100 jaar geleden: de duif Cher Ami redt het verloren bataljon

100 jaar geleden raakt een Amerikaanse eenheid afgesneden van de hoofdmacht. Zij wordt als verloren beschouwd, tot zij door een duif gered wordt. Het verhaal van "The Lost Battallion" werd een van de beroemdste verhalen van de Eerste Wereldoorlog en is talloze malen verfilmd.

De meeste Amerikaanse troepen die in het laatste oorlogsjaar in Europa arriveren, worden ingezet in Frankrijk. Vanaf de zomer van 1918 nemen zij deel aan het geallieerde eindoffensief, dat de Duitsers tenslotte tot een wapenstilstand zal dwingen.

In september start de Amerikaanse generaal John Pershing een offensief in de Argonne, de bosrijke streek ten zuiden van Belgisch Luxemburg.Het is de start van het eindoffensief van de Geallieerden.

Soldaten van de 77e Infanteriedivisie bij hun terugkeer in New York in 1919 (NARA)

Op de linkerflank neemt de 77ste Infanteriedivisie aan de aanval deel. Deze divisie is grotendeels gerekruteerd in New York en bestaat uit een mengelmoes van taxichauffeurs, kleermakers, bankbedienden, fabrieksarbeiders en anderen.

Met het Vrijheidsstandbeeld als hun symbool krijgen ze al snel de naam Liberty Division. Eén van hun eenheden – het 1ste Bataljon van het 308ste Regiment  - wordt geleid door de 33-jarige majoor Charles Whittlesey, die na zijn rechtenstudies in Harvard samen met een studiegenoot een eigen advocatenkantoor had opgericht.

Charles Whittlesey rechts (NARA)

In de ochtend van 2 oktober trekken majoor Whittlesey en zijn manschappen op over de dichtbegroeide heuvels van de Argonne. Overal hinderen Duitse prikkeldraadversperringen hun opmars. Samen met de manschappen van het 2de Bataljon – onder bevel van kapitein McMurtry – bereiken ze tegen de avond hun aanvalsdoel voor die dag.

Amerikaanse soldaten in de Argonne, uit Le Monde Illustré, 1918, BDIC

Wanneer majoor Whittlesey de volgende dag verneemt dat de eenheden naast hem achtergebleven zijn, merkt hij dat het merendeel van zijn troepen – 554 man sterk - afgesneden is van de hoofdmacht en dat hij volledig omsingeld is door Duitsers. Om 8.50 u stuurt hij een postduif naar het hoofdkwartier. ‘We are being shelled by German artillery. Can we not have artillery support ?’, vraagt hij vertwijfeld.

Mobiel duivenhok van het Amerikaanse leger. Niettegenstaande de snelle ontwikkeling van telefonie en telegrafie bleven duiven een essentieel communicatiemiddel voor alle legers (NARA)

Bij de aanval hebben zijn manschappen slechts rantsoenen voor één enkele dag meegenomen. Daar zijn ze al snel doorheen. Ook extra munitie hebben zij dringend nodig.  ‘Situation serious’, meldt Whittlesey ’s namiddags aan het hoofdkwartier van zijn divisie. Meer dan 150 van zijn manschappen zijn ondertussen gesneuveld of gewond.

Links, het monument voor The Lost Battallion in het Argonne-woud, rechts kaart met de positie van het bataljon achter de Duitse linie

De volgende ochtend meldt Whittlesey dat de nacht al-bij-al rustig verlopen is, hoewel zijn troepen korte tijd onder Amerikaans granaatvuur – ‘friendly fire’ – kwamen te liggen. Hij vraagt dringend proviand en laat weten dat het aantal gewonden snel oploopt.

Nog voor de middag slaakt hij alweer een nieuwe noodkreet :’Cannot support be sent at once ?’, vraagt hij per postduif. Meer dan de helft van zijn manschappen is ondertussen dood of gewond, velen als slachtoffer van Amerikaanse granaten.

Tekening van The Lost Battalion uit Ladies'Home Journal

Eenheden van de 77ste Divisie proberen de troepen van Whittlesey te ontzetten, maar lukken daar voorlopig niet in. Opnieuw regent het Amerikaanse granaten op de omsingelde manschappen. Ondertussen heeft de Amerikaanse pers lucht gekregen van het dramatische lot van Whittlesey en zijn manschappen. Kranten beschouwen het bataljon ondertussen als verloren en schrijven hen onder de naam ‘the Lost Battalion’ de legende in.

Britse soldaten maken een boodschap vat aan de poot van een postdif, 1917 (BnF, Gallica)

Op 4 oktober stuurt een wanhopige Whittlesey zijn laatste postduif : Cher Ami, met 11 oorlogsvluchten op zijn actief een veteraan onder de postduiven van het Amerikaanse leger. In zijn bericht meldt Whittlesey nauwkeurig de positie van zijn troepen: ’We are along the road parallel to 276.4’ en vraagt om het friendly fire onmiddellijk te stoppen : ‘Our own artillery is dropping a barrage directly on us. For heaven’s sake, stop it.

Zodra Cher Ami vertrekt, wordt zij door de Duitsers onder vuur genomen. Zij krijgt een kogel in de borst en raakt blind aan één oog. Toch slaagt zij erin om het Amerikaanse hoofdkwartier te bereiken, 40 km verderop. Bij haar aankomst hangt één van haar poten nog slechts met een zenuw vast en moet worden geamputeerd. Kort na de dramatische vlucht van Cher Ami stopt het Amerikaanse artillerievuur.

