25 procent van de kiezers van Groen zou niet meer gaan stemmen als de opkomstplicht niet zou bestaan, zo blijkt uit een peiling van De Standaard en de VRT. Dat is een laag percentage vergeleken met wat andere partijen zouden verliezen bij het afschaffen van de opkomstplicht. Liefst 45 procent van de SP.A-kiezers bijvoorbeeld zegt thuis te blijven als komen stemmen niet langer verplicht zou zijn.

Als de rechtstreekse tegenstanders veel kunnen verliezen en jijzelf niet, dan lijkt de keuze voor Groen snel gemaakt: afschaffen die opkomstplicht.

Toch is Groen in zijn verkiezingsprogramma voor deze verkiezingen duidelijk gewonnen voor de opkomstplicht.

‘Net als andere partijen worstelen we met de vraag over de opkomstplicht en het klopt dat we in het verleden eerder tegen de opkomstplicht waren. Maar we hebben dat standpunt geëvalueerd binnen de partij en zijn tot de conclusie gekomen dat de opkomstplicht behouden moet blijven,’ zegt Groen-kopstuk Kristof Calvo.

‘We weten dat er bij veel mensen een desinteresse is tegenover de politiek. Alleen vinden we dat we ons daar niet bij moeten neerleggen. We mogen de desinteresse niet voeden door stemmen niet langer te verplichten. Verkiezingen zijn het hoogtepunt van een democratie, iedereen moet daaraan deelnemen. Het moet dan ook de ambitie zijn van alle politici om mensen warm te maken om deel te nemen aan de stembusgang.’

Calvo pleit ook voor een striktere naleving van de opkomstplicht. Nu gaat grofweg tien procent van de stemgerechtigden niet stemmen en die mensen worden daar nauwelijks op aangesproken. Laat staan dat ze een boete krijgen.

Groen wil trouwens meer dan een opkomstplicht vanaf 18 jaar, de partij pleit ook voor stemrecht (geen verplichting dus) vanaf 16 jaar.