Direct naar artikelinhoud
Corneel van Oosterweel? Creatieve armoede heet dat
ColumnHugo Camps

Corneel van Oosterweel? Creatieve armoede heet dat

Dissidentie mag ook. Onder die vlag vaart Hugo Camps op donderdag.

Laatst kwam mijn Roemeense hulp binnen op hoge hakken. Voor het eerst zag ik haar ook met geverfde lippen. Veel feestjes heeft ze niet, dus ik dacht dat ze naar een uitvaartplechtigheid moest. Ooit had ik gehoord dat ‘orthodox Pasen’ een week later valt dan bij de roomsen, maar dat was het niet. Carmen zei dat ze zich wat opgeleukt had voor zichzelf. Poetsen in de glorie van la femme fatale, zoiets. Het ging haar om het gevoel, niet om emancipatie of aanverwante rimram. Gewoon het verlangen om ook mooi te zijn op het werk.

Opgeleukt: je verwacht het niet uit de mond van een Roemeense vrouw met taalachterstand. Waar ze het vandaan haalde, wist ze ook niet, maar het werd vaker gebruikt onder migrantenvrouwen, zei ze, “omdat het zo’n deftig woord is dat in het Roemeens niet bestaat”. Alles wordt tegenwoordig opgeleukt, vooral in de politiek. Opleuken in de Wetstraat is flagrant liegen. Begrotingscijfers worden opgeleukt in een valse setting. De aankoop van gevechtsvliegtuigen en fregatten wordt opgeleukt met oorlogsromantiek. Het klimaat wordt de nodige cosmetica toegezegd. Het leidt tot trommeldebatten, van een idyllisch zonnetje tot gitzwarte ozonlaag.

Rampen moeten ook opgeleukt worden. Media gaan meteen op zoek naar een humanitaire vonk, naar het grootse gebaar van heldhaftigheid en zelfverloochening – de ramp wordt bijzaak. Van doffe ellende naar de mensheid als ridder. Noblesse op een massagraf.

Opleuken veronderstelt een grote mate van lichtheid, speelsheid soms. En dan krijg je een ramp in de ramp: humor. Spécialité de la maison van Ben Weyts (N-VA). Iedere zondag mag deze Vlaamse excellentie op de VRT de hoogmis vervangen. Altijd zit hij in Het journaal met wissewasjes over het verkeer. Het gaat nooit verder dan sprokkelhout voor mindfulness. Windowdressing.

Deze week stelde de minister van Mobiliteit mascotte ‘Corneel van Oosterweel’ voor. Een vogelfiguurtje, uiteraard genderneutraal, moet de informatie van de Vlaamse regering over de Oosterweel-werken doen opvallen en bevattelijk maken. Zie je Corneel langs de weg, dan weet je dat daar de werken zijn begonnen. Bij de presentatie droeg Weyts een witte en een gele laars. Geel is de kleur van veiligheidshelmen, maar ook van hesjes. Als de gele hesjes de bouwwerven van Oosterweel zouden betreden, kunnen zomaar betonmolens door de lucht vliegen. Het zal Ben Weyts een zorg zijn, zolang Corneel maar gezien wordt. Geef volwassen burgers dan liever een set kleurpotloden – zij tekenen zelf hun alarmmannetje of -vrouwtje wel. Het scheelt in ridiculisering.

Waarom een vogel met de naam Corneel? Voor zover de naam nog gebruikt wordt, is hij intellectueel eigendom van Humo, niet van een regering. Voorts is het een naam die niet meer voorkomt in geboorteregisters. Genderneutraliteit is er ook bij gesleurd als populistische arabesk. Corneel is een lachwekkende aberratie van overheidscommunicatie. Creatieve armoede heet dat.

Het is ook een foute inschatting van het psychologische effect op verkeershinder. Mensen die uren in de file staan, zitten niet te wachten op een grapje. En ook niet op een verbasterde mascotte in de vorm van een genetisch gemanipuleerde vogel met een hoofd in bloemblaadjes. Laat dat tekenen door een kleuterklas, dan krijg je er ook nog een haai bij.

Wij worden van overheidswege steeds vaker toegesproken als randdebielen die moeten verkleuterd worden. Nu ook om modderige kraters met bijbehorende verkeersellende op te leuken tot aanvaardbare ellende. Alsof ellende ooit aanvaardbaar zou kunnen zijn in de beleving van fileneuroten. Zo’n aangeklede softenonvogel kan niet één glimlach toveren op het gelaat van passerende weggebruikers. Belachelijker kan een verwachting niet zijn.

Bij grootse wegenwerken is verkeershinder onvermijdelijk. Dat hoef je burgers niet uit te leggen. Althans niet zolang er sprake is van een alerte informatiecampagne en de werken progressief verlopen, naar een scenario op menselijke en sociaal wenselijke maat voor het verkeer. Dat hoeft voor niemand opgeleukt te worden, en als zo’n ministertje het toch niet kan laten, zet dan een pop met lange haren langs de weg, maar zeker geen vogel. De symbolische betekenis van dit ongedierte bij verkeersmiserie is nihil. Sommige passanten ergeren zich meer aan deze gestripte creatuur dan aan een graafmachine.

Ben Weyts staat vaak te glunderen op verkeerde plaatsen. Op een podium van een klassieker bijvoorbeeld, om mee het applaus voor de renner in ontvangst te nemen. Maar zoals hij deze week op de foto ging met een witte en een gele laars naast een gevleugelde mummie, werd hij helemáál een ministeriële karikatuur hors catégorie.

 Ik dacht even aan de gele hesjes.