Direct naar artikelinhoud
Moord Julie Van Espen

Ouders en vriend Julie Van Espen gaan zich burgerlijke partij stellen

Mensen leggen bloemen op de plek waar Julie Van Espen het leven liet.Beeld Photonews

In het onderzoek naar de moord op studente Julie Van Espen gaan de ouders en de vriend van de jonge vrouw zich eerstdaags burgerlijke partij stellen. Dat zegt hun advocaat John Maes in De Ochtend (Radio 1). Het lichaam van Julie Van Espen is intussen vrijgegeven, zo bericht ook VTM Nieuws.

Julie Van Espen werd maandag dood teruggevonden in het Albertkanaal. Dezelfde dag werd de 39-jarige Steve B. aangehouden, hij heeft bekentenissen afgelegd.

Door zich burgerlijke partij te stellen, krijgen de ouders en de vriend over enkele weken inzage in het dossier. “Dat is niet zo prettig om te lezen, maar aan de andere kant wil men weten wat er gebeurd is. Ze hebben recht op de waarheid”, zei advocaat John Maes in het radioprogramma.

Het lichaam van de jonge vrouw is intussen vrijgegeven. De nabestaanden kunnen zo proberen om de uitvaart te plannen.

Maatschappelijke discussie

De zaak geeft aanleiding tot een maatschappelijke discussie. Dader Steve B. was tweemaal veroordeeld voor verkrachting en was vrij in afwachting van een proces voor het hof van beroep. De familie wil daar volgens advocaat Maes geen commentaar op geven. “Het brengt het meisje niet terug. Ik denk dat het aan anderen is om daarover te reflecteren en daar de gepaste conclusies uit te trekken.”

Steve B. werd na zijn laatste veroordeling in eerste aanleg niet aangehouden. De onmiddellijke aanhouding kan immers enkel als het risico bestaat dat de veroordeelde zich aan zijn straf onttrekt. Dat risico was er volgens de rechtbank niet. Uit verschillende hoeken wordt ervoor gepleit om de wet aan te passen, zodat een onmiddellijke aanhouding ook uitgesproken kan worden wanneer er gevaar is voor recidive.

Advocaat Maes wees er op dat het risico op recidive wel een criterium is om iemand voorafgaand aan zijn proces al dan niet in voorlopige hechtenis te houden. “Er moet een moment geweest zijn dat men die vrijgelaten heeft en geoordeeld heeft dat er geen recidivegevaar is.”