Direct naar artikelinhoud
ColumnJoachim Pohlmann

Ik ga het opnemen voor een journalist. Het is eens iets anders

Joachim PohlmannBeeld Bob Van Mol

Joachim Pohlmann is woordvoerder van Bart De Wever (N-VA) en schrijver van Een unie van het eigen. Zijn wisselcolumn met Tarik Fraihi verschijnt op vrijdag.

Ik ga eens iets out of character doen. Iets dat vloekt met mijn zorgvuldig opgebouwde imago van cynische zak die niets dan minachting voelt voor het journaille. Een houding die ik mij heb aangemeten, deels uit pose, deels uit een zelfbeschermingsreflex tegen een beroepsgroep die in cynisme en intellectuele flexibiliteit in niets moet onderdoen voor de mijne.

Ik ga het opnemen voor een journalist. Het is eens iets anders. En ik ga het in het bijzonder opnemen voor VTM-verslaggever Patrick Van Gompel. Deze liet zich na een reportage over een politieke meeting fotograferen met de Britse rechts-radicale houwdegen Tommy Robinson en zijn aspirant-evenbeeld aan de andere oever van het kanaal Dries Van Langenhove.

Of dat nu verstandig is – of wijs, zoals een ontslagnemend vicepremier zou zeggen; laat ik in het midden. Persoonlijk ga ik met zo min mogelijk mensen op de foto, veelal uit esthetische overweging – er is al genoeg visuele vervuiling. Maar wij leven in tijden waar beeld baas is. Als het niet werd vastgelegd door de lens en vervolgens aan zoveel mogelijk gegadigden voorgelegd, bestaat het niet.

Twitter bericht wordt geladen...

Bagger

De hierboven vermelde foto heeft bestaan; dat heeft Van Gompel geweten. Want in plaats van de gehoopte likes, shares en tweets leverde het hem bagger in aardverschuivende hoeveelheden op. Nu wist Van Gompel dat zijn foto ophef ging veroorzaken, hij anticipeerde erop in de tekst die zijn kiekje begeleidde. Hij was zich bewust van het explosieve potentieel.

Het debat op sociale media wat oppoken, was met andere woorden deel van de strategie. Zo vergroot je het bereik van je account, je moet deze jongen de truken van de foor niet leren. En wellicht had Van Gompel zich rekenschap moeten geven van de omstandigheid van de walgelijke en dieptreurige aanslag op onschuldige burgers – gelovige moslims – in Christchurch.

Hij heeft dat niet gedaan. En dat is een fout. Fouten zoals we er allemaal maken. Ik maak die. U maakt die. Patrick Van Gompel maakt die dus ook. Wij zijn mensen en wij zullen falen. Maar dat hij met die gevoeligheid te weinig rekening hield, was het fluitsignaal waarmee de pavloviaanse reactie van de bloedhonden op internet werd uitgelokt. De sluizen van verontwaardiging mochten open.

En verontwaardigd waren we. Getroffen in ons wezen, verbolgen; zelfs diep beledigd. Nee, gekwetst. Onherstelbare emotionele schade werd aangericht. Hoe durft u! Wie doet nu zoiets? Dat kan toch enkel het werk zijn van een gevoelloze narcist. Wat zeg ik, gewetenloos. Zo legitimeer je dergelijke verachtelijke figuren. En ben je zelf een monster. Een onmens. Haal hem van het scherm!

Elke dag bezondigen mensen zich in kleinere of grotere mate aan een Van Gompeltje. Een goed bedoelde of alleszins toch niet intentioneel malicieuze tweet die bij hele hordes trollen de wellust tot verontwaardiging opwekt

Enfin, het escaleerde nogal snel. Het “Helen Lovejoy Syndroom” verspreidde zich als een loopneus in een kindercrèche. U kent Helen Lovejoy ongetwijfeld wel, de vrouw van de dominee uit The Simpsons die in de hoogdagen van de show half-hysterisch ‘Won’t somebody please think of the children!’ exclameerde telkens als zich een sociale calamiteit voordeed.

Helen Lovejoy dacht nooit aan de kinderen. Ze dacht aan zichzelf. Haar referentie aan het lot van een ongespecificeerde groep van kinderen was niets meer dan de zelfbevestiging van haar eigenbeeld als moreel verheven persoon. Zij dacht tenminste wel aan de kinderen en de rest niet. Wat haar beter maakte dan de overige personages die de straten van Springfield bevolkten. In haar hoofd toch.

Verontwaardigingsjunks

En dat is een heel aangenaam gevoel, u beter achten dan uw medemens. Het geeft een air van superioriteit. Een biochemicus zou nu ongetwijfeld stellen dat er in de hersenen endorfine vrijkomt dat een bevredigend effect heeft. En wij smachten naar die bevrediging. Wij zijn verslaafd geraakt aan verontwaardiging. Of toch alleszins aan sensatie van deugdzaamheid die het teweegbrengt.

Patrick Van Gompel is maar een exemplarisch staaltje. Elke dag bezondigen mensen zich in kleinere of grotere mate aan een Van Gompeltje. Een goed bedoelde of alleszins toch niet intentioneel malicieuze tweet die bij hele hordes trollen de wellust tot verontwaardiging opwekt. Waarna we met de zegening van vermeende verhevenheid genadeloos het zich van geen kwaad bewuste slachtoffer tot moes proberen te hakken. En trots dat we dan zijn. Kijk eens wat een offer wij wel niet brengen voor het goed van de wereld!

Het is tijd voor een interventie. Wij hebben een probleem. Wij zijn verslaafd. En die verslaving verziekt onze sociale relaties. We kunnen geen enkel debat meer voeren zonder iemand te verontwaardigen. Het wordt tijd om in de spiegel te kijken en het toe te geven: wij zijn verontwaardigingsjunks geworden, radeloos op zoek naar onze volgende fix.