Direct naar artikelinhoud
Brand Notre-Dame

Door een cruciale vergissing stortte de Notre-Dame op een haar na in

De ravage na de brand. Dat de Notre-Dame er nog staat, is enkel te danken aan de risico’s die de brandweerlui hebben genomen.Beeld AP

De veiligheidsagent die het controlebord met het brandalarm in het oog hield in de Notre-Dame was pas drie dagen aan de slag toen op 15 april het rode waarschuwingslichtje begon te flikkeren: ‘Feu’. Vuur.

Het was maandag, 18.18 uur in de week voor Pasen. Priester Jean-Pierre Caveau droeg een mis op voor honderden gelovigen en bezoekers, en de bewakingsagent alarmeerde een kerksuppoost die op een paar meter van het altaar stond. Controleer of het ergens brandt, kreeg die te horen. Dat deed hij, maar hij vond niets.

Het duurde bijna 30 minuten voor ze beseften dat ze een fout hadden gemaakt: de suppoost was naar het verkeerde gebouw gegaan. De brand woedde in de zolder van de kathedraal, het beroemde gebinte van eeuwenoude balken dat bekendstaat als ‘la forêt’, het bos. De wachter was naar de zolder van een klein aangrenzend gebouw gegaan, de sacristie.

De bewakingsagent belde zijn chef op, maar kon die niet bereiken. Toen zijn baas terugbelde, werd duidelijk dat ze een vergissing hadden begaan. Ze belden de suppoost: “Verlaat de sacristie en ren naar het hoofdgebouw.”

Toen de man eindelijk de 300 smalle treden naar de zolder beklom, was de brand al onbeheersbaar en stond de brandweer voor een schier onmogelijke taak toen die eindelijk op de hoogte werd gebracht, een half uur na het initiële alarm.

Die communicatiefouten, die aan het licht kwamen na gesprekken met woordvoerders van de kerk en leidinggevenden bij het brandbeveiligingsbedrijf Elytis, hebben geleid tot een stevig rondje vingerwijzen omtrent wie verantwoordelijk was voor het feit dat de brand zo lang ongehinderd kon woeden. Wie de schuldige is en hoe de brand ontstond, is nog niet bepaald. Het zal nog vele maanden duren voor de Franse autoriteiten een antwoord op die vragen gevonden hebben.

Gevecht tegen ondergang

Maar het onheil is geschied. Wat die nacht gebeurde, heeft Parijs veranderd. De kathedraal, een prachtig middeleeuws gebouw dat al 850 jaar lang het hart van zowel gelovigen als niet-gelovigen veroverde, was verwoest.

Vandaag wordt het plafondgewelf ontsierd door drie rafelige gaten. De stenen structuur is aangetast, het dak is weg. Een 150-tal bouwvakkers is volop bezig met het recupereren van de stenen en het stutten van het gebouw. Twee gigantische zeildoeken beschermen het tegen de elementen.

Sommige dingen die fout gingen in de bewuste nacht werden al belicht in Franse media zoals Le Monde en Le Canard enchaîné. The New York Times sprak met heel veel mensen en bestudeerde honderden documenten om te reconstrueren wat misging – en wat uitdraaide op het gevecht om de Notre-Dame van de ondergang te redden in de eerste vier cruciale uren nadat de brand was uitgebroken.

Wat snel duidelijk werd, was dat de kathedraal op een haar na ingestort was.

Het eerste uur werd overschaduwd door die initiële, cruciale vergissing waardoor de brand te laat gelokaliseerd werd en oponthoud optrad.

Gevecht tegen ondergang
Beeld EPA

Het tweede uur werd gekenmerkt door een gevoel van hulpeloosheid. Terwijl mensen aan de Notre-Dame toestroomden, verspreidde een golf van verbijstering en verdriet over een van de meest geliefde en herkenbare gebouwen op aarde, versterkt door de sociale media, zich in realtime over de wereld.

Dat de Notre-Dame er nog staat, is uitsluitend te danken aan de risico’s die de brandweerlui in het derde en vierde uur hebben genomen. Hopeloos laat renden ze de 300 treden naar de brandende zolder op, waar ze niet anders konden dan achteruitdeinzen. Uiteindelijk werd een kleine groep de vlammen in gestuurd, bij wijze van laatste, wanhopige poging om de kathedraal te redden.

“Het gevoel heerste dat iets van onschatbare waarde op het spel stond,” zegt Ariel Weil, burgemeester van het 4de arrondissement, waar de kathedraal zich bevindt, “en dat de Notre-Dame verloren dreigde te gaan.”

