Waarom je het gras mag laten groeien en je tuin beter laat verwilderen

Het typische Vlaamse gazonnetje. Dat ziet er als volgt uit: gemillimeterd gras, buxushagen die strak gesnoeid zijn en hier en daar enkele zorgvuldig geplaatste bloemen. Maar er gaan steeds meer stemmen op om daar verandering in te brengen. Onder meer The New York Times maakt een pleidooi om je tuin te laten verwilderen. 

Volgens de gerenommeerde krant vraagt het onderhoud van dat afgemeten gazonnetje immers tonnen pesticiden en water. De meeste mensen gruwelen immers van onkruid, maar willen wel fris groen gras. Het gevolg: er wordt bekalkt, bemest, geverticuteerd en besproeid met herbiciden dat het een lieve lust is. Met alle gevolgen van dien voor het milieu. 

Ook de biodiversiteit heeft te lijden onder het kort gemaaide gazon. Kijk maar eens rond: je ziet amper nog vlinders, kevers, sprinkhanen, krekels of spinnenbedden. En als er minder insecten zijn, huizen ook minder kikkers, padden, vleermuizen of zangvogels in de buurt van je woonst. 

De Britse krant The Guardian neemt exact hetzelfde standpunt in en vraagt aan z'n lezers om de grasmaaier wat vaker aan de kant te laten staan. Of maai het gras om 10 centimeter hoogte. Zo krijgen onkruid en wilde bloemen de ruimte om te groeien. Wil je toch een makkelijk bewandelbaar weggetje naar het tuinhuis of een wasrek? Stippel dan een route uit en maai enkel daar het gras weg. 

In eigen land voert tuinarchitect Louis De Jaeger al langer een kruistocht tegen strakke gazons. “Die duizenden hectaren haarfijn onderhouden pelouse zijn groene woestijnen wat biodiversiteit betreft. Ze dragen ecologisch gezien amper bij in de strijd tegen de klimaatopwarming”, zei De Jaeger daarover eerder al in onze krant. “Minder maaien is de meest luie, simpele én goedkope manier om een positieve impact op het klimaat te realiseren.”

Maaien doe je volgens de tuinarchitect dan ook best niet meer dan één keer per maand, desnoods driewekelijks. “Van dat wekelijks maaien moeten we écht af. Langer gras wortelt dieper, waardoor het steviger wordt, minder snel afsterft en niet besproeid moet worden.”