Direct naar artikelinhoud
De klas

‘De klas’ met Thomas Vanderveken: ‘Mijn vader is te laat gestorven’

‘De klas’ met Thomas Vanderveken: ‘Mijn vader is te laat gestorven’

Kom op tegen Kanker bestaat dertig jaar, en Eén viert mee met specials van Zelfde deur, 20 jaar later met Martin Heylen op maandag 22 april, Last Days op dinsdag 23 april met Lieve Blancquaert, en Buurman, wat doet u nu? op woensdag 24 april, waarin Cath Luyten Thuis-actrice Lut Hannes volgt. Thomas Vanderveken ten slotte geeft op donderdag les over kanker in De klas.

“Ik was bang dat 16- en 17-jarigen vooral bezig zouden zijn met het leven en niet met ziekte en dood, maar het is een heel intense les geworden. Ik begon voor de zekerheid met heel algemene vragen: wat is kanker precies? Hoe kun je het voorkomen? Vervolgens kwamen we uit bij de vraag wie er rookte – er waren er niet veel die dat durfden toe te geven, want ze weten dat hun ouders zullen kijken. Maar iedereen kende wel iemand in haar of zijn buurt die kanker had of ervan was genezen. Ik was echt verbaasd hoe open iedereen was. Ze hebben met vochtige ogen naar elkaar geluisterd, en er is heel veel geknuffeld. Ze gingen met emoties om zoals je zou willen dat alle volwassenen met emoties omgaan.”

Ben jij daarin teleurgesteld toen jouw vader, de acteur Ugo Prinsen, aan kanker is overleden?

“Ik heb veel steun gekregen, maar ik heb ook veel situaties meegemaakt waarin mensen terugdeinsden om zijn ziekte ter sprake te brengen. De Vlaming zegt nogal snel: ‘We zullen hem er maar niet mee lastigvallen.’ Ik heb het gevoel dat dat een excuus is om zelf niet door de zure appel te moeten bijten. Vragen of iemand erover wil praten, is nooit verkeerd. Dat sommige mensen die vraag vermijden, maakt dat velen alleen blijven met hun lijden.”

Waren er tieners die voorstanders van euthanasie zijn?

“Dat wisselde, net zoals in de maatschappij. Zelf heb ik van dichtbij meegemaakt hoe morfine wordt gebruikt als laatste zetje bij een overlijden. Een soort verborgen euthanasie, een vorm van genade, maar ook een gemiste kans. In de 20ste eeuw liet de geneeskunde ons langer leven, de 21ste eeuw moet de eeuw zijn waarin we op het juiste moment leren sterven.

“Mijn vader en mijn grootouders zijn te laat gestorven – mijn grootouders maar een paar dagen, maar mijn vader een maand of twee. Mijn oma kreeg darmkanker en werd geopereerd. Daarna is het fout gegaan: ze was weken buiten bewustzijn en moest beademd worden. Ze is uiteindelijk in haar braaksel gestikt. Ze hebben haar gereanimeerd, maar een week later bleek dat ze hersendood was. Mijn vader had een pacemaker, maar niemand had eraan gedacht om die uit te schakelen. Daardoor is zijn doodsstrijd onnodig lang gerekt, terwijl zijn lichaam het wilde opgeven. Te laat sterven kost de staat veel geld, maar dat is minder erg dan de onmenselijkheid die therapeutische hardnekkigheid kan hebben.”

©Humo