Kostbare tijd verloren

Parijs kreeg de voorbije jaren al zo veel te verduren. Er waren de terroristische aanslagen en de gewelddadige demonstraties van de gele hesjes. Maar voor veel Parijzenaars was het zicht van de brandende Notre-Dame onverdraaglijk. “Voor Parijzenaars is de Notre-Dame de Notre-Dame”, zegt Patrick Chauvet, de rector van de kathedraal, die met tranen in de ogen toekeek terwijl de brandweerlui de vlammen te lijf gingen. “Niemand had dit ooit voor mogelijk gehouden.”

Het beroemde gebinte van eeuwenoude balken dat bekendstaat als ‘le forêt’, het bos, viel ten prooi aan de vlammen.Beeld Photo News

Deskundigen deden er zes jaar over om het brandalarmsysteem van de Notre-Dame op punt te stellen. Het leidde tot duizenden pagina’s aan tekeningen, kaarten, tabellen en contracten, blijkt uit archiefstukken in een Parijse bibliotheek die The Times kon inkijken. Het resultaat was een systeem dat zo ingewikkeld was dat toen het het enige moest doen wat ertoe deed – ‘brand’ waarschuwen en zeggen waar – het een nagenoeg niet te ontcijferen boodschap produceerde.

Een ramp was daardoor vrijwel onvermijdelijk, zeggen branddeskundigen tegen The Times. “Het enige wat me verbaasde, was dat de catastrofe niet eerder gebeurde”, stelt Albert Simeoni, een in Frankrijk geboren en opgeleide expert die nu de opleiding brandveiligheid van het Worcester Polytechnic Institute in Massachusetts leidt.

Zo onderschatte het uitvoerige interventieplan de snelheid waarmee het vuur zich zou verspreiden in de zolder van de Notre-Dame. Om de architectuur te vrijwaren waren daar geen sproeiers of vuurwanden geplaatst. Bovenop de tekortkomingen van de plannen kwam de onervarenheid van de veiligheidsagent, die nog maar drie dagen aan het werk was in de Notre-Dame.

Toen eindelijk duidelijk werd wat er aan de hand was, laaiden de vlammen te hoog op om ze met een brandblusapparaat te bestrijden. De suppoost riep de brandveiligheidsagent op en meldde hem dat de brandweer moest komen. Het was 18.48 uur, 30 minuten nadat het lichtje met ‘Feu’ was gaan branden.

Een schouwspel voor de wereld

Het duurde een half uur om de brandweer te alarmeren, maar het duurde maar enkele minuten voor beelden van de rookontwikkeling de wereld rondgingen via de sociale media. “Ik denk dat de Notre-Dame aan het branden is”, postte iemand met een filmpje op Twitter om 18.52 uur. Binnen een paar minuten was de rook, die door de wind westwaarts gedreven werd, zo dik dat hij de torens verduisterde.

Chauvet, de rector, was een paar honderd meter verder een praatje aan het slaan met winkeliers, toen een van hen plots naar boven wees en uitriep: “Kijk, er komt rook uit de kathedraal!” Angst sloeg hem om het hart. “Ik zei tegen mezelf: ‘La forêt staat in brand’”, herinnert hij zich.

Hij nam zijn telefoon en alarmeerde zijn personeel. Ze zeiden dat de brandweer was opgeroepen maar nog niet gearriveerd was. “Ik was niet in staat iets te doen”, zegt Chauvet. “Ik kon niets uitbrengen. Ik keek toe terwijl de kathedraal brandde.”

Weil, de burgemeester van het 4de arrondissement, kwam net uit een lange vergadering in het nabijgelegen stadhuis toen hij de rook zag en naar de Notre-Dame rende. Hij belde de burgemeester van Parijs, Anne Hidalgo, op, die zich meteen naar daar haastte. Toen ze op het plein aankwamen, stroomden de tranen van Chauvets wangen. As en brandende vlokken dwarrelden door de lucht.

“Er heerste een apocalyptische sfeer”, zegt Weil. De samengetroepte massa op het plein was verbijsterd en stond aan de grond genageld. “Ik weende omdat ik hulpeloos was”, zegt Chauvet. “Je kunt alleen maar wachten op de brandweer.”

De kijk van een brandbestrijder

Toen brandweervrouw Myriam Chudzinski op de plek van het onheil arriveerde, een paar minuten voor 19 uur, was de Notre-Dame omringd door honderden ontzette toeschouwers. Er kwamen al vlammen door het dak. Chudzinski (27) wilde al sinds ze een klein meisje was bij de brandweer gaan. Nu staarde ze sprakeloos naar een vuurzee die ze nog nooit gezien had.

Haar team was als eerste ter plaatse en snelde meteen naar de zolder. De brandweerlui sloten hun slangen aan op de blusleidingen, lege verticale buizen waarmee ze water naar de vlammen konden pompen. Met 25 kilo materiaal en een luchtslang op haar rug besteeg Chudzinski de donkere trap van het transept aan de noordelijke zijde van de kathedraal.

