Direct naar artikelinhoud
“Vrijwel iedereen is in staat tot moord op zijn kind”: de 5 omstandigheden waarin ouders kiezen voor infanticide
Kindermoord

“Vrijwel iedereen is in staat tot moord op zijn kind”: de 5 omstandigheden waarin ouders kiezen voor infanticide

Beeld Kwennie Cheng

Neurochirurg Mehrnaz D. werd donderdag schuldig bevonden aan moord op haar zieke dochter Eline (14). In België jagen elk jaar tien moeders of vaders hun kroost de dood in. Internationale studies onderscheiden vijf situaties waarin zoiets kan gebeuren.

1. Vanuit depressie of andere stoornis

“Ik sloeg in paniek. Wat als ik dood ben en Eline niet? Ik kon haar niet achterlaten. Toen hield ik een plastic zak op haar mond. Ze heeft geen kik meer gegeven.” Voor het Leuvense hof van assisen vertelde neurochirurge Mehrnaz D. dat het wel degelijk de bedoeling was dat zij en haar dochter op die bewuste nacht in juli 2017 samen uit het leven zouden stappen. Eline (14), bij wie in 2009 schildklierkanker was vastgesteld, leefde volgens haar moeder met een constante angst om te hervallen. Mehrnaz D. diende het meisje een overdosis kalmeerpillen toe, om haar daarna te verstikken.

Sinds de late jaren zestig hebben sociaal wetenschappers wereldwijd kindermoorden bestudeerd. Vooral de laatste twee decennia nam het onderzoek een vlucht, zeker in het Westen. Volgens die experts is de pathologische kinderdoding, die voortkomt uit een ernstige psychische stoornis, een van de meest voorkomende types. Vaak gaat de kindermoord hier hand in hand met een dader die zichzelf van het leven wil benemen, en dan vooral depressieve, suïcidale moeders.

In sommige gevallen is er sprake van een mercy killing of een genademoord, duidt forensisch psychologe en criminologe Marieke Liem (universiteit van Leiden), die al meerdere publicaties wijdde aan het onderwerp. “Je ziet het bijvoorbeeld bij kinderen die ongeneeslijk ziek zijn. De dader meent dat het kind enorm afziet en wil het tegen dat leed, en tegen een slechtere toekomst, beschermen. We spreken dan van een pseudo-altruïstische moord: vanuit het standpunt van de dader is het kind zo beter af, al kan het daar zelf natuurlijk helemaal anders over denken.”

‘Soms doet de dader zijn best om juist géén signalen te geven, en bereidt alles nauwgezet voor. Een kindermoord kan daardoor heel onvoorspelbaar zijn’
Hubert Van Puyenbroeck, klinisch psycholoog

Nog zo’n pseudo-altruïstische daad is de extended suicide, de verlengde zelfdoding. Professor Liem: “Hier staat de zelfdoding van de dader, vaak van de moeder, voorop. Ze vindt dat haar kind niet kan achterblijven en dus neemt ze het mee de dood in, uit liefde. Van haat tegenover het slachtoffer is geen sprake. Wel zien we dat het kind in deze situaties vaak geen eigen identiteit toegeschreven krijgt. De daders zien hun kroost als een deel van zichzelf. Sommige moeders praten over hun kinderen als een soort ledematen: ‘Het is mijn arm, mijn been, het kan simpelweg niet zonder mij.’ Voor deze daders is de dood niet zozeer een eindpunt, maar eerder een transitie. ‘Dit leven heeft ons niks meer te bieden, we moeten samen die andere deur door. Om daar ongestoord samen te zijn.’ Om daar die symbiose verder te zetten.”

“Ze mag bij mij blijven, voor de rest van haar leven”, zo sprak Mehrnaz D. op de avond van de feiten. Dochter Eline zou die nacht normaal gezien bij haar vader doorbrengen, maar haar moeder annuleerde die afspraak. Vader Steven Pans had op dat moment niet door dat ze de plannen al had gemaakt. “Hadden we dit kunnen zien aankomen? Nabestaanden voelen zich daar vaak schuldig over”, stelt klinisch psycholoog Hubert Van Puyenbroeck (VUB). Hij schreef drie jaar geleden een onderzoeksrapport over gezinsdrama’s in Vlaanderen, op verzoek van bevoegd minister Jo Vandeurzen (CD&V).

Lees ook:

Lees ook:
Beeld Photo News

Salomonsoordeel in Leuven: neurochirurge wordt schuldig bevonden, maar moet de cel niet in.

