Direct naar artikelinhoud
column

Elke morgen bond de dikke zuster mijn linkerhand vast aan de leuning van mijn stoel

Elke morgen bond de dikke zuster mijn linkerhand vast aan de leuning van mijn stoel
Beeld Tim Coppens

Dominique Persoone, de Indiana Jones der chocolatiers, runt The Chocolate Line in Brugge en Antwerpen en een cacaoplantage in Mexico.

Mijn eerste ervaring met schrijven ligt al ver achter me. Eerlijk gezegd heb ik er niet zulke toffe herinneringen aan, het was eigenlijk meer een trauma. Mijn ouders stuurden me, samen met mijn zus die een jaar ouder is dan ik, naar het eerste leerjaar van het Sint-Andreasinstituut in Brugge. Een pure meisjesschool en het was het eerste jaar dat ze ook jongens toelieten. 

Ik dus, en nog één andere jongen. De nonnen zagen ons als kleine duiveltjes, als extraatje was ik ook nog eens linkshandig: in de ogen van sommige ‘ma soeurs’ was ik dus een dubbel duiveltje. Ze wilden koste wat het kost dat ik met mijn rechterhand leerde schrijven en elke morgen bond de dikke zuster mijn linkerhand vast aan de leuning van mijn stoel.

Ik weet zeker dat er tijdens mijn schoolcarrière niemand had gedacht dat ik ooit nog columns zou schrijven voor die ‘kwaliteitskrant’

Een paar jaar later ontdekten ze in het PMS-centrum dat ik dyslexie had. Waarschijnlijk een gevolg van het verplicht schrijven met mijn rechterhand... Ik was steeds de laatste voor dictee en spelling. Ook in het middelbaar kwam er van correct schrijven niet veel in huis, ik ­herinner me nog een leraar Nederlands in het atheneum in Veurne die me elke week in de gang liet staan tijdens de les Nederlands, hij had een hekel aan mij. Ik aan hem, en aan alles wat met schrijven te maken had.

Ik weet zeker dat er tijdens mijn schoolcarrière niemand had gedacht dat ik ooit nog columns zou schrijven voor die ‘kwaliteitskrant’. Ik heb het met veel plezier en trots gedaan, zeker na al die jaren van vernedering op school. Ik vertel jullie dit in mijn laatste column, omdat er waarschijnlijk ouders zijn die nu hetzelfde gevoel hebben als mijn pa en ma destijds: mijn kind kan niet schrijven zonder fouten, daar komt niets van terecht. Maar om het met de woorden van Einstein te zeggen: “Imagination is more important than knowledge”. En geloof me, verbeelding heb ik genoeg.

Tijdens de twee jaar dat ik schreef voor jullie krant heb ik een paar keer een lief berichtje gekregen van Marian, the big boss: “Sorry Dominique, je column is een beetje te rock-’n-roll. We kunnen hem eigenlijk niet publiceren.” Waarschijnlijk had ze gelijk. Maar ik heb ook veel toffe reacties gekregen, soms op de meest onverwachte plaatsen. Een Hollander op TML, een lesbisch koppel in de doe-het-zelfzaak: bedankt, het deed echt deugd. Ik vind het ook goed dat er een einde aan is gekomen. Ik heb het supergraag gedaan, maar ook afscheid nemen is goed. Als ik sommige politiekers of voorzitters van verenigingen bezig zie, heb ik er medelijden mee, ze willen koste wat het kost op hun postje blijven zitten, ze houden vernieuwing tegen, ze zijn bang voor ­verandering. En mijn leven stopt niet hè, ik heb nog machtige projecten die eraan komen, ik heb nog zo veel dromen.

Jullie moeten me één ding beloven, lieve lezers: droom! Blijf ­dromen! Want als je geen dromen meer hebt, is het gedaan. Het ga ­jullie goed. Big kiss, Dominique.