Direct naar artikelinhoud
Het predicaat van psychopaat: waarom voorzichtigheid bij diagnose Steve Bakelmans geboden is
Moord Julie Van Espen

Het predicaat van psychopaat: waarom voorzichtigheid bij diagnose Steve Bakelmans geboden is

Beeld Jan Straetmans

De familie van Steve Bakelmans windt er geen doekjes om: de moordenaar van Julie Van Espen is een psychopaat. Hoewel veel signalen in die richting wijzen, is die conclusie volgens experts zeer voorbarig. ‘Ook veel politici vertonen een aantal psychopathische kenmerken.’

“Ik denk dat Steve iemand is als die seriemoordenaar, Ronald Janssen. Heel joviaal aan de buitenkant, maar diep vanbinnen aartsgevaarlijk." In Het Nieuwsblad schetst de nonkel van Steve Bakelmans (39) geen fraai beeld van de moordenaar van Julie Van Espen, die continue de grens leek te bewandelen tussen charmeren en manipuleren. “Ik denk dat de psychiaters nu wel zullen zien wie hij echt is: een psychopaat”, zegt diezelfde nonkel.

“Termen als psychopaat of borderline worden tegenwoordig snel in de mond genomen”, zegt Frédéric Declercq, professor forensische psychologie en psychiatrie aan de UGent. Hij begrijpt dat het geschetste beeld die indruk wekt. “Oppervlakkige charme of gladheid is bijvoorbeeld zeer typerend, samen met een gebrek aan emotionele hechting. De medemens is voor een psychopaat een object om te gebruiken of misbruiken, geen sociaal wezen. Het zijn katten die op muizen jagen, puur voor de honger en het plezier.”

Het beeld van een roofdier – Bakelmans bekende intussen dat hij op een willekeurig slachtoffer zat te wachten – versterkt dat buikgevoel alleen maar. Dan loert al snel een reeks beruchte namen om de hoek: Ronald Janssen, Kim De Gelder of Marc Dutroux. Allen recidivisten met een duidelijk gebrek aan empathie, waarvan het escalerende gedrag uiteindelijk uitmondde in moorden.

Moraliteitsverslag

Kan je hier dan zomaar overgaan tot ‘diagnose op het eerste gezicht’? “Een paar psychopathische kenmerken alleen volstaan uiteraard niet voor die conclusie, daar gaat een uitgebreid onderzoek aan vooraf”, waarschuwt forensisch psychiater Inge Jeandarme (FPC Antwerpen) net als Declercq voor voorbarigheid. “Ook extraverte mensen of vlotte praters, zoals politici, vertonen vaak een aantal van die kenmerken.”

De gouden standaard die op dit moment gehanteerd wordt om psychopathie te toetsen is de Psychopathy Checklist-Revised (PCL-R). Voor een lijst van twintig kenmerken, waaronder ‘pathologisch liegen’ of ‘gebrek aan berouw’, wordt een score van telkens 0 tot en met 2 toegekend. Wie meer dan 30 scoort, komt in aanmerking voor de diagnose ‘psychopaat’.

Het deskundigenverslag uit 2017, toen Bakelmans voor de tweede keer terechtstond voor verkrachting, raakt heel wat van die elementen aan. Daarin wordt hij beschreven als een ‘antisociale en narcistische persoonlijkheid, die een koele en weinig emotioneel bewogen indruk maakt’ en iemand die gevoelig is voor ‘narcistische krenking’. Ook de veelzijdigheid aan criminele feiten op zijn strafblad – ook heling en diefstal – past binnen het plaatje. “Ook bij Dutroux zag je dat: seksueel misbruik, geweld of fraude, eender welke prikkel volstond”, zegt Declercq.

Marc Dutroux, wellicht de ‘bekendste’ Belgische psychopaat.Beeld Belga

“Maar dat zijn verre van de volledige gegevens die je nodig hebt om de totaalbalans op te maken”, zegt gerechtspsychiater Hans Hellebuyck. Bij PCL-R komen twee belangrijke elementen kijken: enerzijds een interview door een forensisch expert, anderzijds een ‘moraliteitsverslag’ waarbij familie, kennissen of zelfs oude schoolleraars ondervraagd worden over hun ervaringen.

Biologisch verankerd

Dat die combinatie cruciaal is, heeft te maken met de aard van het beestje: mensen in de omgevingen zullen het masker van de psychopaat wellicht al hebben zien afvallen, de deskundige moet het met een gesprek stellen. “En een psychopaat blijft in wezen een kameleon, die naargelang de situatie sociaal wenselijk gedrag weet te stellen. Ook psychiaters of rechters zullen ze om de tuin proberen leiden”, zegt Declercq, die Ronald Janssen als voorbeeld geeft: “Die verklaarde plechtig tegen geweld te zijn, en zelfs uit principe niet naar gewelddadige films te kijken. Maar vervolgens werden wel een aantal vuurwapens bij hem thuis aangetroffen.”

Daar hoort overigens een ongemakkelijke waarheid bij: “Gedragsdeskundigen zijn niet beter in het detecteren van leugens of manipulatie dan de modale mens”, zegt Jeandarme. Uit recente onderzoeken zou wel blijken dat psychopathie biologisch verankerd is, en een patroon in de hersens nalaat. “Maar het is niet zo dat we iemand onder de scanner leggen en hem plots als psychopaat kunnen herkennen.”

Is het gezien die lastige diagnose dan wel nuttig om ze te proberen stellen? De wisselwerking tussen delict en diagnose blijkt nogal vaag. Zo kan “iemand met een score van 20 of 25 ook ontzettend gevaarlijk zijn”, zegt Hellebuyck, terwijl een psychopaat niet noodzakelijk (seksueel) geweld pleegt. Anders zou de inschatting van de Canadees Robert Hare, de grondlegger van PCL-R, wel erg deprimerend zijn: ongeveer 1 procent van de bevolking is psychopaat.

“De diagnose is vooral een uitstekende voorspeller naar recidives toe”, zegt Jeandarme. “Gooi het op een hoop met alle risicofactoren en psychopathie is de allerbelangrijkste.” Ook naar behandeling heeft het predicaat gevolgen. Die verloopt in het algemeen erg moeilijk, met veel incidenten, tegenwerkingen of zelfs pogingen om relaties aan te gaan, waardoor veel centra de groep psychopaten weigeren. “We hebben ons leren neerleggen bij die biologische verankering: we proberen niet meer om opnieuw empathie te kweken, dat heeft gewoon geen zin.”

In die zin lijkt het toetsen van psychopathie bij iemand als Bakelmans minder relevant om een gepleegde misdaad te verklaren, maar eerder om de toekomstige aanpak beter af te stemmen. “En gezien de signalen in de richting van psychopathie wijzen, zou ik die test alleszins opnemen in het prioriteitenbakje”, besluit Declercq.