Direct naar artikelinhoud
Vrijheidszoekers

Erman uit Turks-Koerdistan: ‘Een van mijn collega’s organiseert mee marsen tegen vreemdelingen. Onvoorstelbaar’

Erman* (30) is Koerd en woont bijna twee jaar in België, waar hij als postdoctoraal researcher aan de KU Leuven werkt.Beeld Wouter Van Vooren

Meer dan vier miljoen asielaanvragen werden de voorbije vijf jaar in de Europese Unie ingediend. Honderdduizenden migranten komen jaarlijks hierheen om veilig te zijn voor vervolging en geweld, maar evengoed om gewoon zichzelf te kunnen zijn. We spraken met enkele van deze vrijheidszoekers. Hoe vergaat het deze nieuwe Europeanen; voelen ze zich eindelijk vrij?

Opgegroeid in een gezin van gelovige, arme boeren in “wat het zuidoosten van Turkije genoemd wordt, maar eigenlijk Koerdistan is”, vormden gewelddadige conflicten tussen de Koerdische guerrillastrijders en de Turkse overheid Ermans dagelijkse realiteit.

“Hoewel mijn ouders zich zo neutraal mogelijk opstelden, zag ik als klein kind de politie ons huis tot tweemaal toe overhoop halen, op zoek naar iets dat ik niet begreep. Dus verzon ik voor mezelf verklaringen: Allah had het vast zo gewild, opdat er in een ander leven rechtvaardigheid zou zijn.

“Toen ik naar de lagere school moest, sprak de leerkracht slechts één zin die ik verstond: dat Koerdisch een taal voor terroristen is die verder niet gebruikt zou worden. Het duurde drie jaar vooraleer ik het Turks onder de knie had.

“Alle ongelijkheden begonnen daar: want als je ook maar een beetje wilt deelnemen aan het publieke leven, of gewoon als je ziek bent en verzorging nodig hebt, moét je Turks spreken.

“Ik heb me kapot gewerkt om als scholier tot de beste één percent van het land te behoren: alleen zo kon ik met een beurs naar de universiteit gaan. Ik studeerde voor ingenieur; een richting met veel wetenschappelijke vakken waarbij taal minder belangrijk is.”

Atheïst

De klasgenoten die hem voor terrorist bleven uitmaken, gaven Erman als tiener een duwtje in de rug naar politiek activisme.

“Ik begon me te verdiepen in onderwerpen zoals religie en geschiedenis. Na veel lezen begreep ik dat de Turken tijdens de Eerste Wereldoorlog de islam hadden ingezet als een middel om de Koerden aan hen te binden in hun strijd tegen het christendom. Sindsdien ben ik atheïst.

Op de universiteit in Ankara trof ik andere linksgezinden, HDP-sympathisanten (legale tegenhanger van de Koerdische Arbeiderspartij, JA) zoals ik. We namen samen deel aan demonstraties, bijvoorbeeld om het recht op onze taal op te eisen. Ik ben een paar keer aangehouden, maar meestal kwam ik er zonder al te veel kleerscheuren vanaf. Veel van mijn vrienden daarentegen belandden in de gevangenis. Zeven jaar kun je krijgen voor het bezoeken van zo’n straatprotest.”

Anarchist

Na het behalen van zijn masterdiploma solliciteerde Erman meteen voor een researchpositie binnen de sociale wetenschappen aan de KU Leuven. In Turkije blijven was geen optie, als hij geen leven als tweederangsburger of kanonnenvlees wilde.

“In Turkije geldt militaire dienstplicht. Om als Koerd in het Turkse leger tegen Koerdische verzetsstrijders te gaan vechten, zag ik uiteraard niet zitten. Maar ik wilde me ook niet bij de guerrilla’s in de bergen aansluiten, zoals veel van mijn bekenden wel deden.

“Ik heb het weliswaar overwogen, omdat ik zo woedend was. Maar ook onder die verzetsstrijders heerst hiërarchie, en daar wil ik als anarchist geen deel van uitmaken.”

