Direct naar artikelinhoud

Uw leven is 31 procent duurder

Globaal genomen is het leven voor een gemiddelde consument in 10 jaar 31 procent duurder geworden. De energieprijzen, voeding en huurlasten happen een almaar grotere brok uit ons gezinsbudget. En de prognoses brengen geen beterschap.

Wat u en ik al langer voelen, is nu ook in cijfers gegoten: het leven is fors duurder geworden. Liefst 31 procent in tien jaar, stelt Philippe Defeyt van het Institut pour un Développement Durable (Instituut voor Duurzame Ontwikkeling). Hij is econoom en naast zijn activiteiten voor het Instituut tevens OCMW-voorzitter in Namen voor Ecolo.

Voor dit jaar alleen boet u 3 procent in aan koopkracht, per persoon, in vergelijking met 2009. Dat was dan wel een piekjaar. Boosdoeners voor die stijgende factuur zijn onder meer de stijgende energieprijzen die er met liefst 77 procent op vooruitgingen in vergelijking met 2000. Een euvel dat al herhaaldelijk aan de kaak werd gesteld. Onder meer de Nationale Bank maakte in zijn jongste jaarverslag ook al een opmerking over de forse stijging die voornamelijk te wijten is aan de duurdere distributiekosten.

Maar ook het vullen van uw winkelkarretje werd duurder. Zo stegen de voedingsprijzen in diezelfde periode met 38 procent. De grondstoffen van basismiddelen zitten al een hele tijd in de lift, en die prijzen worden doorgerekend. Eerder klaagde het Prijzenobservatorium al dat de prijzen in ons land kunstmatig hoog worden gehouden, en dat een vermindering van de grondstofprijs niet automatisch leidt tot een daling in prijs van de levensmiddelen.

Defeyt nam ook de huurprijzen onder de loep, en daar noteerde hij een stijging met 44 procent, in tien jaar tijd. Begin dit jaar werden die huurprijzen overigens nog een keertje opgetrokken. En het zijn net de mensen uit de lagere inkomenscategorie die vaak gedwongen worden tot de huurmarkt, omdat ze zich geen eigen woning kunnen veroorloven.

De globale factuurstijging voor al die diensten en producten komt daarmee uit op 31 procent. Fors, en het kan nog erger, stelt Defeyt. "Voor huishoudens met een laag inkomen die huren, bedraagt de stijging zelfs 45 procent." Dat komt volgens Defeyt door de relatief snellere prijsstijgingen voor voeding, energie en huur in vergelijking met de globale indexstijging. "Daardoor is de koopkracht van mensen die een minimumuitkering ontvangen al sinds een jaar of tien aan het stagneren, ondanks de stijging van die minimumuitkeringen. Als je dan weet dat dezelfde productenkorf soms tot 80 procent uitmaakt van het budget van gezinnen met een laag inkomen, dan worden zij bijgevolg nog harder geraakt", analyseert Defeyt. "Het verschil in de stijging van hun inkomen wordt opgegeten door de stijgende kosten in levensonderhoud, en daar spelen vooral de energieprijs en de huurlasten een belangrijke rol in."

Voor zijn cijfers baseert hij zich onder meer op de gegevens van het Federaal Planbureau en Belgostat. Voor 2012 ligt onze koopkracht nog steeds 4 procent boven het niveau van 2000, maar sinds 2009 boeten we dus met zijn allen in aan beschikbaar gezinsbudget.