Elke partij zal u zeggen dat haar programma goed is voor iedereen, met fiscale cadeautjes en hogere uitkeringen. De doorrekening van de verkiezingsprogramma's door het Planbureau maakt duidelijk wie er echt profiteert.
De hoogste inkomens? Die worden het best bediend door Open VLD, Vlaams Belang en de N-VA. Bij Groen moeten ze niet aankloppen. Integendeel, zij gaan erop achteruit. Samen met CD&V mikt Groen op de allerlaagste inkomens, door het leefloon te verhogen. De SP.A is het gulst, en heeft vooral voor werkenden en zelfstandigen een koopkrachtverhoging in petto.
Alea iacta est. Het Federaal Planbureau heeft voor het eerst de verkiezingsprogramma's van de partijen doorgerekend, nadat De Standaard, De Tijd en VRT dat in 2014 samen met de KU Leuven gedaan hadden. Van een leien dakje liep dat niet. Niet alle partijen lieten hun belangrijke maatregelen doorrekenen. Het Planbureau kon ook niet alle voorstellen natrekken. Om de effecten van een vermogensbelasting of miljonairstaks te kunnen inschatten, weet het Planbureau bijvoorbeeld onvoldoende wie welk vermogen heeft.
Toch laten de doorgerekende maatregelen wel degelijk zien welke accenten de partijen willen leggen, en op welke kiezers ze mikken. Dat blijkt vooral uit de fiscale plannen van de partijen die zijn vergeleken, zoals het verhogen van de belastingvrije som door SP.A, of het schrappen van hogere belastingschijven in de plannen van Open VLD of N-VA (lees hier meer over de ingediende programma’s). Voor het effect op het inkomen dienden – op PVDA na – alle partijen een pakket aan maatregelen dat het Planbureau doorgerekend heeft.
Gemiddeld maandelijks netto-inkomen per deciel
Het Planbureau berekende hoeveel elke inkomensgroep de komende legislatuur wint of verliest door alle berekenbare maatregelen die een partij voorlegde. De inkomensgroepen zijn verdeeld in zogenaamde decielen. Daarbij worden alle huishoudens gerangschikt in tien gelijke groepen, van arm naar rijk. In deciel één, uiterst links, zitten de tien procent gezinnen met het laagste inkomen. Het tiende deciel uiterst rechts bevat de tien procent gezinnen met het hoogste inkomen.
Bij het inkomen wordt niet alleen rekening gehouden met loon, maar ook met uitkeringen zoals pensioenen en kinderbijslag. Inkomen uit vermogen wordt niet meegerekend. Bij het rangschikken van de inkomens, wordt gecorrigeerd voor de gezinsgrootte. Bereken hier in welk deciel u zit.
Het bedrag dat u ziet, is de gemiddelde inkomensstijging per inkomensgroep. Dat houdt in dat niet iedereen in dat deciel evenveel wint. Sommige mensen kunnen er zelfs nog altijd op achteruitgaan omwille van hun specifieke professionele of gezinssituatie.
1. Reken uzelf nog niet te rijk
Elke partij heeft zijn best gedaan om een fiscaal cadeau te beloven aan de kiezer. Vlaams Belang, Open VLD en CD&V doen de koopkracht het meest stijgen, maar dat is vooral omdat hun programma's het grootste gat in de begroting slaan. Bij N-VA en Groen daalt de koopkracht licht, maar beide partijen laten de begroting wel minder ontsporen dan bij ongewijzigd beleid het geval zou zijn.
In die zin zegt de grootte van het fiscaal cadeau relatief weinig: het betekent dat de factuur ervoor nog gepresenteerd moet worden. Of dat de factuur niet doorgerekend kon worden. Interessanter is dus om te kijken aan wie de partijen vooral meer willen geven, en aan wie minder. Daarin laten ze immers hun ideologische keuzes zien.
2. Wie meer heeft, krijgt meer
Drie partijen kiezen er expliciet voor om de hoogste inkomens het meest te laten genieten van hun fiscale maatregelen. Zowel bij Vlaams Belang, Open VLD als N-VA stijgt het voordeel naarmate het inkomen hoger is.
Van de totale pot die Open VLD voorziet voor de lastenverlaging gaat meer dan de helft naar de dertig procent rijkste gezinnen. Bij N-VA gaat bijna de helft naar de twintig procent rijkste inkomens. De armste twintig procent hoeft van de Vlaams-nationalisten weinig te verwachten: de allerarmsten gaan er door de maatregelen van N-VA gemiddeld op achteruit. Bij N-VA zijn het vooral de werklozen die verliezen.