Naarmate Ermans anarchistische overtuigingen groeiden, ging ook zijn eigen opleiding tot ingenieur hem steeds meer dwars zitten. Hij besloot over te stappen naar de sociale wetenschappen, “om zo min mogelijk bij te dragen aan het kapitalistische systeem”.

De beste optie van een beperkt aantal bedenkelijke mogelijkheden, zo omschrijft hij zijn academische leven.

“Ik berokken als sociaal wetenschapper tenminste geen schade aan de natuur of mens. Maar tegelijk voel ik me nog steeds onvoldoende vrij om te doen wat ik echt wil: mijn kennis en onderzoek delen met de mensen in de straat. Aan de universiteiten die ik in Turkije bezocht, heerste een veel sterkere sociale verantwoordelijkheid dan aan de KU Leuven. Hier draait alles rond het produceren van zoveel mogelijk papers.”

Teleurstelling

Al van jongs af aan hoorde Erman leerkrachten en bekende intellectuelen dwepen met Europa; het continent dat de definitie van democratie zou zijn. In de Europese Unie zouden alle straten zo proper zijn dat je er van de grond kunt eten, het rechtssysteem zo rechtvaardig dat corruptie en discriminatie onbestaande zijn. Zijn keuze voor een Europese universiteit was dus vanzelfsprekend:

Maar al bij zijn eerste bezoek aan de EU, tijdens een uitwisselingssemester naar Nederland in 2010, stoot Erman op een ander Europa dan hij verwacht had.

“Meteen op de luchthaven al ontving ik een vriendelijke waarschuwing. Beter niet in een gevecht terechtkomen, meende de douanier nadat hij me grondig opgenomen had. De rest van mijn verblijf verwachtte ik onbewust elk moment het land uitgezet te kunnen worden.

Ook in België voel ik me als buitenlander veelal niet welkom. Het laatste electorale succes van het Vlaams Belang doet me huiveren, maar nog veel erger vind ik dat zulke mensen ook aan mijn universiteit werken. Een van mijn collega’s, een succesvol academicus, organiseert bij de NSV (Nationalistische Studentenvereniging, JA) mee marsen tegen vreemdelingen. Onvoorstelbaar vind ik dat.”

Onzekere toekomst

Nu hij sinds kort in Brussel woont, voelt Erman zich iets meer op zijn gemak. “Ik mag dat waarschijnlijk niet zeggen, maar Leuven is me te Vlaams. In Brussel kan ik veel makkelijker vrienden maken.”

Toch wringt het soms: biodiversiteit in Vlaanderen onderzoeken terwijl zijn geboortedorp platgebombardeerd wordt. Daarom probeert Erman ook van hieruit op te komen voor de rechten van zijn volk. “Ook al voelen zulke pro-Koerdische demonstraties op duizenden kilometers afstand vaak nogal zinloos aan. De Koerden zijn het grootste volk zonder eigen staat, maar dat kan hier nog minder mensen schelen.”

Hoewel hij in België niet bevreesd hoeft te zijn na zo’n protest opgepakt te worden, voelt hij zich toch niet écht vrij om openlijk op te komen voor de Koerdische zaak. Erman is er namelijk zeker van dat de Turkse overheid hem ook hier in de gaten houdt. Daarom wil hij enkel onherkenbaar op de foto, en mag het gesprek zeker niet opgenomen worden. Voor persoonlijke correspondentie gebruikt hij uitsluitend goed versleutelde programma’s. Sociale media gebruikt hij onder een schuilnaam.

“Die voorzichtigheid is nodig omdat ik vrees na het verstrijken van mijn onderzoeksperiode terug naar Turkije te moeten. Dat wil ik natuurlijk niet, maar waar ik dan liever heen wil, weet ik eigenlijk ook niet. Ik voel me nergens echt thuis: niet in de Europese Unie, niet in Turkije, zelfs niet in Koerdistan.”

Erman* is een gefingeerde naam, echte naam bekend bij de redactie.