Videospeler inladen...

Wallonië worstelt met economische clichés, maar kloppen die wel? Een blik over de taalgrens

Als het in Vlaanderen over Wallonië gaat, zijn de clichés nooit ver. Hoe Wallonië nog altijd een economische woestenij is, zo gaat het vaak, en hoe ver de regio bij Vlaanderen achterop­hinkt. “De verarming is hier al volop bezig.”

Voor wie tegen het doemdenken over Wallonië wil ingaan, volstaat een korte dagreis vanuit Brussel. Naar Waals-Brabant, een van de rijkste regio’s van Belgie – enkel Vlaams-Brabant doet het beter. Het gemiddelde inkomen is hier 20.485 euro per jaar, tegenover het Belgische gemiddelde van 17.824 euro.

Niet voor niets is dit heartland MR, de achtertuin van premier Charles Michel. Rij er door de villawijken van Lasne en je waant je meteen in het Zoute of in Sint-Martens-Latem. Lasne staat in de top drie van meest bemiddelde gemeenten – met een comfortabel inkomen van 25.964 euro per inwoner. Per inwoner produceert heel Waals-Brabant anderhalve keer het Waalse provinciale gemiddelde. Hier is het dat Laurette Onkelinx met haar man Marc Uyttendaele een (gecontesteerd) buitenverblijfje deelt.

Biotech is het nieuwe staal

Vergeet de clichés, dit is de rijke navel van België. Wat het in grote mate te danken heeft aan bemiddelde mensen die vanuit Brussel rust en luxe opzoeken, maar ook aan Louvain-la-Neuve, de universiteit die met haar vele spin-offs welvaart in deze regio heeft gebracht. In het wetenschapspark van de UCL zorgen 271 bedrijven voor ruim 6.500 (vaak goed betaalde) jobs, voornamelijk in hoogtechnologische sectoren.

Het is een voorbeeld dat Waalse beleidsmakers maar al te graag aanhalen. En nog liever willen kopiëren op andere plekken. Louvain-la-Neuve is zo’n beetje het model waarop de opeenvolgende marshallplannen voor de regio’s geënt zijn: competentiepolen – zoals dat heet – met een hoge toegevoegde waarde, in de biotech bijvoorbeeld of IT. In mensentaal: industrieterreinen van de toekomst. Niet voor niets noemde PS-boegbeeld Paul Magnette biotech ooit “het nieuwe staal”. 

Wallonië is meer Charleroi dan Waals-Brabant

Tegelijkertijd wijzen de cijfers uit dat Waals-Brabant nog lang niet het model voor de rest van Wallonië is. Simpel gesteld: Wallonië is nog altijd meer Charleroi en Luik dan Waals-Brabant. In Vlaanderen bedraagt het armoede­risico bijvoorbeeld 10,5 procent, tegenover 19,4 voor Wallonië (en zelfs 30,9 voor Brussel). In Vlaanderen is de werkloosheidsgraad 3,5 procent, in Wallonië 8,5 procent en de jongerenwerkloosheid zelfs 27,9 procent. Het gemiddelde maandloon (3.432 euro) was in 2016 in Vlaanderen bijna 200 euro hoger dan in Wallonië (3.250 euro).

(Lees verder onder de grafieken.)

Thomas Dermine erkent dat de werkelijkheid niet bijzonder rooskleurig is. “De economische realiteit is nog altijd zorgwekkend. De cijfers blijven slecht. Maar je moet tegelijkertijd optimistisch zijn. Het is mogelijk om beter te doen.”

Dermine is de Waal van het jaar, een jonge Harvard boy – vloeiender in het Engels dan in het Nederlands – die anderhalf jaar geleden de leiding kreeg over de reconversie van de Caterpillar-terreinen in Gosselies, nabij Charleroi. In 2016 sloot het bedrijf van de ene dag op de andere zijn vestiging hier, en belandden de 2.200 werknemers op straat.

Een trauma voor de hele streek. Want, zegt Dermine, "iedereen had wel een familielid of een vriend die verbonden was met het bedrijf. Het is nog altijd een heel gevoelig onderwerp". 

Twee Walloniës komen samen

In de Aeropole – zo heet het bedrijventerrein waar Dermine werkt – komen desondanks twee Walloniës samen.

Er is de grauwe werkelijkheid van Caterpillar. De leegte en de stilte rondom de terreinen zijn nog altijd getuigen van een van de kwalijkste episoden uit de economische geschiedenis van het geteisterde Charleroi. “Een triest zicht”, noemt Dermine het.

De verlaten Caterpillar-domeinen in Charleroi

Maar tegelijkertijd is er ook de drukte rondom de nieuwe bedrijven die hier de voorbije jaren neerstreken, vaak spelers uit hoogtechnologische en moderne sectoren, die doen denken aan Waals-Brabant. 

Patattenveld

“Dertig jaar geleden was dit nog een patattenveld”, zegt Dermine, terwijl we met de auto door de Aeropole rijden. “Nu werken hier in totaal 10.000 mensen. De werkgelegenheid is de voorbije jaren trouwens ongeveer dezelfde gebleven in Charleroi: 10.000 jobs kwijt in oude industrieën als glas of bij Caterpillar, maar ook 10.000 erbij in nieuwe industrieën zoals biotech, IT of farma.”

“Kijk maar eens rond, dat zijn hier geen mijnen, hé. We hebben hier de wereldleider op vlak van vluchtsimulatoren of een bedrijf voor data treatment in de strijd tegen kanker. Het illustreert dat Wallonië verandert. Hier gebeurt wel degelijk iets.”

