Direct naar artikelinhoud
Interview

Historicus Timothy Garton Ash: ‘Europa wordt slechter van de brexit’

Garton Ash: ‘Als je denkt aan het Europa van 2004: toen leek de missie voltooid. Onze dromen waren uitgekomen, alles ging goed.’Beeld NYT

De Britse historicus Timothy Garton Ash was als jonge journalist ooggetuige van de val van het communisme eind jaren 80. Nu verdedigt hij Europa hartstochtelijk tegen de aanvallen van nationalisten. 

“Mijn vader landde met het Britse leger op D-Day en vocht zich een weg door Duitsland. Een paar weken geleden was ik in een dorpje in Noord-Duitsland dat hij in 1945 met zijn troepen had bezet. Tot mijn enorme verbazing was daar nog altijd een grote groep mensen die levendige herinneringen had aan het einde van de oorlog. Die herinnering is dus nog niet helemaal dood. De persoonlijke herinnering aan oorlog, bezetting, Holocaust, goelag, dictatuur, fascisme en communisme was drie generaties lang de krachtigste motor achter de Europese integratie. Nu hebben we een nieuwe generatie die niet zulke persoonlijke herinneringen heeft. Dat is een van de diepste problemen van het hedendaagse Europa”, zegt historicus Timothy Garton Ash, in de common room van het European Studies Centre van de universiteit van Oxford, gevestigd in een oude villa die bij St Antony’s College hoort.

Als jonge journalist en historicus was hij een van de grote chroniqueurs van de val van het communisme in de jaren 80. In 1989 triomfeerde het liberale internationalisme, en Garton Ash stond er met zijn neus bovenop. Nu, dertig jaar later, verdedigt hij Europa tegen de niet-aflatende aanvallen van nationalisten. 

De herinnering aan de Tweede Wereldoorlog verbleekt, zo lijkt het, behalve in Engeland waar zij zich juist tegen Europa keert. Brexiteers praten vol vuur over de geest van de Blitzkrieg. Engeland kan alles aan, omdat het in 1940 ook op eigen houtje Hitler weerstond.

“De Engelse herinnering aan de oorlog is such a peculiar thing, zo verschillend van die in andere landen van Europa. Mensen van mijn vaders generatie zeiden vaak: he had a good war, hij had een goede oorlog. Een heel vreemde zin. Wat we deden van de Blitz tot D-Day en daarna was groots, een bron van nationale trots. Maar het is ook een heel oppervlakkige herinnering, meer als een herinnering aan het jaar dat we wereldkampioen voetbal werden. Het gaat veel minder diep dan de herinnering aan de oorlog die andere Europeanen motiveerde.”

Die herinnering speelt wel een grote rol in het denken over de brexit.

“Zij speelt een rol. Maar je moet de brexit zien als een grote rivier waarin tien zijrivieren samenkomen. De oorlog is zo’n zijrivier. Maar als je praat over de brexit met mensen in het postindustriële noorden van Engeland, dan hoor je verhalen over armoede en ongelijkheid, over gebrek aan respect en aandacht, al die klassieke zorgen die ook het populisme elders in Europa hebben gevoed.”

Veel mensen zeggen nu: laat die Britten maar ophoepelen.

“Volgens mij is dat een heel kortzichtige visie. Europa wordt slechter van de brexit. De brexit versnelt de geleidelijke desintegratie van de Europese Unie, die toch al aan de gang is. Nummer één: je verliest een groot land. Dat is een enorm verlies als je wilt dat de EU een macht in de wereld is, die weerstand kan bieden aan China en Rusland, die klimaatverandering aanpakt. Nummer twee: Groot-Brittannië zal het waarschijnlijk slecht doen na de brexit. In dat geval zal het een slecht gehumeurde partner zijn. Het is een complete illusie dat de betrekkingen op het gebied van veiligheid en buitenlands beleid kunnen worden gevrijwaard van boosheid over de economische gevolgen van de brexit. Nummer drie: de brexit verstoort de machtsbalans in de Europese Unie, die gebaseerd is op de driehoek tussen Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië.”

Is er nog een kans voor Europa om Groot-Brittannië binnenboord te houden?

“Absoluut! Hoe meer tijd we krijgen, hoe groter de kans om de brexit af te wenden. De steun voor een tweede referendum neemt toe, naarmate de patstelling in het parlement voortduurt. Maar om een tweede referendum te krijgen, moeten meer Conservatieve parlementsleden daarmee instemmen. Dat is moeilijk: steun aan een referendum kan goed het einde van iemands politieke carrière betekenen.”