“Maar we zien ook situaties waarin de dader zijn uiterste best doet om juist geen signalen te geven, en alles nauwgezet voorbereidt. Een kindermoord kan daardoor jammer genoeg heel onvoorspelbaar zijn. Zo was er ooit een vader die een weekendje uit plande met zijn kind, zonder dat zijn ex hiervan op de hoogte was. Toen had hij de handen vrij om dat fatale scenario uit te voeren. Op een locatie waar ze ook niet meteen gevonden zouden worden. Soms zit er dus wel een heel georganiseerde doding achter.”

Kijk ook naar de zaak van Geneviève Lhermitte uit Nijvel, zowat de bekendste pleegster van ons land. Hoe zij in 2007 heel planmatig haar vijf kinderen één voor één met een smoesje naar boven riep, om hen daar elk in een andere kamer de keel over te snijden. “Je ziet dat wel vaker bij suïcidale moeders”, vertelt professor emeritus Paul Cosyns, die zich als gerechtspsychiater over een elftal kindermoorden boog. “Dat is gepland, het gebeurt niet in een opwelling. Als je die zaken reconstrueert, blijkt het zelden een donderslag bij heldere hemel. De meesten leggen toch eerst een hele weg af. De signalen die ze uitsturen zijn niet begrepen of niet beantwoord, waardoor hun omgeving vaak uit de lucht valt. Dat creëert soms het beeld dat het in een vlaag van waanzin gebeurde. Maar de meeste daders hebben er zo goed over nagedacht dat je je als buitenstaander afvraagt: waarom heb je dan geen andere oplossing bedacht? Maar dat is natuurlijk eigen aan die tunnelvisie bij wie suïcidaal is. Dan kun je niet meer gezond redeneren.”

Depressieve moeders die hun kind een overdosis toedienen, vergiftigen, verstikken of verdrinken: het komt wel vaker voor onder pleegsters. Internationale studies geven aan dat vrouwen doorgaans voor de ‘zachtere methodes’ kiezen – op dat vlak was Lhermitte een uitzondering met het slagersmes. Is de vader een dader, dan zal die eerder naar vuur- of steekwapens of fysiek geweld grijpen. Dat verklaart meteen waarom de zelfdoding bij vaders vaker lukt dan bij moeders: voor die laatsten blijft het vaak bij een mislukte poging.

‘Zolang we maar genoeg in een bepaalde hoek geduwd worden, is ieder van ons in staat tot moord, zelfs op je eigen kind’
Marieke Liem, forensisch psycholoog

Maar wat na die mislukte poging? Professor Cosyns: “Veel van die moeders belanden in een psychiatrisch centrum. Omdat ze zwaar depressief zijn, iets wat we toch kunnen behandelen. Maar dan, als ze uit die depressie komen, zien ze plots de realiteit: ze hebben geen kind meer. Meer nog: ze hebben het zelf gedood. Dan is de vraag: hoe leef je verder, wetende dat je iets hebt gedaan wat je zo afkeurt, maar waar je niet op kunt terugkomen? Bij deze daders is het lijden nadien het grootst. Ik heb het meermaals meegemaakt dat moeders dan alsnog zelfmoord plegen. Soms lang na hun misdaad. Terwijl ze op dat moment niet zo depressief zijn als op het ogenblik van de feiten.”

2. Onder invloed van psychose

Hier hoor je de meest bizarre verhalen. Het zijn wanen en hallucinaties die een ouder ertoe brengen het kind te doden. Neem nu een moeder die denkt dat haar kind bezeten is door de duivel, die uitgeroeid dient te worden. Of een ouder met de waan: ‘Dit is mijn kind niet, ze hebben het verwisseld met een ander.’ Anderen menen zeker te weten dat de apocalyps eraan komt en de wereld zal vergaan. “In die context is het volgens de dader beter om er nu meteen uit te stappen, zowel voor zichzelf als voor het kind”, vertelt forensisch psychologe Marieke Liem. “Ook hier kan sprake zijn van een altruïstisch motief, vanuit de idee: mijn kind is beter af zo. Al is dat helemaal niet gestoeld op de realiteit, wel op de waan van de dader.”

