Scotland Yard heropent onderzoek naar moord op Thatchers mentor na verschijnen nieuw boek
Westminster trilde op 30 maart 1979 letterlijk op zijn grondvesten door de zware autobom van Ierse terroristen die het Britse kamerlid Airey Neave doodde, de mentor van Margaret Thatcher. Veertig jaar later gaat de politie door een net verschenen boek opnieuw achter de moordenaar aan. Een Ierse pubeigenaar in Mallorca zou meer weten.
“Ze hebben Airey. Ze hebben Airey.” Zelden was Thatcher zo ontdaan als toen haar ter ore kwam dat haar vertrouweling bij het parlement was opgeblazen. Het 63-jarige slachtoffer was de man die haar opkomst binnen het Conservatieve mannenbolwerk mogelijk had gemaakt. “Hij was een van de grote vechters voor vrijheid”, zo omschreef ze de Old Etonian die tijdens de Tweede Wereldoorlog als eerste officier had weten te ontsnappen uit Colditz, het beruchte krijgsgevangenenkamp. Nooit zou de oorlogsheld de kans krijgen om te zien hoe Thatcher begin mei 1979 over de drempel van 10 Downing Street stapte.
Noord-Ierland
Er is nooit iemand veroordeeld voor de aanslag, die twee dagen na de val van de Labour-regering plaatsvond. Neave zou in een kabinet-Thatcher de Noord-Ierse portefeuille krijgen. Volgens zijn biograaf Paul Routledge vreesde de Irish National Liberation Army (INLA), een afsplitsing van de IRA, de aanstelling van Neave.
In opdracht van minister van Binnenlandse Zaken Sajid Javid kijkt Scotland Yard nu opnieuw naar de zaak. Het pas verschenen boek The man who was Saturday van de historicus Patrick Bishop noemt Harry Flynn als het brein achter Neaves gewelddadige dood.
Dode heks
Vorige maand vroeg de fractiemanager van de DUP, de Noord-Ierse gedoogpartner van de regering-May, zich openlijk af hoe het kan dat INLA-kopstuk Flynn gewoon een Ierse kroeg kan runnen in het Spaanse vakantieoord Santa Ponsa. Flynn weigerde Engelse journalisten te woord te staan in zijn etablissement, waar onder meer een groene sjaal hangt waarop Thatcher als duivel staat afgebeeld, begeleid door de tekst ‘Ding Dong. The witch is dead’.
In het boek The man who was Saturday staat verder dat een andere betrokkene bij de aanslag, Patsy O’Hara, begin jaren tachtig is gestorven tijdens de hongerstakingen.
Het heropende Scotland Yard-onderzoek komt in een tijd waarin de wonden van The Troubles langzaam weer open gaan. Onlangs maakte het Britse Openbaar Ministerie bekend een oorlogsveteraan te gaan vervolgen op verdenking van moord op twee jongemannen tijdens het bloedbad van Bloody Sunday, 47 jaar geleden in Derry. Dat besluit heeft geleid tot demonstraties in Londen en Belfast. In hetzelfde Belfast is vorige week Lyra McKee begraven, de Noord-Ierse journaliste die was neergeschoten tijdens paasrellen in Derry. Naar de pleger van die moord wordt nog naarstig gezocht.