Direct naar artikelinhoud
Hitte

Wanneer hitte ons naar het hoofd stijgt

Hoe warmer het is, hoe slechter we slapen en hoe slechter onze mentale gezondheid is.Beeld ANP

Als het om hittestress gaat, beperken we ons meestal tot de fysieke gevolgen. Maar mentaal raken we ook behoorlijk van slag als het kwik hoog oploopt.

Een heet hangijzer. Heetgebakerd. Altijd zonneschijn schept een woestijn. Een verhit debat. De grond werd hem te heet onder de voeten. Een aangebrand type.

Als we onze spreekwoorden en gezegden mogen geloven, heeft hitte directe invloed op ons gedrag en ons welbevinden. Een negatief effect, wel te verstaan. Wetenschappelijke studies wijzen in dezelfde richting. Niet schrikken, maar extreme hitte – boven de 24 of 26 graden Celsius (dat verschilt per studie) – leidt tot minder productiviteit, meer agressie, verminderd welbevinden en verscherping van bestaande psychiatrische problemen.

Als het om hittestress gaat, beperken we ons meestal tot de fysieke gevolgen. Maar lichaam en geest zijn moeilijker te scheiden dan we doorgaans denken. Als het kwik oploopt, slapen we slechter. Raken we sneller vermoeid. Het lichaam heeft bovendien extra energie nodig om de lichaamstemperatuur op 37 graden Celsius te houden. Met als gevolg dat er minder brandstof beschikbaar is voor het brein: een orgaan dat weliswaar klein is, maar relatief veel glucose nodig heeft. Vooral als er informatie verwerkt moet worden.

Studenten

Er ligt behoorlijk wat bewijs dat we mentaal minder gaan presteren als het warmer wordt. Tijdens een hittegolf in Boston presteerden studenten die in de slaapvertrekken op de campus geen airco hadden en waar het kwik opliep tot 26,6 graden Celsius, 13 procent slechter op basale rekentesten dan de studenten die wél airco hadden en bivakkeerden in een omgeving van 21, 6 graden Celsius.

Deze studie, uitgevoerd door het Centrum voor Klimaat en Gezondheid van de universiteit van Harvard, bevestigt soortgelijke onderzoeken met schoolkinderen en kantoormedewerkers die op hele hete dagen zowel kwalitatief als kwantitatief minder gaan presteren. We realiseren het ons niet, maar als je in een aircoloze ruimte examen moet doen op een tropische dag, heb je dikke pech.

Er is zelfs onderzoek dat suggereert dat we lastige beslissingen ontlopen als het erg heet is. Twee Amerikaanse onderzoekers ontdekten dat de verkoop van krasloten voor ingewikkelde loterijen (waarbij uit 12 opties gekozen moet worden) met bijna 600 dollar daalt bij elke graad dat de temperatuur stijgt. Terwijl het kwik geen enkel effect had op de verkoop van hele simpele loten waarbij de koper niks te kiezen heeft.

Dat wil volgens de onderzoekers niet zeggen dat mensen in warme klimaatzones meer moeite hebben complexe beslissingen te nemen dan bewoners van koudere streken. Het gaat om het effect van ongebruikelijk hoge temperaturen, waar we niet aan gewend zijn.

Het weer en het klimaat zijn twee verschillende dingen en verhouden zich tot elkaar als een soldaat tot het leger, waarschuwt hoogleraar sociale psychologie en klimaatonderzoeker Evert van de Vliert van de Rijksuniversiteit Groningen. Neemt niet weg dat een aantal onderzoeken naar de effecten van het klimaat op ons gedrag, ons ook iets kan leren over het effect van hoge temperaturen. Zo blijkt dat mensen die opgroeien in een gematigd klimaat emotioneel stabieler zijn, schreven Chinese onderzoekers vorig jaar december in het blad Nature Human Behaviour. Ze legden persoonlijkheidstesten van bijna 6.000 Chinezen en 1,6 miljoen Amerikanen naast de klimaatgegevens van de steden waar ze woonden.

