Direct naar artikelinhoud
Klimaatverandering

Een goed plan, een infantiel idee of journalistiek activisme? The Guardian warmt klimaatwoordenschat op

Een goed plan, een infantiel idee of journalistiek activisme? The Guardian warmt klimaatwoordenschat op
Beeld joren joshua

Bij de krant The Guardian wordt aan de klimaatterminologie wat drama toegevoegd. Een goed plan, een infantiel idee of journalistiek activisme?

Op het eerste gezicht leek het een grap, maar het is serieus. De Britse krant The Guardian steekt een tandje bij in de berichtgeving over het klimaat. Ze wil het niet langer hebben over ‘climate change’, maar over ‘climate emergency’, ‘climate crisis’ of ‘climate breakdown’ – verandering wordt ‘crisis’, ‘noodtoestand’ of ‘ineenstorting’. In plaats van ‘global warming’ verkiest de hoofdredactie nu ‘global heating’: opwarming wordt verhitting. Zo raakt, naast de planeet, ook de woordenschat opgewarmd.

Het gebruik van de nieuwe termen is niet verplicht maar wordt aanbevolen, zodat de kans groot is dat de redactie zal volgen. Hoofdredacteur Katharine Viner wil dat haar krant “wetenschappelijk precies” is, en duidelijk maakt dat wetenschappers al gewagen van een “catastrofe voor de mensheid”.

Baldwin Van Gorp, mediaprofessor en framingexpert aan de KU Leuven, vindt deze richtlijn te verantwoorden. “Als de krant beslist dat de oude termen niet langer aansluiten bij wat de wetenschap vertelt en woorden wil gebruiken die volgens hen juister zijn, dan zie ik het probleem niet”, zegt hij. “Journalisten worden ook nergens toe verplicht.”

Kruisvaartjournalistiek

Dat de hoofdredactie de richtlijn openbaar maakt, is voor Van Gorp een pluspunt. “Framen doe je altijd. Welke woordenschat en beelden je ook gebruikt, je moet altijd een keuze maken. Hier is The Guardian transparant, ze doet het niet stiekem, de lezer wordt correct geïnformeerd. De richtlijn verraadt ook een vorm van engagement dat bij de krant past. The Guardian is altijd al een beetje activistisch geweest. Historisch gezien past dat soort crusade journalism, waarbij media ten strijde trekken voor of tegen een bepaalde kwestie, eerder bij de tabloids, maar dit bewijst dat het ook verzoenbaar is met kwaliteitsjournalistiek.”

Het is altijd goed om verschillende standpunten aan bod te laten komen, vindt Van Gorp. “Maar hier heeft de krant beslist dat ze niet langer neutraal wil zijn. Of bangmakerij wel zo goed werkt om mensen te overtuigen, is nog maar de vraag. Maar als je ervan overtuigd bent dat klimaatverandering echt apocalyptische proporties kan aannemen, dan begrijp ik dat je dat voortaan ook zo wilt opschrijven. Niets mis mee, lijkt mij.”

UGent-filosoof Maarten Boudry, die in zijn nieuwe boek Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat een hoofdstuk aan klimaatverandering dan wel -crisis of -ineenstorting wijdt, is minder positief. “Ik heb toch even met de ogen gerold toen ik die richtlijn las”, zegt hij. “Mij doet dit een beetje denken aan de Newspeak waarover George Orwell het heeft in zijn roman 1984 – de vergelijking is niet zo vergezocht. Er is al langer een opbod gaande, en dat kan doorgaan: nu is het een crisis, wat is het volgende? Een existentiële crisis? Wie om strategische redenen overdrijft, tast de eigen geloofwaardigheid aan.”

Dat termen kunnen evolueren, vindt Boudry normaal. “Global warming is een preciezere term dan climate change, bijvoorbeeld. Maar die evolutie gebeurt best op een organische manier, niet met richtlijnen van bovenaf. Voor de trouwe lezers van The Guardian zal het trouwens geen verschil maken, die zijn toch al overtuigd van het probleem. Maar wie het klimaatprobleem wegwuift, zul je hiermee niet overtuigen. Het is infantiel om te denken dat je met andere woorden tegenstanders van mening doet veranderen.”

Scepticus of ontkenner

De richtlijn van The Guardian bevat nog een element dat Boudry stoort: “Er wordt gevraagd om niet langer te spreken over ‘sceptici’, maar over ‘ontkenners’. Maar over wie gaat het? Dat staat er nergens. Het lijkt erop dat iedereen die iets wil afdingen op het klimaatbeleid, een ontkenner zal worden genoemd. Terwijl er toch mensen zijn, onder wie de Deense statisticus Björn Lomborg, die sceptisch zijn over bepaalde maatregelen, maar die het probleem helemaal niet ontkennen. Dat doe ik zelf ook niet. Zo vind ik het goed dat The Guardian bij het weerbericht aangeeft hoeveel deeltjes CO2 er in de atmosfeer zitten. Er is een ernstig probleem, dus échte ontkenners hoeven van mij geen forum te krijgen, maar we moeten van mening kunnen blijven verschillen over mogelijke oplossingen en scenario’s.”

Bert Bultinck, oud-strijder bij De Morgen en De Standaard en momenteel hoofdredacteur van Knack, noemt het een wijze beslissing. “Zelf zou ik zo’n richtlijn niet uitvaardigen, ik ben niet zo dirigistisch. Knack is een blad waarin meningen kunnen botsen. Maar The Guardian is inderdaad altijd wat activistisch geweest. En hun lezers zijn zeker geen sceptici, laat staan ontkenners, dus voor hen is dit een logische stap. Het is daarnaast ook marketing die het merk versterkt. En The Guardian heeft geen betaalmuur. De krant ziet het duidelijk als een plicht om deze ideeën zo breed mogelijk te verspreiden. Ook in de Verenigde Staten, waar ze wat betreft bereik kan wedijveren met The New York Times.”

In Vlaanderen ziet Bultinck geen precedenten. “Behalve toen Wouter Verschelden in 2012 als hoofdredacteur van De Morgen besliste om het woord ‘allochtoon’ te bannen”, lacht hij. “Dat was ook marketing, een stunt. Die heeft toen ook gewerkt.”