Direct naar artikelinhoud
TheaterPleasant Island

Theaterstuk ‘Pleasant Island’ zoomt in op Nauru, vroeger een paradijs, nu een vluchtelingenkamp

Silke Huysmans en Hannes Dereere, de makers van het toneelstuk ‘Pleasant Island’.Beeld Tim Dirven

Drie weken lang verbleven theatermakers Silke Huysmans en Hannes Dereere op het mini-eiland Nauru. Ooit een van de rijkste landen ter wereld, vandaag een centrum voor vluchtelingen die Australië niet wil opvangen – én een voorbeeld voor politici als Bart De Wever. In Pleasant Island onderzoeken ze de impact ervan.

“Het is een eiland dat haast niemand kent, omdat het zo klein is. Er is een weg langs de kustlijn, rond het hele eiland. Twintig minuutjes rijden, en je bent rond.”

Silke Huysmans’ beschrijving van Nauru, een wat verloren eilandje in de Stille Oceaan, op vier uur vliegen van de Australische stad Brisbane, klinkt schattig. Maar de realiteit die zich er afspeelt, is dat veel minder. Dat ontdekte de theatermaakster toen ze er afgelopen zomer drie weken lang verbleef, samen met haar collega Hannes Dereere, om onderzoek te doen voor hun nieuwe voorstelling Pleasant Island.

Met een oppervlakte van 21 vierkante kilometer is Nauru, na Monaco en Vaticaanstad, het kleinste land ter wereld. Het telt zo’n 10.000 inwoners. De laatste zes jaar kwamen daar duizend nieuwe inwoners bij: migranten uit Iran, Afghanistan, Irak en Syrië. In Indonesië op de boot gestapt, op weg naar Australië. Waarna de Australische autoriteiten hen doorstuurden naar Manus Island of Nauru, twee eilanden die dienstdoen als offshore detention centre. Officieel worden de migranten daar gescreend, om te onderzoeken of ze recht hebben op asiel in een nieuw land. Nauru is een essentieel onderdeel van ‘het Australische model’ dat politici als Theo Francken en Bart De Wever (N-VA) zien als een oplossing voor migratie.

“Het centrum moet dienen als een afschrikmiddel voor migranten en mensensmokkelaars”, legt Dereere uit. “In het narratief van Australië dient dat detentiecentrum ervoor om de boten te laten stoppen. Maar nu worden de boten uit Indonesië teruggestuurd nog voor ze de Australische wateren bereiken.”

Dat wil zeggen dat de meeste vluchtelingen op Nauru er al sinds 2013 of 2014 vastzitten, zelfs als ze officieel als vluchteling erkend zijn. “Als asylum seeker zit je in een tentenkamp, en mag je nauwelijks naar buiten”, duidt Huysmans. “Zodra je de refugee status hebt, mag je op de kuststrook wonen en mag je werken. Niet dat er veel werk is. Er heerst een grote depressiegolf. Want hoelang moeten ze nog wachten?”

Birdshit Island

Even terugspoelen. In 2017 maakten Huysmans en Dereere Mining Stories, een documentaire voorstelling over een mijnramp in het Braziliaanse Minas Gerais. De twee trokken op onderzoek en spraken talloze mensen die de impact van die ramp voelden. Uit die voorstelling vloeit ook Pleasant Island voort. Nauru was doorheen de twintigste eeuw een paradijs voor Europese kolonisten die fosfaat, een vruchtbare meststof, wilden delven.

“Pleasant Island is de naam die de Britse ontdekkingsreiziger John Fearn aan het eiland heeft gegeven”, legt Huysmans uit. “Omdat het zo’n mooi eiland was en de mensen zo vriendelijk waren – zo gaat de anekdote toch. Een andere bijnaam van Nauru is ‘Birdshit Island’, omdat ze geloven dat vogels er miljoenen jaren lang hun poep hebben gedropt. Daarom was het eiland zo rijk aan fosfaat.”

In 1906 begonnen de Britten en de Australiërs met de ontginning van Nauru, dat tot de Britse Commonwealth behoorde. Het eiland was al voor ruim tachtig procent leeggemijnd toen Nauru in 1968 de onafhankelijkheid verwierf. “Daardoor gingen alle opbrengsten van de mijnbouw nu naar Nauru zelf”, vertelt Huysmans. “In korte tijd is het, per capita, het op een na rijkste land ter wereld geworden.” 

