16 miljoen slaven wereldwijd maken onze spullen

Officieel is slavernij in de hele wereld verboden, maar dat strookt niet met de realiteit. Ook vorig jaar leefden nog ongeveer 40,3 miljoen mensen in slavernij. Het merendeel van de slachtoffers bestaat uit vrouwen. Dat is de boodschap van een rapport van het Walk Free Initiative, een organisatie die de strijd tegen slavernij voert. Vooral de voorraadketens zouden problematisch zijn.

Bij de wereldwijde toeleveranciers zouden volgens Walk Free momenteel ongeveer 16 miljoen dwangarbeiders aan het werk zijn. In deze cijfers is bovendien geen rekening gehouden met het fenomeen van de kinderarbeid.

Formeel

“Mauretanië was bijna vier decennia geleden het laatste land dat slavernij illegaal maakte,” betoogt Annalisa Merelli, specialiste geopolitiek bij het magazine Quartz. “Maar die formele beslissingen zijn er niet in gelukt om aan slavernij daadwerkelijk een einde te maken.”

“Bovendien is het een vergissing om te veronderstellen dat slavernij alleen nog zou bestaan in ontwikkelingslanden of naties met een bedenkelijke status op het gebied van mensenrechten. In werkelijkheid kan men overal op het probleem stuiten. Recent nog bleek dat een aantal buitenlandse diplomaten in de Verenigde Staten gebruik maakten van huisslaven.”

De Verenigde Naties willen slavernij, mensenhandel, dwangarbeid en kinderarbeid tegen eind volgend decennium definitief hebben geëlimineerd. “Er lijkt voorlopig echter weinig vooruitgang geboekt,” zegt Merelli. “Tot nu toe hebben slechts eenendertig landen hebben het protocol van de Verenigde Naties over dwangarbeid geratificeerd.”

“Dat geldt ook voor de Verenigde Staten en een groot aantal Europese landen. Bovendien blijkt dat minder dan veertig landen een beleid hebben dat het bedrijfsleven verhindert om goederen te kopen waarvan de fabrikanten in verband met slavernij of dwangarbeid zijn gebracht.”

Opvoeding

Zelfs landen die in hun wetgeving expliciet maatregelen tegen slavernij hebben opgenomen, hebben het volgens Katharine Bryant, hoofd onderzoek van Walk Free, moeilijk om dat beleid af te dwingen. “Het internationale karakter van de goederenstromen maakt het bijzonder complex om te onderzoeken of er ergens in de voorraadketen sprake zou kunnen zijn geweest van slavernij,” aldus Bryant.

“Onder meer de textielindustrie heeft op het gebied van slavenarbeid een slechte naam. Maar dat geldt ook voor de technologiesector. Bovendien moet men ermee rekening houden dat er ook vaak sprake is van bedenkelijke praktijken die formeel niet als slavernij niet worden geregistreerd.”

Inspanningen die het probleem efficiënter willen aanpakken, moeten volgens Bryant bovendien verder gaan dan regelgeving. “Er moet ook aan opvoeding worden gedaan,” benadrukt ze. “Potentiële slachtoffers van slavernij weten vaak onvoldoende over mensenrechten om zich tegen uitbuiting te weren.”

“Veel mensen die het slachtoffer zijn van dwangarbeid, beseffen zelfs vaak niet in een situatie te leven die door de internationale gemeenschap als slavernij wordt bestempeld. Die problemen duiken vaak op bij migranten of gedwongen huwelijken. Om dat probleem aan te pakken zijn educatieve initiatieven noodzakelijk.”

Meer