De uitkomst verbaast Van de Vliert niet. “Als het buiten niet heel warm of koud is, zit je beter in je vel. Een aantal zorgen ontvallen je.” Dat zie je zelfs bij bomen, zegt hij. “In een extreem klimaat moeten bomen alle zeilen bijzetten om te overleven. Als de omstandigheden minder extreem zijn kunnen ze beter tegen een stootje. Je moet natuurlijk wel corrigeren voor welvaart. Als je een zwembad en airco hebt, is de impact van de hitte stukken minder dramatisch.”

“Een hittegolf heeft natuurlijk geen structurele gevolgen op ons functioneren zoals het klimaat, maar dat extreme temperaturen tijdelijke effecten hebben op zaken als de verkeersveiligheid, onze productiviteit, creativiteit en welbevinden, staat buiten kijf”, zegt Van de Vliert. “Temperatuur is een heel belangrijke omgevingsfactor.”

Geweld

Dat besef begon pas halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw te dagen toen John Cotton van de universiteit van Purdue in de VS politiestatistieken en weergegevens naast elkaar legde. Zodra de thermometer de 30 graden Celsius bereikte, zag hij een hausse van geweld. Het ging om agressie en diefstal met geweld. Op geweldloze overtredingen had een hittegolf geen invloed.

Later kwamen daar allerlei laboratoriumexperimenten bij waarin proefpersonen in hele warme ruimtes agressiever zijn. Overigens is er na 30 graden (in sommige studies al na 26 graden) weer een omslagpunt. Dan is het ongemak van de hitte blijkbaar zo groot, dat het vooral een verlangen opwekt om de situatie te ontvluchten. Dat er meer criminaliteit is tijdens extreem warme dagen, wordt door niemand meer betwijfeld. Maar is het een het gevolg van het ander? Is het geen schijnverband? Immers, op warme dagen gaan we meer naar buiten – en dus is er een grotere kans slaags te raken. “Het oorzakelijk verband is overduidelijk”, zei onderzoeker Solomon Hsiang van de universiteit van Berkeley al in 2013. Hij baseert zijn uitspraak op een analyse van 61 bestaande studies van onder meer klimatologen, criminologen, psychologen en historici.

Niet alleen de politie heeft het drukker als het kwik buitensporig stijgt. In Canada zagen onderzoekers dat in perioden van extreme hitte meer mensen met mentale aandoeningen zich bij de eerste hulp melden. Hun problemen waren niet door de hitte ontstaan, maar wel verergerd. Mogelijk hebben mensen met stemmingsstoornissen en psychiatrische aandoeningen al zo veel stress dat de hittestress ze over het randje jaagt. Mogelijk spelen psychofarmaca een rol omdat deze medicijnen het lastiger maken om het lichaam op een constante temperatuur te houden. Maar daar is weinig onderzoek naar gedaan.

Some like it hot, zong Marilyn Monroe. Maar veel mensen ook niet. Er bestaat zelfs zoiets als de zomerblues. Vooral bij mensen die de warmte heel vermoeiend vinden, kachelt het welbevinden achteruit zodra de gemiddelde dag-nachttemperatuur boven de 21 graden komt (zoals de afgelopen weken in Nederland het geval is).  Onderzoekers van de Brandeis University in Massachusetts vroegen 1,9 miljoen Amerikanen tussen 2008 en 2013 hoe ze zich voelden en legden de uitkomsten naast de temperatuurgegevens. Komt het dag-nachtgemiddelde boven de 21 graden, dan voelen respondenten zich gemiddeld vaker bedroefd, gestrest en boos, terwijl de scores op positieve emoties als plezier en geluk naar beneden gaan. Let op het woord gemiddeld: er zijn natuurlijk nog steeds hordes mensen die deze zomer als een godsgeschenk ervaren.

Als klap op de vuurpijl blijkt het aantal zelfdodingen hoger in ongebruikelijk warme periodes. Het effect is bescheiden, maar het wordt wel regelmatig gevonden. In het laatste nummer van Nature Climate Change zijn de suïcideaantallen in de VS naast temperatuurdata gelegd. Op dagen dat het ongebruikelijk warm was in de jaren 1968-2004, nam het aantal suïcides in de VS met 0,68 procent toe. Een klein effect, maar omdat het fenomeen zich ook in andere landen voordoet, wel van betekenis.