Direct naar artikelinhoud

De noodkreet die 8.000 kilometer aflegde

Een Chinese gevangene in een werkkamp liet in een doos met Halloweenversiering een alarm- kreet achter. Het briefje werd gevonden in de VS.

De noodkreet, een keurig gevouwen briefje dat in een doos met Halloween-versiering voor de supermarktketen Kmart verstopt zat, had er een reis van ruim 8.000 kilometer vanuit China opzitten toen hij in oktober vorig jaar in handen kwam van een vrouw in Oregon.

In gebroken Engels schreef de afzender op een stukje papier dat hij gevangen zat in een werkkamp in de noordoostelijke stad Masanjia waar hij en zijn medegevangenen zeven dagen per week 15 uur per dag moeten zwoegen onder toezicht van sadistische kampbewakers.

'Geachte heer, Als u dit product gekocht hebt, stuur deze brief dan door aan de Wereldmensenrechtenorganisatie. Duizenden mensen die hier door de communistische regering worden vervolgd, zullen u eeuwig dankbaar zijn."

Vorige maand vertelde een 47-jarige ex-gevangene uit het kamp in Masanjia dat hij de briefschrijver was. De man, die afkomstig is uit Peking en tot de in China verboden Falun Gong-beweging behoort, zei dat hij in het geheim wel twintig van dergelijke briefjes had geschreven. Hij verstopte ze in pakketten met opschriften in het Engels, waarvan hij vermoedde dat die voor de westerse markt bedoeld waren. Zijn handschrift kwam overeen met dat van het briefje.

"Lange tijd fantaseerde ik over hoe die brieven in het Westen ontdekt zouden worden, maar na verloop van tijd gaf ik de moed op", zei de man.

Sinds enkele maanden is in China een levendig debat uitgebroken over de heropvoedingskampen. Dat heeft ex-gevangenen de moed gegeven hun verhaal te vertellen. Uit interviews met ruim tien mensen die gevangen hebben gezeten in Masanjia en andere kampen in het land rijst een beeld op van vreselijke mishandelingen.

Gevangenen werden geslagen, mochten dagenlang niet slapen of zaten wekenlang geboeid in pijnlijke houdingen. Ze vertelden hoe medegevangenen de dood vonden door zelfmoord of na onbehandelde ziekten.

Ongeveer de helft van de gevangenen in Masanjia bestaat uit Falun Gong-leden of volgelingen van ondergrondse kerken. De rest zijn prostituees, drugsverslaafden en mensen die het aan de stok hadden gekregen met partijfunctionarissen door hun klachten over machtsmisbruik.