Direct naar artikelinhoud

Vergeet de haves en havenots, hier komen de cans en cannots

De ultieme breuklijn in de samenleving zal niet langer tussen haves en havenots liggen, wel tussen mensen die de vaardigheden bezitten om mee te draaien en diegenen voor wie het allemaal te veel wordt. 'Er zal geen pech meer zijn, alleen nog eigen schuld.' Welkom in de wereld van de cans en de cannots.

De toekomstbeelden zoals die door planbureaus, studiediensten en strategisch denkers ontwikkeld worden, zondigen niet zelden in twee richtingen: of ze zijn pessimistisch ('het is vijf voor twaalf'), of ze zijn veel te optimistisch ('het wordt alleen maar beter').

Zwartgallig noch rooskleurig, en dus behoorlijk realistisch, is een kersvers rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in Nederland. In De toekomst tegemoet: leren, werken, zorgen, samenleven en consumeren in het Nederland van later schetsen de auteurs een beeld van hoe de Nederlandse samenleving er in 2050 uit zal zien.

Of moeten we toch maar zeggen 'dreigt uit te zien'? Want hoe je het ook draait of keert, een warme, gezellige, maakbare burgermaatschappij blijft ons bovenste beste buurland niet.

Omdat trends zelden rekening houden met landsgrenzen kan de vingerwijzing van het SCP ook voor België nuttig zijn: de ultieme breuklijn in de samenleving zal niet langer sociaal-economisch zijn en tussen haves en havenots liggen, wel tussen mensen die de vaardigheden bezitten om mee te draaien en diegenen voor wie het allemaal te veel wordt.

Die laatsten zullen uit de boot vallen, want het solidariteitsprincipe zal veel minder breed gedragen worden dan vandaag nog het geval is. De overheid zal zich gaandeweg terugtrekken; meer dan ooit belooft het sociale en professionele leven een kwestie van carrière en utilitair gedreven netwerken te worden. Wie zo'n netwerk kan aanspreken, zal op zorg en solidariteit kunnen rekenen. Wie dat niet kan, grijpt naast de prijzen. En zal daar zelf verantwoordelijk voor worden geacht.

Het eigen-schuld-dikke-bultprincipe wordt met andere woorden heer en meester. Of, zoals het SCP stelt: "Er is geen pech meer, alleen nog eigen schuld." Er zou weleens een retoriek kunnen ontstaan "waarin succes een verdienste is en falen het gevolg van slechte keuzen".

Permanente knooppunten waar de optie steeds opnieuw links, rechts of rechtdoor wordt - of de weg terug naar af: onze levens worden spannender, dynamischer en veel minder voorspelbaar. Ze zullen een chronische bereidheid tot aanpassen en anticiperen vergen.

"De samenleving wordt almaar complexer," licht projectleider Jos de Haan toe, "ook voor mensen die hun zaken ogenschijnlijk voor elkaar hebben. Uw en mijn groep komen onder druk te staan om almaar strakker de regie te voeren over het eigen leven. Wie over de nodige vaardigheden beschikt, krijgt nieuwe kansen. Maar de groeiende groep achterblijvers wordt een bron van zorg, aangezien ook solidariteit een kwestie van keuze wordt en tot de eigen kring beperkt zal blijven."

'Mechanisch maatje'

Als uitgangspunt namen De Haan en zijn team vier drijvende krachten: demografie, duurzaamheid, economie en, niet in de laatste plaats, technologie. "Voor elk van die krachten hebben we eerst een ontwikkelingsrichting geformuleerd. Die hebben we daarna doorgetrokken naar vijf grote domeinen van het leven: leren, werken, zorgen, samenleven en consumeren. We opteerden voor werkwoorden omdat die heel concreet verwijzen naar activiteiten van burgers. In de vijf domeinen vonden we één duidelijk gemeenschappelijk kenmerk terug: de burger krijgt de regie over zijn leven."

Om met 'leren' te beginnen, het eerste domein. Doordat de arbeidsmarkt hard zal veranderen - neem alleen al de nakende robotisering van een heel aantal administratieve functies - zal levenslang leren meer dan ooit de boodschap worden.

Leren zullen we niet langer in standaard tijd- en plaatsgebonden pakketjes doen, wel volgens uiterst persoonlijke trajecten. Vaste banen zullen minder in de aanbieding zijn, werkperiodes zullen worden doorkruist door momenten van studie en bijscholing. Ook de leerinhoud wordt anders, zegt het SCP: niet-cognitieve vaardigheden als leren leren, leren samenwerken en leren samenleven krijgen meer gewicht. De leerkracht wordt een coach veeleer dan iemand die kennis overdraagt.

Ook werken wordt complexer. De technologische vereisten zullen erg hoog liggen, wie niet hoog opgeleid is krijgt het moeilijker. Wisselende opdrachtgevers zullen de werknemer voor korte tijd inhuren en even snel opnieuw bedanken: de 'op- en afroepeconomie' wordt het nieuwe normaal, de scheiding tussen werk en privé vervaagt. Ook de combinatiedruk stijgt, aldus de studie. Burgers zullen hun dagtaak niet alleen moeten combineren met leren, door de vergrijzing wordt ook de combinatie met zorg cruciaal.