Ondertussen gaan de Britten op 23 mei naar de stembus voor de Europese verkiezingen. Dat is toch een farce?

“Integendeel. Voor de Conservatieven wel, want zij hebben deze tragische farce veroorzaakt. Voor anderen helemaal niet. Als je wilt dat Groot-Brittannië in de Europese Unie blijft, moet je op een pro-Europese partij stemmen. Het is moeilijk te voorspellen hoe de verkiezingen zullen uitpakken. De hartstochtelijke brexiteers zullen in groten getale opkomen om op de brexitpartij van Nigel Farage te stemmen. En mensen zoals ik, de hartstochtelijke remainers, zullen in groten getale op pro-remain-kandidaten stemmen. Wat de rest van de kiezers doet, is moeilijk te zeggen. De opkomst bij Europese verkiezingen is sowieso altijd laag.”

In 1978 vertrok Timothy Garton Ash naar West-Berlijn om een proefschrift te schrijven over het leven onder de nazidictatuur. Terwijl hij door de archieven ploeterde, realiseerde hij zich dat hij een paar kilometer verderop, aan de overkant van de Muur, het leven in een echte dictatuur kon bestuderen. Niet in het verleden, maar nu.

In januari 1980 verhuisde hij naar Oost-Berlijn. Toen de Poolse vakbond Solidariteit in augustus 1980 een staking afkondigde, voelde Garton Ash meteen: hier wordt geschiedenis geschreven, hier moet ik bij zijn. Hij raakte diep betrokken bij de anticommunistische strijd in Polen, ook omdat hij inmiddels zijn Poolse vrouw Danuta had ontmoet. “Polen is mijn Spanje”, schreef hij op kerstavond 1980 in zijn dagboek, verwijzend naar de Engelse schrijvers en dichters die de Spaanse Burgeroorlog beschreven als een romantische strijd tussen goed en kwaad.

1989 was een jaar van hoop en vooral van universalisme. De Europese deling was opgeheven, alle Europeanen omhelsden de liberale democratie, de markteconomie, de individuele vrijheid.

Dertig jaar later fragmenteert Europa. Oost tegen West, Zuid tegen Noord. Steeds meer landen zoeken naar hun nationale identiteit. Hongarije vestigde een ‘onliberale democratie’, in Polen voeren conservatieve politici campagne tegen abortus en homoseksualiteit. In Italië ageren de populisten tegen Brussel. Overal winnen nationalistische partijen aan kracht.

Pro-brexitprotest voor het parlement in Londen. ‘De brexit verstoort de machtsbalans in de Europese Unie’, zegt Garton Ash.Beeld REUTERS

Bent u teleurgesteld door deze ontwikkelingen? Was u optimistisch toen het communisme in 1989 viel?

“Nee, we waren niet naïef optimistisch. We dachten dat het ongelooflijk moeilijk zou worden. Niemand had het ooit gedaan, de overgang van een centraal geleide commando-economie naar een markteconomie. Destijds deed de grap de ronde: we weten dat je van een aquarium vissoep kunt maken, maar kun je van vissoep weer een aquarium maken? Het antwoord bleek ja te zijn. Een vreemd aquarium misschien, maar onmiskenbaar een aquarium.

“Tien tot vijftien jaar later waren wij, liberalen, wél overmoedig geworden. Als je denkt aan het Europa van 2004: toen leek de missie voltooid. Onze dromen waren uitgekomen, alles ging goed. We moeten zeggen, culpa nostra, dat we de financiële crisis van 2008 niet zagen aankomen, dat we ons de ernst van de toegenomen ongelijkheid niet realiseerden. Die ongelijkheid is economisch, maar ook cultureel. Een van de grote progressieve projecten was: laten we 50 procent van onze kinderen naar het hoger onderwijs sturen. Het resultaat daarvan is dat onze maatschappijen nu in tweeën zijn gedeeld.”

Had u in 1989 ooit verwacht dat het verlangen naar nationale identiteit zo sterk zou terugkeren?

