Direct naar artikelinhoud

'We kiezen nog veel te vaak voor pillen'

Te veel Belgen grijpen naar pillen om hun psychisch leed te verzachten, te veel huisartsen schrijven de medicijnen voor. 'Wij zijn bij de grootste gebruikers van Europa', zegt professor huisartsgeneeskunde Thierry Christiaens (UGent).

De laatste cijfers van het Riziv tonen nog maar eens dat het gebruik van antidepressiva en antipsychotica in ons land toeneemt. Verrast?

Christiaens: "Wij zijn bij de grootste gebruikers van Europa. Dat is geen geheim."

Hoe komt dat?

"Er zijn her en der wel enkele initiatieven om die overconsumptie aan te pakken, maar die zijn veel te verspreid. Met de commissie psychofarmaca willen we die ideeën groeperen. Het doel is om zowel het grote publiek als de artsen bewust te maken van het probleem."

Volgens professor Geert Dom (Universiteit Antwerpen) schrijven huisartsen dit soort geneesmiddelen veel te gemakkelijk voor. Hoewel ze het belangrijkste aanspreekpunt zijn van de patiënt, kennen ze er te weinig van.

"Dat klopt niet meer voor de huisartsen die de voorbije tien, vijftien jaar zijn afgestudeerd. Tijdens de opleiding gaat er heel wat aandacht naar psychische problemen. Bij oudere groepen huisartsen zie je die problemen veel meer. Die zetten in sommige gevallen te veel in op medicatie, en te weinig op psychotherapie. Maar even goed is er bij sommige patiënten sprake van onderbehandeling. Ernstige depressies die niet opgevolgd worden of mensen die te weinig ondersteuning krijgen. Het is niet alleen een verhaal van overconsumptie."

Hoe doorbreek je dat?

"De bedoeling van de commissie is om richtlijnen te ontwikkelen voor het gebruik van psychofarma, voor huisartsen kan dit een handig instrument zijn.Die zullen zo beter weten hoe ze patiënten met psychische problemen moeten behandelen, wat de mogelijkheden zijn en de eventuele valkuilen. Het moet een eventuele overconsumptie vermijden, maar even goed onderbehandelingen voorkomen."

Hoe zal de commissie die richtlijnen bepalen?

"Er komen drie werkgroepen, die telkens het gebruik bij specifieke leeftijden zullen onderzoeken. In elke werkgroep zitten mensen van het Riziv, het Geneesmiddelenagentschap, Volksgezondheid maar ook mensen van op het terrein en academische specialisten. De eerste werkgroep buigt zich over het gebruik van Rilatine bij kinderen, een tweede onderzoekt het ambulant gebruik van volwassenen en de laatste focust zich op het pillengebruik van ouderen in zorginstellingen.

"Eerst en vooral willen we het pillengebruik in België nauwkeuriger in kaart brengen. Het is op basis van die informatie en de expertise van de leden dat we richtlijnen zullen uitwerken."

Hoe zorg je ervoor dat ook het grote publiek beseft dat antidepressiva geen onschuldige aspirines zijn?

"Er komt ook nog een nationale campagne. Denk aan de campagnes die enkele jaren geleden liepen om de bevolking duidelijk te maken dat je niet zomaar antibiotica moet nemen. Wel, iets gelijkaardigs staat op stapel voor de psychofarmaca.

"Mensen moeten beseffen dat deze geneesmiddelen risico's inhouden. Antipsychotica bijvoorbeeld, die dempen heel je denken en zijn. Het gebeurt nu al te vaak dat bejaarden met alzheimer die pillen krijgen om hen kalm te houden, op vraag van de verpleging of de familie. Meer investeren in de zorg kan hiervoor een oplossing zijn, maar de kost is blijkbaar te hoog. De maatschappelijke drempel om te medicaliseren ligt in België opmerkelijk laag."