Ook in procenten gaan de hogere inkomens er bij Open VLD en N-VA er relatief meer op vooruit, al topt dat wel af voor de topverdieners. Open VLD kondigde na de doorrekening van het Planbureau trouwens aan dat het zijn plannen al meteen wil bijstellen, en een grotere inkomensverhoging wil voorzien voor de lagere inkomens.
3. SP.A mikt op de werknemers
Ook bij SP.A loopt het voordeel op naarmate het inkomen toeneemt – toch als u niet tot de twintig procent best verdienende gezinnen behoort. De SP.A mikt met haar maatregelen immers vooral op de werkenden, zelfstandigen en – in iets mindere mate – op de gepensioneerden.
Bij de allerarmsten zitten vooral mensen die niet werken: mensen die hun inkomen vooral halen uit een leefloon, een werkloosheidsuitkering of een ziekte-uitkering. Die groepen worden door de socialisten in hun programma veel minder bediend.
4. CD&V en Groen denken ook aan de leefloners
Opvallend is dat zowel CD&V en Groen geld veil heeft voor de allerarmsten. Zowel CD&V en Groen wil het leefloon optrekken, en doet zo relatief gezien het meest voor de armste tien procent.
Zowel Groen als SP.A gaan allebei geld halen bij de allerrijksten. De rijkste 10 procent boet bij Groen maandelijks 83 euro in, vooral omdat de groenen komaf willen maken met de salariswagens. Bij SP.A gaan de topverdieners gemiddeld vooruit, maar één op de drie binnen die groep gaat wel achteruit. Die berekening houdt nog geen rekening met de voorgestelde vermogensbelastingen van Groen en SP.A.
CD&V maakt overigens haar positie als centrumpartij waar: de christendemocraten laten geen enkele inkomensgroep in de kou. Geen enkele partij spreidt haar voorgestelde lastenverlaging zo evenwichtig uit over de inkomensgroepen. Alleen voor de gepensioneerden heeft CD&V relatief weinig in petto: zij gaan er gemiddeld 8 euro per maand op vooruit – bij alle andere partijen ligt dat hoger.
5. Wie kinderen heeft, krijgt meer
Alle partijen geven meer aan wie kinderen heeft. Hier speelt mee dat de meeste gepensioneerden geen kinderen meer ten laste hebben, en dat veel maatregelen op werkenden gericht zijn. Het verschil is het grootste bij CD&V en Groen, die aan gezinnen met kinderen meer dan drie keer zoveel voordeel geven.
Opvallend: alleenstaande mannen lijken meer te krijgen van partijen. Over de partijen heen zou een alleenstaande man met kinderen gemiddeld 105 euro extra krijgen. Bij vrouwen met kinderen is dat maar 88 euro. Ook zonder kinderen is er een verschil: mannen gaan gemiddeld 49 euro vooruit, vrouwen 46 euro.
Dat is geen bewust beleid: geen enkele partij treft specifieke maatregelen voor mannen of vrouwen. Het komt vooral door het feit dat mannen gemiddeld een hoger inkomen hebben. Een alleenstaande man met kinderen verdient gemiddeld 30 procent meer, en de meeste partijen zijn – in euro's – guller voor hogere inkomens.
Kijken we naar alle alleenstaande mannen (met en zonder kinderen) en vrouwen, dan krijgen vrouwen gemiddeld iets meer (59 euro versus 56 euro), omdat er in de Belgische bevolking ruim drie keer zoveel alleenstaande vrouwen met kinderen zijn dan mannen.
Kies in onderstaande grafiek uw gezinssituatie.
6. Stijgende prijzen bij Groen, dalende bij SP.A
Om de effecten van de maatregelen op de portefeuille na te gaan, is het belangrijk om niet alleen te kijken naar een eventuele verhoging van het inkomen, maar ook naar de prijzen. De maatregelen van Groen doen de prijzen met 0,79 procent stijgen, wat nadelig is voor de koopkracht. De laagste inkomens voelen dat iets harder. Groen wil onder meer een CO2-taks en rekeningrijden invoeren, en compenseert dat maar ten dele door het afschaffen van andere verkeersbelastingen.
De programma's van SP.A en Vlaams Belang drukken de prijzen, met respectievelijk 0,91 en 0,63 procent. Ook hier voelen de gezinnen met de laagste inkomens de prijsdaling sterker. De maatregelen van andere partijen hebben nauwelijks een impact op de prijzen.
Dit overzicht kwam mee tot stand met de wetenschappelijke hulp van Toon Vanheukelom (KU Leuven).