“Ik dacht toen niet zo ver vooruit, maar het ligt in de aard van de historische ontwikkeling dat je golven en tegengolven hebt. Ik heb ook nooit geloofd in Europa als een manier om de natiestaat te overwinnen. Ik heb altijd gedacht dat Europa de natiestaat moet aanvullen. In de protestbeweging in Oost-Europa in de jaren 80 waren nationalisme en patriottisme enorm belangrijke krachten. Overal werd het volkslied gezongen, keer op keer. Mijn vrienden, in Polen en hier, hebben te weinig over de natie gepraat. Ze wilden te graag praten over wat nieuw was, wat progressief en Europees was, over de wereld die zich opende. 

“Ik denk dat we geen ongelijk hadden om daarover te praten, maar we hadden wel ongelijk door het praten over de natie aan rechts en het populisme over te laten. De Franse politicoloog Pierre Hassner zei al in 1991: terwijl we de triomf van de vrijheid en het universalisme vieren, moeten we het oude verlangen naar gemeenschap en identiteit, naar solidariteit en gelijkheid niet vergeten.”

Zoals zo veel liberale internationalisten denkt Garton Ash nu na over een niet-populistisch antwoord op het verlangen naar geborgenheid en identiteit. Herverdeling en beheersing van immigratie zal deel moeten uitmaken van zo’n antwoord, zegt hij. Maar dat is niet voldoende. De kracht van het nationalisme is dat het een aansprekend verhaal vertelt. De pro-Europeanen moeten hun eigen verhaal vertellen, zeker nu het oude verhaal over de oorlog zienderogen aan kracht verliest. Onder leiding van Garton Ash is kort geleden het project Europe’s Stories begonnen, waarin onderzoekers op zoek gaan naar verhalen over Europa.

“We gaan mensen vragen welke verhalen Europa vertelt. Welke verhalen vinden weerklank, vooral bij de generatie die ik de 89’ers noem, de mensen die tussen 1980 en 2000 zijn geboren. Het is een generatie die zichzelf politiek begint te uiten. Je hebt de Europese partij Volt, je hebt politieke partijen als Podemos en Ciudadanos in Spanje, de extinction rebellion tegen de verandering van het klimaat, de MeToo-beweging. We willen onderzoeken wat deze verhalen te maken hebben met Europa.”

Het zijn wel weer bewegingen die worden gedomineerd door hogeropgeleiden.

“Dat is waarschijnlijk waar, maar we moeten oppassen voor clichés. Er zijn ook nationalistische, populistische intellectuelen.”

Nederland heeft er eentje. Hij (Forum voor Democratie-leider Thierry Baudet) citeert Hegel.

“Het citeren van Hegel maakt je nog niet automatisch tot een intellectueel.”

Thierry Baudet.Beeld ANP

Nationalisten zeggen: een democratie kan alleen bestaan binnen de grenzen van een gemeenschap waarmee de leden zich identificeren. Dat kan volgens hen alleen de natiestaat zijn.

“In Europa heb je directe democratische controle door het Europees Parlement, dat behoorlijk veel macht heeft. En je hebt indirecte democratische controle. Tijdens Brusselse crises proberen de vertegenwoordigers van 28 natiestaten een compromis te vinden. Het probleem is dat veel mensen zich niet vertegenwoordigd voelen. De elite in Brussel is ver weg en spreekt een andere taal. Democratie is ook politiek theater waarin taal een belangrijke rol speelt. Je kunt geen gedeeld politiek theater hebben in 26 talen. Daarom geloof ik ook niet dat je moet streven naar de vorming van een supranationale democratische arena in Brussel. Ik zeg: wij pro-Europeanen moeten Europa verdedigen in ons nationale politieke debat.”

Het is moeilijk om je een Europese democratie voor te stellen die net zo goed functioneert als een nationale democratie. Daarom kunnen we die pogingen beter staken, zeggen nationalisten in heel Europa.

Right, maar wat doe je dan met het probleem van de verandering van het klimaat? Hoe beteugel je de gevaarlijke monopolies van Google en Facebook? Hoe gaan we om met China, dat nu al verdeelt en heerst in Europa? Het antwoord is: alle Europese landen zijn kleine landen geworden.

“De Europese Unie is een van de meest ontwikkelde organisaties voor de vreedzame oplossing van conflicten. Het lijkt me een boude aanname dat we zonder Europese Unie allemaal gelukkige, samenwerkende liberale democratieën zouden zijn. Het grootste deel van de Europese geschiedenis lijkt het tegendeel te beweren.”