Tot einde jaren 90, toen er geen fosfaat meer overbleef. Het land is nu volledig opgebruikt.“Nauru is een extreem voorbeeld van wat er gebeurt als we zo voortdoen met mijnbouw.” Met de mijnen verdwenen ook de inkomsten. “Nauru werd plots een van de armste landen ter wereld. De enige inkomstenbron die de mensen nu hebben, zijn de offshore detention centres van Australië. Australië betaalt Nauru om die centra open te houden. De regering heeft in 2013 die deal aanvaard omdat er geen andere mogelijkheid was.”

Nauru werd in korte tijd steenrijk dankzij mijnbouw, maar eind vorige eeuw was het eiland leeggemijnd en het sprookje voorbij.Beeld Vlad Sokhin

Dereere: “Toen de huidige Nauruaanse regering aantrad, zat er nul euro in de staatskas. Het eiland overleefde op buitenlandse hulp. Tot het land dat voorstel kreeg. Het kreeg 24 uur om ja of nee te zeggen, is ons verteld. Ze hebben ja gezegd, in de veronderstelling dat de mensen die naar Nauru zouden komen dat uit vrije wil zouden doen.” Huysmans: “De Nauruanen wisten niet wat die deal inhield. Ze hadden geld nodig.”

Verveling

Financieel mag de Australische deal dan wel voordelig zijn voor Nauru, mentaal is het een ander verhaal. De grondstoffen waren al uitgeput, nu gebeurt dat ook bij de inwoners. “Er zijn spanningen tussen de Nauruanen en de vluchtelingen”, zegt Huysmans. “De Nauruanen vinden dat de containers waarin de vluchtelingen wonen, beter zijn dan hun eigen huizen. We hebben een Nauruaanse vrouw ontmoet. We zaten met haar en een vluchtelinge samen, en die laatste vertelde over een jongen die in het kamp zelfmoord had gepleegd. Ik was aan het huilen, maar de Nauruaanse vrouw werd erg kwaad. Zij zei achteraf: het is typisch voor de vluchtelingen om de verhalen uit te vergroten. Ze zouden dankbaar moeten zijn.”

Soms lopen de spanningen uit de hand. “Dat is ook normaal”, vindt Huysmans. “Die vluchtelingen worden tegen hun wil daarheen gebracht, terwijl de Nauruanen ervan uitgaan dat die mensen blij zouden zijn om op het eiland terecht te komen. Door de verveling ontstaan er veel gevechten, ook onder de Nauruanen zelf. Zeker in het begin was er ook agressie naar de vluchtelingen toe: ze werden geslagen of van hun brommer getrokken.

“In 2015 is er een groot protest uitgebroken onder de refugees. Voor de Nauruanen was dat het signaal: gedaan met de vriendschap. Toen is het uit de hand gelopen. Al gaat het vandaag weer wat beter.” Dereere: “Iedereen is uitgeput door de situatie. De Nauruanen zelf beginnen nu ook te beseffen dat het Australische systeem niet houdbaar is.”

Geen pottenkijkers

De Australiërs zelf proberen dat zo goed mogelijk te verbergen. Pottenkijkers worden nauwelijks geduld. Journalisten worden afgeschrikt: de aanvraag voor een journalistenvisum kost 8.000 dollar. Als die, zoals in vrijwel alle gevallen, niet wordt goedgekeurd, krijg je geen cent terug. “Wij hadden eigenlijk nooit gedacht dat we op Nauru zouden geraken”, zegt Huysmans. “Onze research is vrij journalistiek. We praten met heel veel mensen, we nemen heel veel interviews af.”

Dereere: “We zijn wel transparant geweest. We hebben verteld dat we twee theatermakers uit Brussel waren, dat we geïnteresseerd waren in verhalen over mijnbouw.”

Huysmans: “Maar we hadden niet gezegd dat we interviews zouden afnemen.”

Dereere: “Nee, dat niet. Ik denk niet dat ze ons dan nog zouden hebben toegelaten.”

