Direct naar artikelinhoud
Partij-analyse

De slogan van Open Vld luidt ‘Gewoon doen’, maar wát wil de partij doen?

Open Vld-voorzitter Gwendolyn Rutten.Beeld Tim Dirven

In de aanloop naar 26 mei analyseert De Morgen de programma’s en ambities van de partijen. Vandaag: Open Vld. Voor de Vlaamse liberalen is de inzet van de verkiezingen simpel: een nieuwe Zweedse coalitie waarin de sociaal-economische hervormingen van Michel-I voortgezet kunnen worden. Op links zien de liberalen alleen maar moeilijkheden.

“Optimisme, vooruitgang, geloven dat we beter kunnen doen.” Zo vat een bron bij Open Vld de verkiezingscampagne van de liberalen samen. 

Voor de tweede federale campagne op rij trekken de liberalen naar de kiezer met een gevoel. In 2014 wilde de partij “Vlaanderen vleugels geven”, vandaag luidt de slogan: “Gewoon doen.” De vraag die rest: wat wil de partij dan precies doen? 

Open Vld heeft veel weg van een partij zonder afgelijnd politiek profiel, zonder unique selling point. Waar voorzitters als Bart De Wever (N-VA) of Wouter Beke (CD&V) hun partij ideologisch in de gewenste richting zetten, stuurt Gwendolyn Rutten haar mandatarissen het veld in met een liberalisme dat vanuit het buikgevoel vertrekt.

Holle hashtags

Dat is niet noodzakelijk verkeerd. Door aan gezond verstand en goesting te appelleren meet de partij zich het profiel aan van de standvastige bestuurders die de krachten willen verenigen om samen dingen in beweging te zetten. Op zijn slechtst mondt die mentaliteit uit in holle hashtags, op zijn best in een mobiliserend optimisme. 

Vooral lokaal levert het Open Vld succes op. Kijk naar Mechelen, waar het burgemeesterschap van Bart Somers tot een begrip is uitgegroeid: het model-Somers – open, vrij, inclusief en kosmopolitisch van geest.

Het is het punt waarop Open Vld het felst afsteekt tegen haar belangrijkste tegenstander op rechts, de N-VA: identiteit. Wanneer de N-VA of haar staatssecretaris Theo Francken voluit de identitaire trom roerden vanuit de federale regering, was daar telkens fractieleider Patrick Dewael om de coalitiepartner de mantel uit te vegen. “Hij probeert de kiezers van Vlaams Belang naar de N-VA te krijgen. Hoever kun je daarin gaan zonder zelf van het democratische pad af te wijken?”, foeterde Dewael richting Francken in de nasleep van de Soedan-affaire.

Sociaal-economisch is het verschil tussen de partijen veel kleiner, soms zelfs verwaarloosbaar. Nogal wat liberalen merkten de voorbije weken schamper op dat N-VA gewoon hun economisch programma gekopieerd had. Vervelender is dat het de voorbije jaren wel N-VA was dat het vaakst zijn stempel kon drukken op fiscale hervormingen. De taxshift en de hervorming van de vennootschapsbelasting werden ook vanuit blauwe hoek flink gesteund, maar Open Vld kon ze nooit claimen als eigen verwezenlijkingen. Niettemin is de partij erg trots op haar rol in het hervormingstraject van Michel-I.

Gwendolyn Rutten.Beeld Eric de Mildt

Logische gesprekspartner

De aanwezigheid in de Vlaamse en de federale regering bood de liberalen de voorbije jaren de kans enigszins boven hun electoraal gewicht te boksen. In de peilingen parkeert Open Vld al geruime tijd netjes in het middensegment, waar een handvol partijen telkens rond 12 à 13 procent noteert. Het maakt dat de liberalen mathematisch verre van een noodzakelijke partner zijn bij nieuwe regeringsonderhandelingen.

De partij is wel een logische gesprekspartner, en dat heeft Open Vld grotendeels te danken aan de overmacht van N-VA. Zeker in Vlaanderen mag verwacht worden dat de Vlaams-nationalisten straks de leiding kunnen nemen in de formatiegesprekken. Voor N-VA is het dan makkelijker rond de tafel te zitten met een partij die het fiscale en sociaal-economische parcours van de voorbije jaren voort wil zetten, dan met pakweg Groen en sp.a, die flinke koerswijzigingen vragen.

Open Vld-kopstukken Gwendolyn Rutten, Maggie De Block en Alexander De Croo tijdens het partijcongres.Beeld BELGA

“We zijn verdedigers van de Zweedse coalitie, eventueel Zweeds-plus met cdH erbij. Als die meerderheid na de verkiezingen mogelijk is, zal er weinig aarzeling zijn bij de vijf partijen”, valt te horen bij Open Vld. 

Met Groen en sp.a – “uitkeringspartijen”, klinkt het – ligt samenwerking erg moeilijk. Vooral met de groenen is de kloof bijzonder groot. Wat Groen vraagt inzake vermogensbelastingen en klimaatmaatregelen is voor Open Vld meer dan een brug te ver, en de liberalen zijn ook niet van plan de flexi-jobs terug te schroeven.

Ondernemers over de streep trekken

Of een Zweedse coalitie na 26 mei een meerderheid oplevert, valt af te wachten, want onder meer CD&V en MR kijken mogelijk tegen verlies aan. In historisch perspectief zijn de peilingen voor Open Vld ook al een dieptepunt. Toch blaakt de partij van zelfvertrouwen, overtuigd dat een meer dan degelijk resultaat binnen handbereik ligt. 

Enerzijds hoopt ze kiezers weg te trekken bij CD&V, dat de afgelopen regeerperiode vooral de linkse stem in de federale regering moest vertolken.

Anderzijds denkt Open Vld veel ondernemers terug te zien die in 2014 voor het nieuwe, frissere verhaal van N-VA kozen. Dat die partij de regering heeft laten vallen over het migratiepact van Marrakech in plaats van de nodige sociaal-economische hervormingen af te werken, is volgens de liberalen bij veel ondernemers in het verkeerde keelgat geschoten.

Open Vld belandt zo in het midden van het bed op de rechterflank, en daar voelt de partij zich naar eigen zeggen uitstekend. Het vergroot alleen maar de kans dat ze ook de volgende legislatuur in de meerderheid zetelt.

Wordt er na de verkiezingen een brede coalitie gevormd zonder N-VA, dan kan dat moeilijk zonder de liberalen. Komen de Vlaams-nationalisten aan zet, dan belanden ze bijna als vanzelf bij Open Vld. Dat is geen kwaaie uitgangspositie.