Direct naar artikelinhoud
Zaak Julie Van Espen

‘We zitten als samenleving met een onrealistisch beeld van verkrachting’

De stille wake voor Julie Van Espen.Beeld Wouter Van Vooren

Gewelddadige verkrachters, zoals Steve Bakelmans, zijn de uitzondering. De meeste verkrachters zijn net doodnormale mannen, op zoek naar intimiteit, zo doorprikt rechtspsycholoog André De Zutter (46) ons beeld van de meedogenloze bruut. ‘Ze zoenen, fluisteren lieve woordjes of brengen je nadien naar huis.’

“Ik blijf het moeilijk hebben om daar emotioneel afstand van te nemen. Maar tegelijk denk ik dan: misschien is dat niet eens zo slecht.” Ook bij rechtspsycholoog André De Zutter (46), expert in daderprofielen van verkrachters, komt de moord op Julie Van Espen hard binnen. “Het menselijke aspect blijft je aangrijpen. Dat had ik in mijn onderzoek wel wat onderschat.”

We spreken elkaar met zicht op zee, in Knokke. In het appartement van zijn ouders, waar André De Zutter deze week zijn vader verzorgt. Zo’n 250 kilometer veraf van de Vrije Universiteit van Amsterdam, waar de Limburger doceert. Voor het proefschrift waarmee hij vorig najaar promoveerde, verdiepte hij zich jarenlang in meer dan vijfhonderd zedendossiers. De Zutter: “In het begin zag ik plots overal daders. Een man alleen in de speeltuin? ‘Vast wel een pedofiel. Die moeten we in het oog houden.’ Op den duur werd mijn vrouw er gek van. ‘André, hou daar nu eens mee op.’ (lacht) En ze had een punt: ik was aan het overschatten. Zo’n 99,9 procent van de mannen verkracht nooit. Laten we dat niet vergeten.”

De (poging tot) verkrachting en moord op Julie Van Espen raakt u, ook als vader. Uw dochter heeft zowat dezelfde leeftijd. Praat u hierover met haar?

De Zutter: “Absoluut. Wat ik haar zeker wil meegeven, is hoe uitzonderlijk dit is. Veel meisjes denken nu wellicht: ‘Shit, als ik zoiets tegenkom, dan overleef ik het niet.’ Terwijl de meeste verkrachters hun slachtoffer in leven laten. Precies daarom is deze zaak ook zo’n groot nieuws, zeker omdat het systeem ook nog eens gefaald lijkt te hebben. Het doet denken aan de moord op Anne Faber (25), twee jaar geleden in Nederland. Op het moment dat zij werd verkracht en vermoord was de dader met verlof uit de forensisch psychiatrische instelling. Ook heel akelig, met fatale afloop: maar weet dat dit zelden voorkomt.

“Daarnaast heb ik mijn dochter ook al gezegd: mocht je toch ooit met een verkrachter worden geconfronteerd, bied dan zoveel mogelijk weerwerk. Je verzetten kan al veel doen.”

Hoezo? Wordt een verkrachter dan niet alleen gewelddadiger als het slachtoffer zich verzet? Kijk naar Steve Bakelmans.

“Dat is wat velen denken, maar in 99 procent van de gevallen is dat niet zo. De meeste verkrachters zijn heel gewone mannen, op zoek naar intimiteit. Zij willen vooral seks met wederzijdse toestemming nabootsen. Een slachtoffer dat zich verzet, doorprikt meteen die illusie. Dan heeft de verkrachter er ook niks aan – te veel gedoe – en loopt hij weg.”

‘We zitten als samenleving met een onrealistisch beeld van verkrachting’
Beeld Thomas Sweertvaegher

Duidelijk niet het soort dader waar een Steve Bakelmans toe behoort. Onder welk type valt hij dan?

“Onder een heel uitzonderlijke categorie: de sadistische verkrachter. Slechts in 1 procent van de gevallen krijg je met zo’n dader te maken. En die kickt juist wel op dat verzet. Het weerwerk leidt alleen maar tot meer geweld. Soms zo extreem dat het slachtoffer er het leven bij laat. De sadistische verkrachter gaat bruut tekeer, gebruikt ook veel zinloos geweld. Dat laatste zie je bij het merendeel van de verkrachters haast nooit. Zij gebruiken alleen functioneel geweld: net zoveel als nodig is om hun doel te bereiken. Ze zullen hun slachtoffer misschien wel een klap geven, maar dan puur om te intimideren. Zodat je als vrouw denkt: ‘Wow, die is sterk, ik kan dit maar beter ondergaan wil ik het overleven.’ Zodra het slachtoffer zich overgeeft, stopt het geweld.

