Waarom het migratiepact voor N-VA geen breekpunt is om in een volgende regering te stappen

Weerhoudt het migratiepact N-VA ervan om in een volgende regering te stappen? Een breekpunt is het niet, zei voormalig staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) afgelopen weekend. Dat wil echter niet zeggen dat de Vlaams-nationalisten hun bezwaren tegen het pact laten vallen.

Stapt N-VA uit het VN-Migratiepact als ze deel uitmaakt van de volgende federale regering? Voormalig staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) kreeg de vraag gisteren in De zevende dag.  Neen, luidde het antwoord. Uit het pact stappen is immers niet vanzelfsprekend. Dat deed Vlaams Belang-lijsttrekker Dries Van Langenhove besluiten dat het ontslag uit de regering niet meer was dan toneel.

Op Twitter zet Francken vandaag de puntjes op de i. “Wij werken NIET mee aan dat vreselijke Marrakech-pact. NOOIT. Laat dat heel duidelijk zijn.” 

Maar hoe zit dat nu? Is een volgende federale regering dan niet verplicht om het migratiepact uit te voeren?  België heeft zich inderdaad geëngageerd om het migratiepact na te leven, zegt professor migratierecht Ellen Desmet (UGent). “Het zou dus niet zeer loyaal zijn mocht ons land die internationale afspraak niet nakomen.” 

Francken suggereerde dat ons land niet uit het pact hoeft te stappen. Volgens hem kan de volgende regering er ook voor kiezen om het pact gewoon niet uit te voeren, en bijvoorbeeld geen tweejaarlijkse evaluatie te maken. Zware sancties hangen ons land in dat geval niet meteen boven het hoofd, aangezien het pact zoals bekend juridisch niet-bindend is.

Klopt, zegt Desmet. “Als instrument kan je dat migratiepact vergelijken met de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen”, legt ze uit. “Daar staat bijvoorbeeld in dat we de armoede wereldwijd gaan uitroeien tegen 2030. Geen enkele partij zal zich daardoor laten weerhouden om tot een regering toe te treden. Dat zijn engagementen, maar als je die niet nakomt, volgen er geen straffen. Wat je wel riskeert is naming and shaming door de VN, en internationale reputatieschade. Meer dan een juridische is dit dus een politieke discussie.”