Huysmans: “Uiteindelijk hebben ze ons toch binnengelaten. Op voorwaarde dat we niet zouden praten met de mensen in de detentiecentra. Niemand mag binnen in de kampen. De containers waarin de refugees wonen, die zijn wel oké. Maar het tentenkamp zelf, daar is de situatie echt heel slecht.”

Dereere: “Iedereen woont eerst in die tenten. Waar het vochtig is, waar het 45 graden warm is, in het midden van een maanlandschap. Zolang je asielzoeker bent, en nog geen erkend vluchteling, blijf je daar.” Huysmans: “Sommigen blijven asylum seeker. Die zitten al zes jaar in de tenten.”

De twee theatermakers verzamelden zo’n zestig uur aan materiaal. In hun voorstelling tonen ze videobeelden van Nauru, in interviews laten ze de bewoners (anoniem) aan het woord. Maar aan de slag gaan met een camera en een dictafoon, bleek geen optie. “Iedereen communiceert er met zijn smartphone: uiteindelijk is dat ook ons gereedschap geworden. Weg met de dictafoon, weg met de camera, alles met de smartphone”, vertelt Huysmans.

Tot 2017 mochten de vluchtelingen zelfs geen smartphone gebruiken, maar na een uitspraak van de Australische rechter is die regel geschrapt. Voor vluchtelingen zorgt hun telefoon nu voor contact met de buitenwereld. Huysmans: “Dat eiland is zo klein, zo weg van alles... Ook al mag je daar vrij rondlopen, je voelt je gewoon afgesloten van de rest van de wereld. Maar dankzij een smartphone, dankzij internet, kunnen ze wel in contact staan met mensen in Australië en Europa. Zo blijven ze ook hoopvol, hebben ze een manier om hun verhaal te vertellen. Het is een redmiddel. Behrouz Boochani, een vluchteling op Manus Island, heeft een heel boek geschreven via WhatsApp, en heeft daar een belangrijke literaire prijs mee gewonnen. Ook al zit hij nog steeds vast.”

Geen pottenkijkers
Beeld Tim Dirven

Dystopie

Toch is er vanop Nauru maar weinig betrouwbare informatie voorhanden. Volgens de laatste berichten is het vluchtelingenkamp vandaag leeg, maar dat klopt niet, zeggen de twee theatermakers. Huysmans: “Bart De Wever zei dat ook, in het VRT-nieuws: die kampen zijn leeg. Wij hebben meteen een mail naar de VRT gestuurd. Dat klopt niet. Die kampen zijn niet leeg.”

Dereere: “De Wever herhaalt gewoon het Australische narratief: dat de strategie werkt en er nu geen nieuwe vluchtelingen meer aankomen.”

Huysmans: “Er zijn nog altijd vluchtelingen. Minder dan vroeger, een stuk of 500. Degenen die weg zijn uit Nauru, zitten vast in Australië. Een man die we leerden kennen, is naar Australië overgebracht omdat zijn vrouw een zware depressie en zelfmoordneigingen had. Zij werden in Australië drie maanden opgesloten op een hotelkamer, zonder medische zorgen, maar het narratief van ‘vluchtelingen op een eiland’ verdwijnt wel. Ook al zitten ze dus nog altijd opgesloten.”

Het noopt tot vragen. Vragen die Huysmans en Dereere ook in Pleasant Island willen stellen. Zoals: hoe lang is dit model nog houdbaar? En vooral: hoe moet het verder? “Nauru biedt ons een toekomstbeeld”, besluit Huysmans. “Een dystopisch toekomstbeeld, over hoe we een plek uitmijnen en dan gebruiken als opvangcentrum voor vluchtelingen. Op de kleine schaal van Nauru zie je de problematieken waarmee heel de wereld wordt geconfronteerd. Daarop hebben we ons onderzoek ook toegespitst: welke impact heeft de mijnbouw gehad voor hen, welke impact heeft het vluchtelingenbeleid op hen, en hoe zien zij nu hun toekomst?”

Van 10 tot 13 mei op Kunstenfestivaldesarts, Brussel. Op 7 en 8 mei op Theater Aan Zee. Van 23 tot 25 oktober in Campo, Gent.