“Daarom druk ik mijn dochter ook op het hart: ga er niet in mee. De meeste slachtoffers werken wel mee – wat een perfect normale reflex is – want je wil overleven. Precies door die oerangst denk je: ‘Ik kan er maar beter voor zorgen dat het zo snel mogelijk voorbij is, met de minste verwondingen’.”

En precies daar maken verkrachters misbruik van?

“Absoluut. Ze zijn er ook meesterlijk in om het slachtoffer te laten geloven dat er geen ontsnappen aan is. Ze doen de deur op slot, versperren de doorgang, of maken zich gewoon breed. Precies door dat verrassingseffect, door alle stress en adrenaline, zie je als slachtoffer ook geen uitweg meer. Dat maakt ook dat verkrachters maar weinig geweld moeten hanteren.

“Zo heb ik een serieverkrachter gezien die bij zijn eerste daden telkens een mes meenam. Maar na een paar keren had hij door: ik heb dat mes helemaal niet nodig, ik laat het thuis. Of nog extremer: een dader die, op vraag van zijn slachtoffer, zijn mes aan de kant legt, omdat het haar zo van streek brengt. Al wie dat dossier leest, denkt: komaan, waarom neemt ze nu niet gewoon dat mes om hem neer te steken? Hetzelfde zie je met orale seks, iets waar veel verkrachters hun slachtoffer toe dwingen. Dan vraag je je af: waarom bijten ze niet? Wereldwijd heb ik maar weet van één vrouw, een Russische, die haar dader in zijn lid heeft gehapt. Waarom al die anderen dat niet doen? Uit angst: ‘Hij zal kwaad worden, hij gaat me vermoorden’.”

De vraag is natuurlijk: kun je nog zo rationeel denken als het je overkomt? Veel slachtoffers geven toch aan dat ze van top tot teen bevriezen?

“Klopt, daarom zou ik ook nooit aan victim blaming doen. Hoe je als slachtoffer ook reageert, het is volstrekt begrijpelijk. Vergeet ook niet dat de dader vaak een bekende is: een familielid, een ex-vriend, een studiegenoot. Iemand die je vertrouwt, of zelfs liefhebt. Dat zo iemand dan plots tot een verkrachter transformeert, kan zo overweldigend zijn dat je allesbehalve de reflex hebt om je te verdedigen. Daarom zeg ik altijd: je kunt beter ’s nachts door het park fietsen dan de deur open te doen voor je ex-vriendje. Meer vrouwen worden verkracht door hun ex-lief dan door een onbekende. Niet dat ik vrouwen nu bang wil maken, maar het is vooral die 99 procent die we moeten vrezen: daders met een normaal leven, vaak ook nog bekenden. Een verkrachter zoals Steve Bakelmans is ‘the odd one out’.”

Als u kijkt naar de figuur van Steve Bakelmans: eerst diefstallen, dan heling, daarna verkrachtingen. Was dit de kroniek van een aangekondigde moord?

“Achteraf is dat natuurlijk altijd makkelijk zeggen. Zo was het ook bij Ronald Janssen. Toen hij zijn vrouw had verkracht, was dat er ook sadistisch aan toe gegaan. Natuurlijk was dat een teken aan de wand. Alleen: je hebt ook veel verkrachters die maar één keer toeslaan, en daarna nooit meer. Die er spijt van hebben en zich onmiddellijk willen laten behandelen. De recidive voor verkrachting is dan ook heel laag, net zoals voor moord. Maar zodra een dader meerdere keren heeft verkracht, dan stijgt het gevaar op herhaling enorm. Bij hen ontbreekt dat morele besef.”

Dus de meeste verkrachters hebben dat moreel kompas dan wel?

