Direct naar artikelinhoud
Emoji

‘Hoe voel je je vandaag?’ Emoji-app helpt jongeren met psychische problemen

‘Hoe voel je je vandaag?’ Emoji-app helpt jongeren met psychische problemen
Beeld Orestes Laurent

De expressieve gele gezichtjes die onze digitale gesprekken kruiden zijn niet alleen ‘plezant’, ze helpen jongeren met psychische problemen. Nederlandse onderzoekers testen een emoji-app die dagelijks hun emotionele temperatuur meet. Mogelijk kan hij zelfdodingen voorkomen.

Emoji’s kunnen jongeren misschien redden. Dat suggereren de eerste ervaringen met G-Moji, een app die elke dag vraagt hoe het met je gaat. Het antwoord formuleer je in één enkele emoji uit een lijst van twaalf.

“Jongeren kunnen hun emoties niet altijd goed uiten. We willen dat met de app mogelijk maken en uit hun smartphone-gebruik afleiden hoe ze in hun vel zitten”, zegt onderzoeker Levi van Dam (Universiteit van Amsterdam).

Hij en zijn collega’s zien in een eerste kleine proef dat de app, die technisch ondersteund wordt door de Amerikaanse universiteiten MIT en Harvard University, mogelijk zelfdodingen kan voorkomen.

Psychische vingerafdruk

Drie maanden gebruikten 32 jongeren G-Moji. De helft was in therapie, de andere helft was psychisch oké. Naast een dagelijkse emoji registreert de app via de smartphone ook het slaap- en dagritme, de mate van bewegen en hoe vaak de jongeren bellen.

Zo ontstaat een soort digitale vingerafdruk van je psychisch welzijn. Onderzoek liet al zien dat de mate van bewegen, het slaapritme en de sociale activiteiten psychische problemen kunnen voorspellen.

“Dat lijkt te lukken”, zegt Van Dam. “We zagen duidelijk individuele patronen. In de testperiode deden twee meisjes een zelfmoordpoging. Bij hen ontdekten we steeds meer negatieve emoties, en in de laatste dagen waren er zelfs geen positieve gezichtjes meer.”

Buienradar

Ook traint de app jongeren om echt uit te zoeken wat ze vooral voelen, doordat ze dagelijks slechts één emoji kunnen doorsturen. 

“We hopen dat ze met de app ook meer behandeling op maat krijgen. Want het gesprek bij de therapeut is een momentopname”, zegt Van Dam. “De app geeft meer informatie. En als dan blijkt dat het echt slecht met iemand gaat, kan de therapeut een eerdere afspraak geven.”

Uiteindelijk moet het een soort buienradar worden die psychische crisismomenten voorspelt. Maar dat is erg complex.

Daarom zijn meer betrouwbare data nodig en roepen de onderzoekers in de ‘Maak Emoties Zichtbaar’-campagne jongeren tussen 16 en 24 jaar op om de app te gebruiken. “Ook wie geen psychische problemen heeft en Belgen zijn welkom op g-moji.nl.”, zegt Van Dam. “Met veel meer gegevens kunnen we preciezer zien wanneer de data ons zeggen dat er iets aan de hand is.”

Taboe

Zowel jongeren als jeugdpsychologen en -therapeuten zien er potentieel in.

“Het is inderdaad moeilijk om gevoelens te benoemen”, zegt Hanne Evenepoel (26). Zij is maatschappelijk werker en geeft voor Te Gek! psycho-educatie aan jongeren. 

En ze spreekt uit ervaring. 

“Ik ben op mijn elfde mijn moeder verloren en kom uit een gezin waar veel spanningen waren. Als kind duwde ik mijn emoties weg en probeerde ik flink te zijn. Zo raakte ik later in de problemen. Ik had hevige angsten, plotse huilbuien, sneed in mijn armen. Ik wist niet wat te doen met mijn emoties. Ik had het nooit geleerd. Ik belandde na een crisis bij de psycholoog. Ook  emoji’s hadden mij kunnen helpen. Ze maken ‘spreken over je emoties’ minder zwaar en nemen het taboe weg.”

Schommelingen

In therapie zijn zeker jongeren soms geremd.

“Tegenover een onbekende emoties uiten is erg lastig”, zegt jeugdpsycholoog Bernard Vansteenkiste. “Denk aan stoere jongens die met angsten zitten. Dan schrijf ik soms een vraag op, waar ze dan schriftelijk op antwoorden. Ook mailen we. Dat neemt al wat remmingen weg.”

Hanne Evenepoel geeft psycho-educatie aan jongeren: ‘Jongeren vinden het moeilijk om hun gevoelens te benoemen.’Beeld Jonas Lampens

Een emoji-app is voor hem een aanvulling daarop: wat je niet aan je psycholoog gezegd krijgt, vertrouw je toe aan je gsm in een ‘taal’ die je erg goed kent. 

“En emoji’s zijn een nog directere variant van mailen met de therapeut. Ze zijn ook sympathiek en grappig, wat de drempel om toch iets te laten weten over hoe je je nu echt voelt nog meer verlaagt”, zegt Vansteenkiste.

Ook professor psychiatrie Inez Germeys (UZ Leuven) is voor. “Wij werken al jaren met dagboekjes”, zegt ze. “Nu zijn dat digitale vragenlijstjes over emoties en over waar en met wie je bent die patiënten in de loop van de dag krijgen. Alleen zo krijg je zicht op emotionele schommelingen. We weten dat die bij mensen met psychische problemen veelvuldiger zijn.”

Germeys benadrukt eveneens dat de aanpak patiënten leert hun emoties op te volgen. “Dat geeft een gevoel van controle en is op zich al therapie.”

Zelfdodingsspecialisten Eva De Jaeghere (Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie) en Kirsten Pauwels, directeur van het Centrum ter Preventie van Zelfdoding, zijn enthousiast. VLESP werkt zelf aan een game over emoties voor jongeren, en met de zelfmoordlijn kun je chatten. “Emoji’s passen in die strategie om dicht bij hun wereld te blijven. Dat werkt”, zegt Pauwels.

Hindernissen

Wel zijn er nog hindernissen. Hoe ga je die data toepassen? Hoe zit het met de privacy van die gevoelige informatie? Kun je er echt crisissen mee voorspellen? Hoe zwaar weegt een huilende emotie voor die specifieke persoon?

“De gepersonaliseerde aanpak is echt de toekomst”, zegt Germeys. “Maar nog bijna niemand gebruikt het omdat er nog geen antwoorden zijn op die praktijkvragen. Daarom doen wij nu een onderzoek naar hoe je al die data visualiseert, interpreteert en behapbaar maakt voor therapeuten.”

Want daarover is iedereen het eens: dit werkt enkel in combinatie met therapie. Vansteenkiste: “Emoji’s alleen gaan jongeren niet helpen.”