Direct naar artikelinhoud

Kaars uit

Anderhalve week geleden ging de kaars uit van tenorsaxofonist Kalaparusha Maurice McIntyre. Hij sleet veel van zijn laatste dagen in de metro in New York, spelend voor een aalmoes.

In The New Yorker herinnerde cornettist Taylor Ho Bynum ons er vorige week aan dat Kalaparusha (1936-2013), hoewel niet zo'n bekende figuur, heel invloedrijk is geweest. Hij werd als Maurice McIntyre geboren in Clarksville, Arkansas en verhuisde kort daarna met zijn ouders naar de South Side in Chicago, waar hij als jonge zwarte dromer (met een grote appetijt voor muziek) snel werd afgeleid door de lokroep van drugs. Pas in het ontwenningsoord begon hij zich echt toe te leggen op zijn ware liefde, de tenorsax.

In 1962 vond hij aansluiting bij de groep muzikanten rond Roscoe Mitchell en Muhal Richard Abrams, de bakermat van wat in 1965 de Association for the Advancement of Creative Music (AACM) zou worden. McIntyre speelde op de eerste elpees van de AACM, Sound van Mitchell en Levels and Degrees of Light van Abrams. Het is de moeite om die mijlpalen opnieuw te beluisteren: fantastische exploraties van klanken, timbres, boventonen en stiltes met een scherp oog voor detail.

Anthony Braxton, ook te horen op Levels and Degrees of Light, zegt dat alle saxofonisten toen opkeken naar de rijzige McIntyre met zijn robuuste sound en een vocabularium dat gevoel voor traditie combineerde met vernieuwingsdrang. Improvisatie en ongebonden sonore exploratie waren voor hem geen gimmick maar een diepgewortelde noodzaak, net zoals bij John Coltrane of Albert Ayler.

Op en neer

Maar het lot is niet genadig voor kwetsbare zielen als Kalaparusha. In 1969 maakte hij de mooie, persoonlijke plaat Humility in the Light of the Creator, maar daarna ging het voortdurend op en neer met zijn carrière. Toen hij in de jaren 70 onder de zelf verzonnen naam Kalaparusha naar New York verhuisde, vond hij nog aansluiting bij de Loft Scene rond Sam Rivers, maar aan een eigen verhaal kwam hij niet toe en de muziekindustrie zat niet op hem te wachten.

Drie jaar geleden maakte cineast Danilo Parra een prachtige kortfilm over de man, waaruit bleek dat Kalaparusha vaak voor een aalmoes speelde in de metro in New York, op een tenorsax die met elastiekjes werd bijeen gehouden. We volgen hem in zijn optrekje in The Bronx en tijdens oefensessies voor de opname van zijn plaat Closeness. Zijn jongere vrouw volgt hem op de voet en houdt niet op te zeggen dat het "me and him against the world" is. Op het einde van de film beluistert Kalaparusha de gemaakte opnamen: "Unbelievable, how close that sounds... like John Coltrane." De plaat is nog altijd niet verschenen.

Danilo Parra, Closeness: The Untold Story of Kalaparusha (vimeo.com/24373095)