“Jawel, ook al zijn we nogal geneigd om het tegendeel te denken. De meeste daders schrikken ook zelf van hun misdrijf, ze leren meteen: dit is niet voor herhaling vatbaar. Denk aan de moord op het Nederlandse meisje Marianne Vaatstra, in 1999. Ze was zestien toen ze werd verkracht en vermoord. Pas jaren later, in 2012, is de dader gevat. Hij had intussen een gezin gesticht, had nooit een ander misdrijf gepleegd. Pas na een grootschalig, vrijwillig DNA-onderzoek in zijn streek hebben ze hem gevonden. Toen hij braafjes zijn DNA ging afgeven, heeft hij nog gezegd: ‘Nu hang ik.’ Maar iedereen dacht dat hij een grap maakte, net omdat hij zo’n normale man was, met zo’n normaal leven. De politie pakte hem dus niet eens meteen op. Maar die man had wel geleerd: dit was niet oké, dit mag nooit meer gebeuren. En zo zijn er velen.”

Bij een verkrachting stellen we ons altijd bruut geweld voor, net zoals in films. Maar, zo zegt u, in de meeste gevallen gaat het er niet hardhandig aan toe. Wat moeten we ons er dan wel bij voorstellen?

“Veel daders zullen een uitgebreid voorspel doen. Ze willen niet dat het eenrichtingsverkeer is: ‘Ik wil dat jij er ook van geniet’, zeggen ze dan. Heel wat verkrachters gaan dan ook voor een orgasme bij het slachtoffer – heel akelig voor wie het meemaakt. Uit onderzoek weten we dat angst een orgasme soms vergemakkelijkt. Dat maakt het schuldgevoel en de verwarring bij het slachtoffer – onterecht – alleen maar groter: ‘Ik ben klaargekomen. Wilde ik het dan?’

“Evengoed zie je daders die graag zoenen, met complimentjes strooien, die zeggen dat ze van het slachtoffer houden. Je hebt er zelfs die na afloop doodleuk vragen: ‘Mag ik uw nummer? Dan kunnen we nog eens afspreken’. Zo was er een ooit een zaak waarbij de verkrachter nadien nog een sigaret rookte met het slachtoffer. ‘Mag ik dan nu naar huis?’, stamelde de vrouw. Waarop hij zei: ‘Ik zal je wel naar huis brengen, want dat is hier een gevaarlijke buurt.’ Euhm, hallo? Inderdaad, omdat hij er rondloopt natuurlijk.”

Echt? Hoe choquerend is dat.

“In het jargon noemen we dat het creëren van pseudo-intimiteit. Pseudo, want de intimiteit is natuurlijk fake, het gaat om een verkrachting. Maar het brengt slachtoffers wel vaak aan het twijfelen. ‘Hoezo, je wilt me thuisbrengen? Ik was aan het huilen, was ‘nee’ aan het roepen: was ik dan niet duidelijk?’ Die pseudo-intimiteit is volgens mij ook verantwoordelijk voor het ‘dark number’: de slachtoffers die geen aangifte doen. Want zij zitten ook met dat verkeerde beeld: dat een verkrachting altijd met veel geweld gepaard gaat.”

Het doet denken aan de zaak over stervoetballer Cristiano Ronaldo. Volgens zijn slachtoffer, Kathryn Mayorga, verontschuldigde hij zich zelfs: ‘Ik ben voor 99 procent een goeie man, maar het is die 1 procent waar ik wat last van heb.’

“Typische verkrachterspraat is dat. Ze vinden zichzelf goeie mannen, wat het alleen nog griezeliger maakt. Veel daders voelen zich geen verkrachter, zeker niet meteen na de feiten. Ze weten wel dat ze iéts verkeerd hebben gedaan, maar minimaliseren dat, ook om dat beeld van zichzelf in stand te houden. Het is makkelijker te denken dat alle verkrachters zijn zoals Steve Bakelmans: agressief, aan de drank. Het is veel benauwder om te bedenken dat het ook de sympathieke buurman kan zijn die in het weekend vrijwilligerswerk doet.”

Daders die zoenen, lieve woordjes fluisteren, zich excuseren… U werkte jarenlang als chef-kok en bent pas later in de rechtspsychologie gerold. Moest ook u dat beeld van verkrachters bijstellen?

“Zeker. Want in films en in de media zie je altijd de brute gevallen: die 1 procent kaapt zowat alle aandacht weg. Daarom zitten we als samenleving met zo’n onrealistisch beeld van verkrachting. Heel zwart-wit. Dat zie je ook bij politie-inspecteurs en rechters. Ook zij oordelen soms: ‘Ja maar, het was toch geen gewelddadige verkrachting.’ Denk aan de radio-dj uit Gent: hij kreeg opschorting van straf, maar ging dan nog een tweede keer over de schreef. Pas dan kwam de verontwaardiging echt op gang.”

In uw proefschrift stelde u een checklist op om echte van valse aangiftes te onderscheiden. Uw meetinstrument wordt nu al gebruikt in Parijs. Gaan er nu niet nog minder slachtoffers komen aankloppen, uit angst niet te worden geloofd?

“Nee, er gaan net meer slachtoffers hun verhaal doen. Want de politie is op dit moment al veel te sceptisch. Velen gaan nog altijd op hun buikgevoel af, maar dat is heel bedrieglijk. Zeker als je ervan uitgaat dat elke verkrachting er hardhandig aan toegaat. ‘Zoenen en een orgasme? Dat zal wel geen misdrijf geweest zijn.’ Met mijn checklist gaan ze juist meer mensen geloven.

“Het probleem is: bij politie-inspecteurs blijven vooral de valse aangiftes hangen. Vaak hebben ze dan met hun beperkte tijd en middelen een hele klopjacht opgezet naar iemand die niet blijkt te bestaan. Daardoor overschatten zij het aantal valse verklaringen, ook al ligt dat maar op zo’n 5,55 procent. Mijn laatste onderzoek, naar mijn meetinstrument, toonde aan dat 80 procent van de echte aangiftes was geseponeerd. Dat is geweldig veel.”

Het is niet de eerste keer dat een dader van een seksueel misdrijf er in ons land met een lichte straf vanaf kwam. Welke aanpak stelt u voor?

“Moeten we hen structureel langer opsluiten? Dat denk ik niet. Ik heb nog lesgegeven aan Chinese studenten. Zij wezen erop dat er bij hen geen recidive is voor verkrachting en moord, want iedereen die zich daaraan bezondigt wordt geëxecuteerd. Nul recidive dus. Maar toch wordt er in China nog altijd verkracht of gemoord. Zelfs de doodstraf schrikt nieuwe daders niet af. Toch is er altijd die roep naar zwaardere straffen.

“Dan denk ik: we moeten ze vooral structureel strenger begeleiden: door therapie, door een sociaal vangnet te creëren. Natuurlijk denken we liever ongenuanceerd, zeker in een geval zoals Steve Bakelmans. ‘Gooi ze allemaal direct de gevangenis in’, klinkt het dan. Maar wat we niet mogen vergeten, is dat er ook veel andere daders zijn, en die neem je ook mee in je strafrecht.

“Plus, je moet er ook vanuit gaan dat de betichte weleens onschuldig kan zijn. Zo’n beschuldiging is niet niks: die mannen verliezen hun job, hun geliefden. Ik ken zo iemand: hij werd ooit onterecht beticht en daarna vrijgesproken. Die man woont nu in Aruba, hij heeft zijn kinderen nooit meer teruggezien. Ook dat zijn drama’s.”

Hebt u, na het doorploegen van zoveel zedendossiers, ooit begrip gevoeld voor een dader?

“Nee, begrip heb ik daar nooit voor gehad. Wel verbijstering. Veel seksueel geweld gebeurt ook zo onverwachts. Dan denk je: hoe bestáát het? Zo was er een zaak van een man met blanco strafregister. Een stukadoor, met een dochter van 14 jaar. Op weg naar zijn werk komt die man ineens op het idee om iemand te verkrachten, en hij vergrijpt zich aan een meisje van 15 jaar dat voorbij fietst. Dan denk je: maar hoe kán dat nu? Hoe komt iemand tot zo’n besluit? Dát blijft wel raken.”

BIO

- André De Zutter

- 46 jaar, geboren in Lommel

- Opgegroeid in Geel, woont nu in Kanne

- Getrouwd, heeft 1 dochter en 2 zonen

- Was tien jaar lang chef-kok in zijn eigen restaurant

- Kreeg op zijn 30ste een late roeping voor de wetenschap

- Studeerde en promoveerde aan de Universiteit van Maastricht

- Doceert rechtspsychologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam

- Stelde een checklist op voor zedenspeurders: om echte van valse aangiftes te onderscheiden

De stille wake voor Julie Van EspenBeeld Wouter Van Vooren