Boven gekomen namen Chudzinski en haar team plaats op de kroonlijst bij de zolder. Zij nam het voortouw om de vlammen die vijf meter van hen vandaan raasden te lijf te gaan.

De collega die achter haar de waterslang vasthield, zag hoe de vlammen door een hevige wind naar de noordelijke toren van de kathedraal gestuwd werden. De brand begon hen te omsingelen, ze liepen het gevaar midden in het inferno terecht te komen. Ze trokken zich terug in de richting van de zolder.

Daar was er geen wind. Maar de lucht was er zo heet, amper inhaleerbaar, en voor het eerst die avond gebruikte ze haar beademingsapparatuur. Ze had verschrikkelijk veel dorst.

In de zolder vorderden de vlammen als een onstuitbare muur. Ze hadden al ontelbare balken in hun greep en knabbelden aan de vloer. Stukken hout braken af en begonnen een voor een van de balken naar beneden te vallen.

Rond 19.50 uur, na bijna een uur brandbestrijding, was er een oorverdovende knal. Het klonk, zegt ze, als “een reuzenbulldozer die tientallen stenen in een container laat vallen”. De 750 ton zware spits van de kathedraal, een bouwwerk van zwaar eikenhout en lood, was ingestort.

De leidinggevenden die toezicht hielden op de operatie riepen hun manschappen terug. Ongeveer vijftig brandweerlui, onder wie Chudzinski, kregen het bevel naar beneden te komen. Ze bestreden het vuur van op de grond en haalden water uit de Seine.

Maar het mocht niet baten.

Eerder hadden Chudzinski en haar collega’s iets belangrijks opgemerkt: de vlammen bedreigden de noordelijke toren. Die vaststelling zou het verloop van de reddingsoperatie wijzigen.

In die toren hingen acht gigantische klokken vervaarlijk aan houten balken te bungelen die op het punt stonden in brand te vliegen. Als de balken zouden begeven, vreesden de brandweerlui, dan zouden de vallende klokken als sloopkogels de toren molesteren. En als de noordelijke toren zou instorten, dachten ze, dan zou ook de zuidelijke toren eraan gaan – en daardoor de hele kathedraal.

Dubbeltje op zijn kant

Rond 20.30 uur arriveerde president Macron om de schade in te schatten, samen met eerste minister Edouard Philippe en andere topfunctionarissen. Een groep van een 20-tal functionarissen, onder wie Hidalgo, Weil en Chauvet, zat aan de andere kant van het plein samen in het hoofdkwartier van de politie voor een briefing door generaal Jean-Claude Gallet (54), het hoofd van de Parijse brandweer, gekleed in een brandweeruniform en druipend van het water. Gallet had ooit in Afghanistan gediend en was een specialist inzake crisismanagement. Hij kwam de vergaderruimte binnen en bezorgde het slechte nieuws.

De samengetroepte toeschouwers op het plein waren verbijsterd. Er heerste een apocalyptische sfeer.Beeld AFP

De zolder kon niet gered worden, hij had beslist die strijd op te geven. Hij zou zijn brandbestrijders de opdracht geven al hun energie in de redding van de torens te steken, met bijzondere aandacht voor de noordelijke toren, die al in brand stond.

“Hij kwam binnen en vertelde ons: ‘Over 20 minuten weet ik of we de strijd verloren hebben’”, herinnert Weil zich. “De sfeer was uiterst gespannen. Maar we wisten wat hij bedoelde: hij dacht dat de Notre-Dame kon instorten.”

“Op dat moment,” zegt Weil, “werd duidelijk dat sommige brandweerlui de kathedraal zouden binnentrekken zonder te weten of ze ooit nog zouden buitenkomen.”

Chauvet weende. De eerste minister zat nerveus met zijn duimen te draaien. Macron zei niets maar leek zijn stilzwijgende goedkeuring te geven aan Gallets beslissing.

Buiten op het plein was een tijdelijke commandopost opgezet, waar Gallets adjunct-generaal Jean-Marie Gontier de brandweerlui in de frontlinie aanstuurde. Het was op die plek dat sergeant Rémi Lemaire (39) een idee had. Wat als ze nu eens via de trap naar de zuidelijke toren zouden gaan, waar hij eerder tijdens de operatie was geweest. Op die manier zouden ze twee extra waterslangen naar boven kunnen brengen die rechtstreeks op de brandweerwagen aangesloten waren. Dat zou het team meer waterdruk bieden dan de lekkende blusleidingen konden opbrengen.

Vandaaruit zouden de brandweerlui de fel brandende noordelijke toren kunnen bereiken. Het was een strategie die een hoog risico inhield, maar Gontier stemde in.

Geen weg terug

Lemaire had de gevaren van de noordelijke toren eerder op de avond aan den lijve ondervonden. Maar ondertussen was de situatie alleen maar verergerd. “We aarzelden om ernaartoe te gaan omdat we niet zeker waren dat we wel een ontsnappingsroute zouden hebben”, zegt Lemaire.