In de Verenigde Staten wordt Cher Ami als een held de hemel ingeprezen. In Frankrijk ontvangt zij het Croix de Guerre. Lang kan Cher Ami niet genieten van deze heldenstatus.

Nadat de moedige duif in de zomer van 1919 overlijdt, krijgt haar opgezette lichaam een ereplaats in het Smithsonian Institute, later in het National Museum of American History.

Twee gedichten ter ere van de gesneuvelde kameraden uit "History and rhymes of the Lost Battalion" van soldaat Buck McCollum, die het verhaal meemaakte(gepubliceerd in 1921)

Dankzij de heldendaad van Cher Ami zijn bijna 200 soldaten voorlopig gered, maar hun martelgang is nog niet voorbij. Hun voorraad water, voedsel en medicijnen is reeds lang opgebruikt. Over munitie beschikken ze nog nauwelijks.

Op 6 oktober dropt de Amerikaanse piloot Harold Goettler noodvoorraden, die echter in Duitse handen vallen. Goettler – en ook zijn waarnemer Erwin Bleckley –  bekoopt zijn hulpactie met de dood, wanneer hun vliegtuig wordt neergeschoten.

Ondertussen kruipen Amerikaanse soldaten – gek geworden van de dorst – in een wanhoopspoging naar een naburige beek, waar velen van hen door de Duitsers worden neergeschoten. ‘I’m going to shoot the next man that leaves his position to get water’, dreigt kapitein McMurtry.

Van links naar rechts piloot Harold Goettler, waarnemer Erwin Bleckley en kapitein McMurtry.

Op 7 oktober bezorgt de Duitse bevelhebber luitenant Prinz in perfect Engels – voor de oorlog heeft Prinz 6 jaar in Seattle gewerkt - een ultimatum, maar de Amerikanen weigeren zich over te geven. Daarop lanceren de Duitsers een nieuwe aanval, die door de Amerikanen met hun laatste krachten wordt afgeslagen. ’s Avonds worden ze eindelijk ontzet door hun landgenoten. Voor het eerst in vijf dagen kunnen zij behoorlijk eten en drinken.

De eerste maaltijd van The Lost Battalion na hun terugkeer.

Van de 554 manschappen blijven er 194 ongedeerd over. De rest is gedood, gewond of vermist. Na de wapenstilstand van 11 november keert majoor Whittlesey – ondertussen gepromoveerd tot luitenant-kolonel – terug naar de Verenigde Staten, waar hij de Medal of Honor ontvangt. Na zijn eervol ontslag uit het leger gaat hij opnieuw aan de slag in zijn advocatenkantoor.

Op 9 oktober meldt The Sun uit New York dat The Lost Battalion gered is, The Evening World, ook uit New York, vertelt dezelfde dag hoe de soldaten overleefden door eikenbladeren te eten (Library of Congress).

De geschiedenis van the Lost Battalion laat Whittlesey niet los. Hij kan zijn oude strijdmakkers niet uit zijn hoofd zetten en blijft zich verantwoordelijk voelen voor hun lot. Voor het Amerikaanse publiek en de media is hij een oorlogsheld.

Zelf breekt Whittlesey een lans voor het pacifisme en voor blijvende vrede. In militaire hospitalen bezoekt hij revaliderende soldaten, tijdens begrafenissen van soldaten uit zijn eenheid spreekt hij gewillig de grafrede uit.

Terzelfdertijd schuiven sommigen de schuld van de tragedie in zijn schoenen : als bevelhebber zou hij te roekeloos zijn geweest, zijn weigering om zich over te geven heeft vele overbodige mensenlevens gekost.

Whittlesey schreef nog de inleiding voor The History and Rhymes of the Lost Battalion, maar zal de verschijning van het boek niet meer meemaken.

Wanneer op 11 november 1921 de Amerikaanse Onbekende Soldaat met militair eerbetoon wordt begraven op de nationale begraafplaats Arlington, is Whittlesey – en ook kapitein McMurtry – één van de militairen die de kist van de onbekende gesneuvelde dragen.

Eind november laat hij een nieuw testament maken. Enkele dagen later scheept hij in op de Toloa, een lijnschip van de United Fruit Company dat het traject New York-Havana verzorgt. ’s Avonds dineert hij aan de tafel van de kapitein, met wie hij over zijn oorlogservaringen in de Argonne praat. Tijdens de nacht pleegt hij zelfmoord door zich overboord te werpen.

De aankondiging van de dood van Whittlesey in The Evening World, 29 november 1921.

In zijn hut worden negen brieven gevonden, bestemd voor zijn naaste familieleden en vrienden. Hoewel de inhoud van de brieven niet openbaar wordt gemaakt, zouden zij een directe reden voor de zelfmoord vermelden. Voor Whittlesey’s vrienden is het nochtans duidelijk : zij verwijzen expliciet naar de oorlogservaringen van hun vriend. Voor hen moet de reden van Whittlesey’s zelfmoord daar - en nergens anders - worden gezocht.

Groepsfoto met overlevenden van The Lost Battalion (NARA)

Al in 1919 werd het verhaal van The Lost Battalion een eerste maal verfilmd, waarbij ook majoor Whittlesey en een aantal van zijn manschappen hun medewerking verleenden. In 2001 draaide regisseur Russel Mulcahy een remake.

Zowat alle legers uit WOI hadden hun verhaal over een heldhaftige duif. Deze Duitse duif - Heimatliebe - zou zowat 200 frontvluchten hebben uitgevoerd en 2 maal verwond zijn door schrapnel, waarbij ze een teen van haar rechtervoet verloor (Duits foto-album in de collectie van de Universiteitsbibliotheek Gent).

Meest gelezen