2. Onder invloed van psychose
Beeld Kwennie Cheng

Het doet denken aan het Belgische koppel dat onlangs werd opgepakt in Spanje, nadat hun twee kinderen vermoord waren teruggevonden. Getuigen gaven aan dat de ouders, beiden verslingerd aan marihuana en hallucinogene paddenstoelen, al langer paranoïde gedachten hadden. Zo waren ze er beiden van overtuigd dat de wereld wordt gedomineerd door een sekte van pedofielen. Uit angst dat “hun kinderen ontvoerd zouden worden” bracht de moeder hen om het leven. “Want stel je voor dat ze in de handen van die pedofielen zouden vallen”, duidt professor Liem.

Hebben wij, buitenstaanders, meer begrip voor daders die vanuit een waan handelen? Liem: “We kunnen voor elk type dader meer begrip krijgen zodra we meer over de zaak afweten. Het is makkelijk om te zeggen: ‘Dit doen alleen gekken of monsters, mij overkomt het niet.’ Zo plaats je het buiten jezelf. Maar als je ziet dat kinderdoding gebeurt onder hevige stress, onder een sterke psychische stoornis of een verslaving aan drugs of alcohol, dan komt die redenering al meer onder druk te staan. Zolang we maar genoeg in een hoek geduwd worden, is vrijwel iedereen in staat tot moord, zelfs op je eigen kind.”

Deze week, met het proces rond de chirurge, komt kinderdoding gevaarlijk dichtbij. “Het blijft een fenomeen dat zich, net als andere vormen van moord en doodslag, vooral in de onderste lagen van de samenleving afspeelt”, vertelt Liem. “Maar niet alléén daar. Ook hoogopgeleiden kunnen ertoe overgaan. Zij hebben meer financiële middelen, en meer cognitieve vaardigheden om met moeilijke situaties om te gaan, toch zijn ze er niet immuun voor.”

3. Wraak jegens de ex-partner

Je eigen kind doden, puur uit wraak tegenover je ex-partner, staat ook wel bekend als het Medea-complex. Vernoemd naar de Griekse mythe over de tovenares Medea en Jason, die twee zonen hadden. Toen Jason haar verliet voor een andere vrouw nam Medea wraak door beide kinderen te doden. Nu, eeuwen later, zijn het doorgaans vaders die zich schuldig maken aan dit type doding. Niet verwonderlijk, vinden experts, want mannen trekken na een scheiding vaak aan het kortste eind. Onderzoek toegespitst op vader-daders legt bloot dat het vaak om iets oudere slachtoffers gaat dan wanneer de moeder de moord beraamt. Bovendien, zo toont de literatuur, maken vooral vaders zich schuldig aan familicide, waarbij de moord eerst gericht is op de ex-partner, en de kinderen daarna volgen.

“Mijn kind werd als wapen tegen mij gebruikt”, zo zeggen nabestaanden die hun echtscheiding met de dood van hun kind moesten bekopen. Of nog: “De dader wist dat mijn kind mijn zwakke plek was.” Marieke Liem: “Wat hier opvalt, is dat de dader zijn kind niet meer ziet als een individu, maar als een speelbal in die strijd tussen twee ex-partners. Het gaat erover dat je die ander de kinderen extreem misgunt. ‘Als ik ze niet kan hebben, dan jij zeker niet.’”

Ook hier spelen psychische stoornissen duidelijk een rol, meent psycholoog Hubert Van Puyenbroeck. “Het is niet zo dat een scheiding per definitie een gevaar inhoudt. Maar gaat het om een scheiding van een partner met een psychische problematiek, dan wordt het al risicovoller. Het draait ook niet noodzakelijk om een vechtscheiding. Soms is de aankondiging op zich – ‘ik ga bij je weg’ – al een trigger. Dat kan een reactie uitlokken waarbij de afgewezene blind wordt van woede.”

‘Een vader die zijn kind had vermoord had er genoegen in om zijn ex in duigen te zien vallen. Hij genoot van haar droefheid’
Paul Cosyns, gerechtspsychiater

Gerechtspsychiater Paul Cosyns zag in zijn carrière wel meer vader-daders: “Ze waren er allen op gebrand om hun ex te kwetsen met datgene wat haar het meest dierbaar was. Ik herinner me een vader die na de feiten de politie nog mee heeft ‘helpen’ zoeken naar dat kind, dat hij zelf gedood had. Tijdens die zoektocht had hij er genoegen in om zijn ex-partner in duigen te zien vallen. Hij genoot van haar droefheid, want daar ging het uiteindelijk over.”