Een groep brandweerlui uit een naburige gemeente weigerde naar binnen te gaan, een ander team wilde het een kans geven. Ze forceerden een poortje en Lemaire leidde de brandweerlui de zuidelijke toren op tot bij de klokken.

Hij en zijn team lieten slangen naar beneden zakken om te verbinden met de brandweerwagen op de grond. Daarna staken ze over naar de andere toren, waar delen van de muur en de vloer in brand stonden, en stoven ze opnieuw de trap op. Een van de brandweerlui viel ei zo na door de brandende treden.

De reusachtige klokken boven hun hoofd konden op elk moment vallen. Ze moesten snel handelen. De brandweerlui klommen hoger, de structuur werd alsmaar fragieler, maar ze bleven doorgaan.

De volgende vijftien minuten bleken beslissend. Om 21.45 uur waren de vlammen bedwongen. Gontier repte zich naar het balkon van de Notre-Dame om de situatie te inspecteren. “De kathedraal is gered”, verklaarde hij op de terugweg.

Gallet vertelde de functionarissen dat hij er vertrouwen in had dat ze de brand in de toren onder controle zouden krijgen. Rond 23.30 uur richtte Macron zich voor de kathedraal tot de natie. “We hebben het ergste kunnen voorkomen, maar het gevecht is nog niet voorbij”, zei hij.

Daarna deed hij een plechtige belofte: “We zullen deze kathedraal samen heropbouwen.”

Met de vinger wijzen

In de voorbije drie maanden hebben onderzoekers zowat honderd gesprekken gevoerd en het puin doorzocht op zoek naar aanwijzingen voor wat de brand heeft veroorzaakt. Ze hebben de mogelijkheid onderzocht dat een kortsluiting is ontstaan in de elektrisch aangestuurde klokken in de spits of in de liften die aangebracht werden in de stelling om bouwvakkers te helpen bij de restauratie. Ze houden ook rekening met sigarettenpeuken die op de stelling zijn teruggevonden, wellicht achtergelaten door bouwvakkers.

“We sluiten geen enkel scenario uit. We weten wel dat er geen kwaad opzet was”, zegt een politieofficier die anoniem wil blijven omdat het onderzoek nog bezig is.

De slechte communicatie die ertoe leidde dat de brand zo lang ongehinderd zijn gang kon gaan, is het voorwerp van een bitse discussie over wie nu verantwoordelijk is. Volgens mensen binnen de kerk maakte de werknemer van Elytis, het brandbeveiligingsbedrijf, nooit melding van het dakgebinte van de kathedraal. “Verscheidenen hadden een walkietalkie en allen hoorden ze ‘zolder schip sacristie’”, zegt André Finot, een woordvoerder van de Notre-Dame. “Dat is alles.”

Arnaud Demaret, de CEO van Elytis, zegt dat de werknemer nog altijd in shock is. Het bedrijf kreeg volgens hem twee telefonische doodsbedreigingen in de dagen na de brand. Maar hij benadrukt dat de man de locatie van de brand correct heeft gemeld. “Er is maar één houten gebinte”, zegt Demaret in een interview. “Het bevindt zich op de zolder. Als de kerksuppoost meteen naar de zolder was gegaan toen mijn werknemer hem alarmeerde, dan had hij de rook gezien.”

© The New York Times

Cruciaal oponthoud van 30 minuten

De suppoost die controleert of er brand is, gaat naar het verkeerde gebouw, waardoor de brandweer laattijdig gealarmeerd wordt en de brandweerlui voor een haast onmogelijke opdracht staan.

18.18 uur

Een veiligheidsagent die het controlebord in het oog houdt, krijgt een lang, verwarrend brandalarm te zien: “Zolder-schip-sacristie ZDA-110-3-15-1 aanzuiging gebinte”. Misschien interpreteert hij de locatie die het alarm specificeert verkeerd.

18.20 tot 18.22 uur

De veiligheidsagent brengt een kerksuppoost in de kathedraal op de hoogte om op controle te gaan. Maar de suppoost gaat naar de zolder van een klein gebouw naast de kerk, de sacristie.

18.23 tot 18.28 uur

De suppoost laat weten dat hij niets gevonden heeft. De veiligheidsagent probeert vergeefs het alarm af te zetten. In plaats van de brandweer op de hoogte te brengen, belt hij zijn baas, maar hij kan hem niet bereiken.

18.32 tot 18.43 uur

De baas belt terug en stelt vast dat er een fout is gemaakt. Hij zegt de veiligheidsagent naar de zolder van de kathedraal te rennen.

18.43 tot 18.48 uur

Als de veiligheidsagent boven komt, is de brand niet meer te controleren.