Ook daar oogt het scenario somber. Terwijl het aandeel zorgbehoevende 75-plussers flink toeneemt, krimpt het aantal mantelzorgers en verschraalt het klassieke zorgaanbod. Ouderen zonder netwerk die ook technologisch weinig onderlegd zijn (een deel van het karwei wordt straks door zorgrobots ingevuld) dreigen aan hun lot te worden overgelaten. Ook flexibele zorgverstrekking, alternatieve woonzorgvormen en zorggerichte burgerinitiatieven zouden weleens aan hen voorbij kunnen gaan.

"Onze verwachting is dat mensen meer aan hun hoofd zullen krijgen," zo schrijven de auteurs, "een week zal ook in de toekomst niet meer dan 168 uren tellen." Door technologisch hooggeavanceerde selectiemogelijkheden wordt onze medemens ook meer dan ooit de gelijkgestemde. Meer relaties zullen virtueel zijn, waarbij de ander pakweg een robot of 'mechanisch maatje' wordt. Wie op warmte en diepgang uit is, krijgt het moeilijker. Fysieke ontmoetingsplaatsen in de openbare ruimte zullen gaandeweg verdwijnen, zelfpresentatie zal het winnen van levensechtheid.

In naam van de duurzaamheid zullen burgers intussen ook de verandering van hun leefomgeving moeten aanvaarden. Het gebruik van fossiele brandstoffen wordt fors teruggedrongen, de auto of het vliegtuig nemen zal minder voor de hand liggen. Woningen moeten energieneutraal worden en in ons dieet zal het aandeel dierlijke vetten afnemen. Vlees- en zuivelwaren zullen minder binnen handbereik liggen dan nu.

Toegegeven, de lucht in steden en op de wegen zal schoner worden, de kosten voor dit alles zullen gedragen worden door de te verwachten economische groei. Magere troost, evenwel, in het licht van alles wat voorafging.

"Het is ook niet duidelijk waar het in dit hele verhaal met de middenklasse naartoe gaat", zegt Jos de Haan. "Maar alleszins zal de samenleving erg op snelheid werken en is het de vraag of iedereen daar fysiek en mentaal wel tegen bestand is."

Hoeft het echt zo'n vaart te lopen? "Dit is geen voorspelling, dit is een beeld op basis van plausibele veronderstellingen voor de drijvende krachten waar ik het over had. Als een van die krachten alsnog een andere richting uitgaat, verandert ook het eindbeeld."

Bovenal, zegt de projectleider, wil het Planbureau een waarschuwing meegeven. "Wij hopen dat de overheid, de burger en het bedrijfsleven met onze bevindingen aan de slag gaan, en deze issues op de beleidsagenda zetten."

Nomade vs sedentair

De grimmige wereld die volgens George Orwell in het verschiet lag, is al bij al geen werkelijkheid geworden; evenmin als, precies 500 jaar geleden, Thomas More gelijk kreeg met zijn denkbeeldige Utopia.

Alle referenties daargelaten bewandelt de Nederlandse studie een nuchtere tussenweg. Ze ligt in de lijn van de geloofwaardige trends die ook andere waarnemers bespeuren. Zoals het SCP over 'cans' en 'cannots' spreekt, zo deelt Philosophie Magazine, een voortreffelijk maandblad uit Frankrijk, de wereld van morgen op in 'nomaden' en 'sedentairen'.

Het tijdschrift, dat laatst een keur aan denkers op het onderwerp losliet, kwam tot de slotsom dat vooral de lagere middenklasse goeddeels sedentair is, verknocht als ze blijft aan een gedachte als 'dit is mijn thuis' of, daarmee verbonden, de levenscyclus 'studie, werk, pensioen'.

De globalisering, de economische crisis en technologische revolutie stellen die geborgenheid echter zwaar op de proef, zozeer zelfs dat ze straks hooguit nog een herinnering zal blijken.

"Aan de ene kant denken de nieuwe economische elites letterlijk en figuurlijk grensoverschrijdend en ontworstelen ze zich aan een sedentaire bevolking die ver van de grootsteden leeft", schrijft het blad. "Aan de andere kant stellen opeenvolgende migratiegolven de vertrouwde politieke waarden van de sedentairen ter discussie."

Vergeet de lutte des classes (de klassenstrijd), verzekert hoofdredacteur Alexandre Lacroix, hier is de lutte des places (de plaatsenstrijd). Wie nog mee wil, straks, zal in alle opzichten hypermobiel moeten worden. "De nieuwe breuklijn gaat niet meer tussen burgerij en proletariaat, wel tussen zij die in staat zijn zich een weg te banen door het nieuwe wereldkapitalisme, en zij die vastzitten in hun territoria" - lees: in hun verdwijnende levensstijl. Als om de geschiedenis nog gauw een hak te zetten, heeft die laatste groep vandaag redding gevonden in het populisme.

Ook in Nederland, waar de Tweede Kamer-verkiezing lonkt en een Geert Wilders het mes al wet, zal de politieke wereld onherroepelijk haar verantwoordelijkheid moeten nemen. Het slotwoord in 'De toekomst tegemoet' liegt er niet om: "In een democratie vindt de maatschappelijke normering, na dialoog met de samenleving, uiteindelijk in de politiek plaats." Het is, anders gezegd, nog niet te laat.

www.scp.nl