Gaan suïcidale moeders na de feiten vaak gebukt onder een geweldig schuldgevoel, dan zul je deze daders daar niet zo snel op betrappen, weet Paul Cosyns. “Gaat het over wraak nemen, dan zijn daders vooral gefixeerd op de persoon tegen wie ze zich keren. Niet zozeer op het kind dat ze om het leven hebben gebracht. Wat ze gedaan hebben, was in hun ogen het middel om hun doel te bereiken. Die manier van redeneren vereist zo weinig aanleg tot emotionaliteit. Ik geloof zeker niet dat elke gescheiden vader daartoe in staat zou zijn.”

Geen enkele ouder bedenkt dit, meent professor Liem: dat je ooit zelf je kind zult ombrengen, dat je daartoe in staat zou zijn. “Kinderdoding is zo’n extreme vorm van geweld. Zo tegennatuurlijk ook. Het druist in tegen al onze biologische principes: datgene te doden wat je eigen genen draagt.”

En akkoord, je kunt dan wel strubbelingen hebben met je ex, af en toe je kind achter het behang willen plakken, maar wie gaat dan zover om zijn eigen vlees en bloed te doden? “Dat blijft toch nog altijd een beetje een zwarte doos”, stelt Van Puyenbroeck. “Ook omdat we het ons niet kunnen voorstellen. Het onvoorstelbare wordt plots reëel. En we hebben natuurlijk wel die hypotheses over stress, perspectiefloosheid en psychische problemen, maar denk nu niet dat het altijd over schizofrenie of andere zware persoonlijkheidsstoornissen gaat. We zien evengoed daders die erg perfectionistisch zijn: hun relatie mislukt, ze verliezen hun job. Die smet op de perfectie kunnen ze niet aan, en ze gaan door het lint.”

‘Kinderdoding is zo’n extreme vorm van geweld. Zo tegennatuurlijk ook. Het druist in tegen al onze biologische principes: datgene te doden wat je eigen genen draagt’
Marieke Liem, forensisch psycholoog

Kan het iedereen overkomen? “Zeg nooit nooit”, doet Van Puyenbroeck ons schrikken. “Ik zie het mij alleszins niet doen. Het zit niet in mijn lijf of geest om mijn eigen kinderen iets aan te doen. Maar dat zeggen de meesten natuurlijk.”

4. Kindermishandeling met fatale afloop

Bijna twee decennia geleden schrok de dood van Rowena Rikkers heel Nederland op. De kleuter van vier zat in de maanden voor haar overlijden regelmatig opgesloten in een hondenkooi. Uiteindelijk bezweek ze aan de voortdurende mishandeling door haar moeder en stiefvader. Volgens de moeder sloeg die laatste het meisje herhaaldelijk met een volle vuist in de buik, alsof het om een volwassene ging.

Kindermishandeling met een fatale afloop is een heel ander verhaal dan gezinsdrama’s, duidt Van Puyenbroeck. “Strikt genomen is het geen ‘kindermoord’, maar wel fatale mishandeling. Denk hier ook aan het shakenbabysyndroom, waarbij de ouder niet de intentie heeft om het kind te doden, terwijl schudden wel levensgevaarlijk is.” Met andere woorden: het kind sterft onbedoeld. Marieke Liem: “De ouder wil het kind straffen, maar haalt te fel uit. Ze willen slaan, maar slaan te hard. Soms gebeurt het uit een soort radeloosheid: een kind wil niet eten en zit onophoudelijk te krijsen. De vader is aan het eind van zijn Latijn, propt een koekje in de mond van de peuter, duwt het te hard in de keel, en het kind overlijdt.”

4. Kindermishandeling met fatale afloop
Beeld Kwennie Cheng

Dikwijls is hier ook sprake van het battered-child-syndroom, zo toont de literatuur. Een vorm van kindermishandeling waarbij het slachtoffertje een massa symptomen vertoont, allemaal gelinkt aan fysiek geweld. Artsen zien dan behalve de acute blauwe plekken ook oudere letsels of breuken in verschillende stadia van heling. Dat wijst erop dat het niet om een ongeluk gaat, maar om herhaaldelijk, moedwillig geweld.

Een zaak die gerechtspsychiater Paul Cosyns altijd zal bijblijven, is die van een Leuvens koppel dat hun kind ‘per ongeluk’ de dood had ingejaagd na terugkerende folteringen. “Opmerkelijk was dat ze al een eerste kindje verloren waren door wiegendood. Toen ik hen daar elk apart in de gevangenis over sprak, viel het mij op dat hun versies van die feiten niet met elkaar strookten, en dat het ook niet klopte met het beeld van wiegendood. Navraag bij de betrokken zorginstellingen wees uit dat het om een ‘battered child’ ging. Die baby was dus eigenlijk hun eerste slachtoffer geweest. Het toppunt was: toen ik die vrouw in de gevangenis opzocht, was ze opnieuw zwanger. Daar zag ik het derde, nog ongeboren slachtoffer. Dat heb ik dan ook in mijn verslag gemeld: dat ze de nodige maatregelen moesten nemen om die baby vanaf het eerste uur te beschermen.”

