correct werden ingezet. Hoe moet het nu verder?

Eerst dit: ik ben absoluut voorstander van extra ondersteuning voor kinderen die het moeilijk hebben. Scholen krijgen nog steeds geld daarvoor. Ik wilde gewoon uitzoeken of de middelen wel op de juiste manier werden ingezet. Dat geld dient niet om leningen voor gebouwen af te betalen, wel om kinderen rechtstreeks te ondersteunen. Uit verschillende studies blijkt nu dat het merendeel van de scholen er correct mee omspringt. Dan is het voor mij in orde. De controle op het gebruik van de SES-middelen vertrouwen we binnen het gelijkekansenbeleid toe aan onze inspectie.

Ondanks alle inspanningen blijven te veel, vooral allochtone jongeren, de school verlaten zonder diploma. Wat kunt u daar nog aan doen?

Die ongekwalificeerde uitstroom daalt, maar u hebt gelijk, hij daalt minder bij allochtonen. We zullen in de toekomst meer moeten inzetten op het coachen van ex-OKAN-leerlingen (onderwijs voor anderstalige nieuwkomers, red.). Iedereen zal moeten beschikken over een basisgeletterdheid. Dat betekent dat ook zij niet alleen goed Nederlands moeten kunnen, maar ook een minimum aan wiskundig inzicht moeten hebben en financieel geletterd moeten zijn. We zullen in het secundair ook tijdens het schooljaar leerlingen vaker remediëren, in plaats van gewoon aan het einde van het jaar een B- of C-attest uit te delen. En we moeten verder evolueren naar een brede school, waarbij de ouders en de buurt betrokken worden.

© WAS

Dat is wat Antwerpen doet met zijn Children Zone. Bent u nog boos op schepen Claude Marinower (Open Vld) omdat hij zei “dat hij voor de centen niet op Vlaanderen wou wachten”?

Nee hoor (lacht). We hebben onlangs een heel goede babbel gehad. Ik neem hem dat niet kwalijk. We zijn allebei politicus, hé. Ik vind Children Zone een prachtig initiatief, maar het ontwikkelen ervan is een taak van de stedelijke overheid, niet van de Vlaamse minister van Onderwijs, al wil ik wel heel ver gaan om het te ondersteunen.

Financieel?

Niet per se. Wel logistiek. Per provincie hebben we nu één extra medewerker voor de CLB’s voorzien om dit soort van netwerken te ondersteunen.

Bent u die Antwerpenaars niet stilaan beu? Elke keer als u geld vrijmaakt, zeggen ze: ‘Dankuwel, maar het is niet voldoende’.

En als je je wil moeien, zeggen ze: ‘We hebben Brussel niet nodig’ (lacht). Toen ik minister van Openbare Werken was heb ik met het Antwerpse havenbestuur ook al van die grappige gesprekken gehad.

Nee, serieus, ik heb enorm veel respect voor wat de Antwerpse scholen doen. Maar ze kunnen niet klagen. De helft van de extra capaciteitsmiddelen – 73 van de 150 miljoen – is naar Antwerpen gegaan. Antwerpen heeft binnen Scholen voor Morgen 100 miljoen gekregen voor scholenbouw. En nog eens 24 miljoen extra door de verlaging van het btw-tarief. Dat zijn enorme bedragen. Wat ik terugvraag is dat ze al die middelen ook efficiënt omzetten. En daar zit duidelijk vertraging op.

En dat ligt aan?

Vergunningen, administratie, strengere criteria alom, maar ook een gebrek aan doorgedreven opvolging van de dossiers. Af en toe moet je stedelijke overheden wakker maken. En ik zit erbovenop. Wanneer blijkt dat de middelen die ze krijgen niet worden omgezet in concrete projecten, dan neem ik ze af en geef ik ze aan andere projecten. Dat lijkt me de logica zelve.

© LD

Er was de voorbije weken ook serieuze kritiek op het M-decreet. Onder meer vanuit Antwerpen maar ook van de kinderrechtencommissaris. Veel scholen zouden nog te gemakkelijk leerlingen uit het buitengewoon onderwijs weigeren.

Het is het CLB dat beslist of een leerling in het buitengewoon onderwijs terechtkomt of niet. En er is natuurlijk altijd een spanningsveld tussen wat scholen en ouders willen en wat het CLB beslist. Ik heb begrip voor die spanning. Ik ga opleidingen inrichten voor de CLB’s zodat ze de beste keuzes kunnen maken. En ik heb 420 leerkrachten uit het buitengewoon onderwijs vrijgemaakt om hun expertise te delen met de andere scholen. Maar de kinderrechtencommissaris mag ook niet vergeten dat niet alle kinderen naar het gewone onderwijs kunnen. Een grote groep zal in het buitengewoon onderwijs blijven omdat ze daar de best aangepaste opleiding kunnen krijgen.

Moet u het systeem toch niet wat bijsturen?

Misschien. Maar de grote lijnen zullen blijven bestaan. Nu maak ik me vooral zorgen over het feit dat er enerzijds 2.500 kinderen minder naar het buitengewoon onderwijs worden doorverwezen, maar anderzijds de middelen die de gewone scholen kunnen aanvragen voor extra begeleiding zijn gedaald. Dat is absoluut de bedoeling niet. Daarom heb ik die middelen nu op hun bestaand niveau vastgezet. Allicht zijn de criteria om ze aan te vragen te streng gemaakt. Het is aan het parlement om die criteria te herbekijken.

U bent duidelijk helemaal klaar voor een nieuw schooljaar. Hoe ziet de eerste schooldag van de minister eruit?

Mijn traditionele ronde. Ik start in Brussel en ik ga met de fiets naar een school in Anderlecht en daarna... (met wat hulp van haar woordvoerster): Antwerpen, Waasmunster, Gent en Kortrijk. Ja, dat is het. En dan zijn we weer vertrokken voor tien maanden.

Sp.a hekelt gebrek aan visie in scholenbouw

© RR

Sp.a Antwerpen gaat in de gemeenteraad uitleg vragen over het scholenprobleem. Gemeenteraadslid Leen Verbist (sp.a), die in het verleden aandrong op een screening van mogelijke sites en gebouwen die in extra capaciteit kunnen voorzien, vreest dat het stadsbestuur met de toekomst van kinderen speelt.

“De plannen voor de bouw van een scholencomplex in de Havanastraat op Luchtbal lagen klaar, maar moesten wijken voor een vestiging van Ikea. Van de voorstellen van de vastgoedsector voor een school op Nieuw Zuid kwam ook nog niets in huis, hoor ik van mensen uit de sector. De eerste steen van die school ging in de zomer van 2015 worden gelegd. Er is nog geen spade in de grond gestoken.”

De reactie van sp.a volgt op het weekendinterview met Vlaams minister Hilde Crevits waarin zij kritiek uit op het trage verloop van de scholenbouw in Antwerpen. Die kritiek wordt in de maandagkrant gepareerd door schepen van Onderwijs Claude Marinower.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER