Direct naar artikelinhoud
Dubbelinterview

‘Het moet gedaan zijn met de baronieën in Brussel’

Pascal Smet (sp.a) en Françoise Schepmans (MR). Smet: ‘Ze noemen mij niet voor niets de ‘ayatollah van de groenen’ (lacht). Ik ben groener dan de groenen zelf.’Beeld Tim Dirven

Brussels minister Pascal Smet (sp.a) en MR-lijsttrekker Françoise Schepmans lonken allebei naar de groenen om op 26 mei de Brusselse macht in handen te nemen. Een wedstrijdje flirten.

Enkele uren voor dit gesprek haalde Pascal Smet (sp.a) nog stevig uit naar de federale regering omdat ze te weinig doet voor de transitmigranten in het Noordstation. “Ongelofelijk hoe politici hun kop in het zand steken”, fulmineert de Brusselse minister van Mobiliteit nog na. “Ze hebben de boel jaren laten verrotten, gewoon om te kunnen zeggen dat de schuld bij Brussel lag.”

Françoise Schepmans (MR), die in Vlaanderen bekend werd als burgemeester van Molenbeek tijdens de Brusselse aanslagen, neemt het op voor premier Charles Michel, haar partijgenoot. “België vangt nu al het op zes na grootste aantal migranten op in Europa. We moeten duidelijke regels toepassen. Niet, zoals sp.a zegt, steeds soepeler worden.”

Sinds Didier Reynders (MR) op weg is naar een Europese topjob, treedt de schuchtere politica meer en meer op de voorgrond bij de Brusselse liberalen. Op 26 mei trekt ze hun kieslijst.

Politici die naar elkaar wijzen: is dat niet het grote probleem in Brussel?

Smet: “Het probleem is de versnippering van bevoegdheden. We hebben 19 gemeenten, 19 OCMW’s, 6 politiezones en 1 gewest. Iedereen is bevoegd, maar niemand voelt zich verantwoordelijk. Die structuur kost ook handenvol geld. Het Brussels Gewest en de gemeenten hebben een budget van 9,5 miljard euro. Terwijl Madrid, dat veel meer inwoners telt, rondkomt met 7 miljard euro. Daarom zeg ik: maak van Brussel één stadsgewest, met één politiezone en één burgemeester. Die kan alle neuzen in dezelfde richting zetten.”

Schepmans: “In Brussel hebben we gemeenten van 20.000 en van 200.000 inwoners. Brussel-stad loopt helemaal van Haren in het noorden tot aan het Terkamerenbos in het zuiden. Dat is inderdaad niet logisch. We moeten de grenzen van de gemeenten hertekenen. Maar ze samenvoegen? Dat vind ik overdreven. We moeten zorgen voor meer coördinatie en meer samenwerking. Het gewest moet krachtdadiger optreden, terwijl de burgemeesters beter moeten luisteren. Het moet gedaan zijn met de baronieën.”

Smet: “(droog) Dat zeg je nu al dertig jaar, Françoise. Intussen blijven we tijd verliezen. Dat ergert me. Er is geen sense of urgency.”

Schepmans: “Weet je wat het verschil is tussen ons? Ik pak de zaken pragmatisch aan, jij dogmatisch. Ik ga voor concrete stappen voorwaarts, jij bent goed in het lanceren van grote plannen. IRIS 1, IRIS 2, Good Move: die mobiliteitsplannen klinken allemaal mooi, maar hoe lang duurt het nu al om die nieuwe metro aan te leggen?”

Smet: “(windt zich op) Ik heb vijf jaar tegenwind gekregen omdat ik de Brusselaars durfde zeggen dat ze zich anders moesten gaan verplaatsen. Dat het nu stilaan lukt, is een van de grootste overwinningen van deze legislatuur. Met dank aan 6 miljard euro investeringen in het openbaar vervoer. Maar wat deed uw schepen Alain Courtois (MR)? Hij trok naar de rechtbank toen ik een fietspad wilde aanleggen op de Rooseveltlaan. De bewoners danken mij nu omdat ik toch heb doorgeduwd. Om maar te zeggen: jullie waren altijd tegen de fiets en het openbaar vervoer. Nu anderen hebben doorgezet, willen jullie het ook. De MR is een ‘Mouvement en Retard’ in plaats van een Mouvement Réformateur.”

Pascal Smet (sp.a) en Françoise Schepmans (MR).Beeld Tim Dirven

De Brusselse groenen hebben de wind in de zeilen. Bent u bang voor een rood-groene as, mevrouw Schepmans?

Schepmans: “Ik denk dat Rudi Vervoort (PS) meer aanstuurt op die as dan Zakia Khattabi (Ecolo). De groenen pleiten voor een progressieve coalitie na de verkiezingen. Maar wat is progressief? Sommige socialisten in Brussel willen gewoon surplacen, doorgaan zoals ze al decennia bezig zijn. Dat maakt hen conservatiever dan ons. Op het vlak van goed bestuur zijn wij in ieder geval een betere partner. Ook rond klimaat groeien we naar elkaar toe. De grootste bron van luchtvervuiling in Brussel is de verwarming van huizen. Daarom pleiten we voor energie- en renovatiepremies.”

Het valt op dat jullie plots voor duurzame mobiliteit en betaalbare woningen pleiten. Een strategische ruk naar links?

Schepmans: “Ach, alle partijen zijn vandaag groener dan een jaar geleden.”

Smet: “Maar als je de partijprogramma’s naast elkaar legt, dan liggen socialisten en groenen nog altijd veel dichter bij elkaar. Zelfs in die mate dat ze bij Ecolo-Groen ons institutioneel programma hebben gekopieerd. Ze noemen mij niet voor niets de ‘ayatollah van de groenen’ (lacht). Ik ben groener dan de groenen zelf.”

Schepmans: “Ik heb in Molenbeek een meerderheid met Ecolo geleid. Dat verliep correct. En bij ons in Molenbeek zijn het echt nog linkse ecologisten, hé, niet zoals die van Sint-Pieters-Woluwe.”

Alain Destexhe verliet uw partij omdat ze te veel opschoof naar links.

Schepmans: “Alain Destexhe is nooit een liberaal geweest, maar een conservatief. Daarom is het goed dat hij weg is. Tot nu toe was er altijd een ambiguïteit: soms was hij voor MR, soms tegen. Ik wou hem al weg toen hij werd gebannen door de Raad van Europa (omdat hij tegen betaling positieve rapporten zou hebben geschreven over de verkiezingen in Azerbeidzjan, ADB). Het was toen al duidelijk dat hij geen morele gedragscode had. Toen hij bij ons ook geen goede plaats meer kreeg op de lijst, is hij zelf vertrokken. Een vertrek uit opportunisme dus, eerder dan vanuit een politieke overtuiging.”

Ook jullie kiezers lopen weg.

Schepmans: “Het stoort me hoe velen de MR al dood verklaren. Onderschat ons niet, wij staan er nog steeds. We hebben de ambitie om mee te besturen.”

De MR wacht al vijftien jaar om mee te besturen in het gewest. Waarom zou u kunnen wat Reynders nooit is gelukt?

Schepmans: “Omdat ik een verzoenende figuur ben. Ik sta dicht bij het volk. Op dat vlak ben ik misschien complementair met Didier, die niet meteen markten afschuimde. Hij heeft ook veel werk met zijn job als minister. En vergeet niet dat de federale regeringsvorming straks zal meespelen. Wat in de Westraat gebeurt, straalt af op Brussel. Alles is mogelijk.”

Pascal Smet (sp.a) en Françoise Schepmans (MR).Beeld Tim Dirven

Zelfs een coalitie met de socialisten?

Schepmans: “We zijn zeker niet over alles akkoord, maar we hebben wel dezelfde visie over waar we met de stad naartoe willen.”

Smet: “(knikt) We willen allebei een sterk Brussel dat niet vanuit Vlaanderen of Wallonië bestuurd wordt. We gaan allebei voor een progressieve, stedelijke vernieuwing. Dus nee, ook ik stel geen exclusieven. Zolang we een kosmopolitisch en open-minded project kunnen uitbouwen. Brussel is een stad om trots op te zijn. Dat hebben we in het verleden te weinig uitgedragen. We waren te nederig, te weinig ambitieus.”

Schepmans: “Dat optimisme delen we alvast. Wetende natuurlijk dat de Brusselse identiteit ook fragiel is. Want dat het in sommige wijken fout loopt, is ook een realiteit. We hebben nog altijd betere scholen nodig. We moeten nog altijd meer inzetten op openbaar vervoer. En de politie moet nog altijd dichter bij de burger staan. Dat zijn forse uitdagingen. Het Brussels Gewest is nu 30 jaar oud: tijd om volwassen te worden.”