‘Dieren doden hun eigen nageslacht niet. We kunnen dus niet stellen dat er bij daders iets beestachtigs naar boven komt’
Hubert Van Puyenbroeck, klinisch psycholoog

Of Cosyns al veel spijt zag bij daders als deze? “Eerlijk gezegd, vaak is het schuldgevoel hier ver te zoeken.”

5. De pasgeborene die er niet kan zijn

Vorig jaar in februari bracht een jonge moeder uit Limburg haar pasgeboren baby om het leven. De feiten kwamen pas later aan het licht, toen de grootvader het lijkje aantrof in een doos. De vrouw was erin geslaagd haar maandenlange zwangerschap voor haar omgeving te verbergen.

Eind 2005 kwam in het Nederlandse Beverwijk een soortgelijke zaak aan het licht, toen de politie er in een tuin vier begraven lijkjes ontdekte. De vrouw had haar baby’s alleen ter wereld gebracht en meteen daarna gedood.

Neonaticide, zo heet dat in het jargon: het doden van een kind binnen de 24 uur na de geboorte. De daders hier zijn haast uitsluitend moeders. Het motief erachter verschilt van cultuur tot cultuur en is socio-economisch bepaald. Forensisch psychologe Marieke Liem: “In de minder geïndustrialiseerde landen gebeurt het vaker vanuit de idee: ‘Ik kan dit kind geen goed leven geven, geen eten, geen comfort.’ In de westerse wereld ligt dat anders, hier is de voornaamste reden zwangerschapsontkenning. De vrouw zit dan met een ongewenste zwangerschap die ze koste wat het kost verborgen wil houden. Door de baby te doden kan ze haar zwangerschap blijven ontkennen, en kan ze nadien weer verder met haar leven alsof er niks gebeurd is. Of zo redeneren deze daders toch.

“In sommige gevallen gaat het om vrouwen die zich oprecht niet van hun zwangerschap bewust waren. Vrouwen met een psychose, of met een extreem lage intelligentie. Zij zijn zo out of touch met hun eigen lichaam dat ze niet bevatten wat er gebeurt.”

Paul Cosyns herinnert zich een zaak van een jong blind meisje. “Ze zat nog op internaat en maakte daar ongemerkt haar hele zwangerschap door. Niemand die ook maar iets in de gaten had, ook de leerkrachten niet. Tot ze daar op de grond een baby vonden die door het raam was gegooid – het venster stond nog open. Bleek dat het meisje die dag onwel de les had verlaten, en alleen op het toilet bevallen was. Nadat ze de baby had weggegooid, was ze de hele dag in bed gekropen.”

Nog los van de moord op borelingen, lopen jonge kinderen sowieso het grootste risico, zo stellen onderzoekers vast. Is de dader de moeder, dan vallen er over het algemeen jongere slachtoffertjes. Paul Cosyns: “Een ouder kind heeft al een eigen wil, karakter en manier van bestaan. Dat maakt het voor een moeder lastiger om het te doden. Maar hoe dichter bij de geboorte, hoe ‘makkelijker’ moeders tot die daad kunnen overgaan. Ze zien hun kind dan nog als ‘deel van hun vlees’, de scheiding is er nog niet.”

Klinkt beestachtig? Het straffe is dat we ons daar niet eens achter kunnen verschuilen, meent klinisch psycholoog Hubert Van Puyenbroeck. “Kinderdoding is iets typisch menselijk. Dieren doden hun eigen nageslacht niet. We kunnen dus niet stellen dat er bij daders iets beestachtigs naar boven komt. Bovendien gaat het hier juist om datgene wat je zelf hebt gemaakt – en bij moeders: ook zelf hebt gebaard – het meest intieme wat je je kunt voorstellen. Hoe kun je dan als mens tot zo’n bewustzijnsvernauwing komen dat je je kind vermoordt of mee de dood in neemt? En hoe kunnen we hier preventief op ingrijpen? Ergens blijft dat een open vraag, ook voor de wetenschap.”