Dermine stoort zich aan de clichés vanuit Vlaanderen. “Bij het horen van de naam ‘Charleroi’ denken ze in Vlaanderen nog altijd aan oude industrieën of sluitende fabrieken. Hier investeren nieuwe bedrijven veel geld, dat staat ver van de Vlaamse clichés af. Het is niet allemaal donker en duister, en die boodschap moeten we verspreiden. Ook hier kunnen we zoiets als een Waals-Brabant uit de grond stampen.”

Heropstanding komt er niet

De Aeropole zit helemaal in de filosofie van de Waalse marshallplannen, met zogeheten “competentiepolen” rondom moderne en hoogtechnologische kmo’s en start-ups. Maar volgens Philippe Destatte is dat lang niet voldoende. “We moeten eerlijk durven zijn: de heropstanding van Wallonië is er niet gekomen”, zegt hij.

Destatte is een man met een harde boodschap voor de Waalse beleids­makers. Ooit, begin jaren 90, was hij kabinetschef in de federale regering, onder PS-wetenschapsminister Jean-Maurice Dehousse. Nu leidt hij de denktank Jules Destrée in Namen en is hij een luis in de pels van de socialisten, die zo lang aan het bewind waren maar – zo vindt Destatte – al te povere resultaten boekten.

Hij haalt er de statistieken bij. Jarenlang was het bruto binnenlands product in Wallonië hoger dan dat van Vlaanderen, in verhouding tot het Belgische gemiddelde. Tot de jaren 60, toen het noorden het zuiden voorbijstak. Sinds het nieuwe millennium ligt het in Wallonië zelfs beduidend lager: 72,4 procent van het Belgische gemiddelde. Terwijl het in Vlaanderen stijgt, en nu al 102,8 procent bedraagt. In Brussel, dat als hoofdstad uiteraard meer genereert dan Vlaanderen en Wallonië, is er zelfs een zorgwekkende achteruitgang.  

De clichés kloppen, dus, sommige toch. Andere weer niet. De Waal - hoeft het écht gezegd - is niet lui. Walen werken een beetje minder dan Vlamingen maar heel veel scheelt het niet: 1.534 tegen 1.555 uur per jaar per persoon. Een scepticus zal zeggen: dat scheelt meer dan een halve werkweek. 

(Lees verder onder de grafiek.)

"Mensen moeten uit de ontkenning"

Destatte klinkt bijwijlen als een Vlaams-nationalist, zo hard is zijn vaststelling. Hij wuift de opmerking weg, maar blijft scherpe vaststellingen op tafel gooien. “Mensen moeten echt uit de ontkenning”, zegt Destatte, “en erkennen dat de cijfers niet goed zijn. De recepten moeten anders, we moeten meer geld in de reconversie pompen.”

Destatte haalt de vele plannen aan die Wallonië de jongste jaren heeft gekend, van toekomstcontracten tot marshallplannen. Zijn onverzoenlijke oordeel: het is veel en veel te weinig. “In de competentiepolen wordt jaarlijks 50 miljoen geïnvesteerd. Dat is belachelijk weinig op een budget van 15 miljard. Maar ze geven liever geld aan de ondernemingen, een sinterklaaspolitiek met snoepjes en bonbons in plaats van dat te investeren in onderzoek.”

De werkloosheid piekt in Wallonië nog altijd veel hoger dan in Vlaanderen. En ook de aard van de tewerkstelling verschilt sterk. In Wallonië werken nog altijd veel meer mensen (21 procent) voor de overheid dan in Vlaanderen (14,5 procent). 

(Lees verder onder de grafiek.)

Destatte: “Natuurlijk hebben we een overheid nodig, maar als je niet voldoende produceert om te kunnen investeren in pakweg het wegennet, zit je in een impasse. Zo krijgt Wallonië de indruk geen geld te hebben.”

Volgens Destatte is de verarming al volop aan de gang. “Vergelijk de uitgaven van de huisgezinnen maar eens. Voor vrije tijd, vakantie, voeding of ziekenzorg – de Walen gespen de riem 15 procent verder aan dan de Vlamingen. Omdat er een ander rijkdomsniveau is. Ze zeggen wel eens dat een Vlaams kind even veel waard is als een Waals, maar dat zou in de toekomst kunnen veranderen. Als er zo’n verschil zit op de rijkdom, waarom zou de levenskwaliteit hier dan dezelfde blijven?”

Een klein voorbeeldje: Vlamingen geven per jaar 2.552 euro uit aan restaurant- en cafébezoek, Walen maar 1.644 euro. Eén conclusie zou kunnen zijn dat Walen soberder en gezonder in het leven staan, maar de werkelijkheid is toch dat hun budget dit soort van uitstapjes (gemiddeld) minder toestaat.  Of neem de uitgaven voor meubels en huishoudtoestellen: alweer significante verschillen. 

(Lees verder onder de grafiek).

Videospeler inladen...

De PS: goeien en slechten

En dan rest nog de vraag: wie is daar verantwoordelijk voor? In Vlaanderen wordt al snel de PS als schuldige aangewezen. Niet zo door Destatte, toch niet eenduidig. “Je hebt goeien en slechten bij de PS, mensen die de ernst van het probleem goed inschatten en mensen die dat niet doen. Mensen die nog altijd een links volksfront willen vormen.”

Videospeler inladen...

Het is een nauwelijks verholen sneer naar Paul Magnette, die het als Waals minister-president liet afweten, zo zegt Destatte. “Hij was te afwezig: je kunt niet én minister-president én burgemeester én professor én nog een paar andere dingen zijn. Magnette is een briljante man, maar ook hij moet de handen uit de mouwen steken. Nu de liberalen in het Elysette zitten (de zetel van de Waalse regering, red.) brandt het licht daar ’s avonds nog. Plots wordt daar gewerkt, dat was vroeger wel anders."

Bekijk de reportage, op stap met de Waal van het Jaar in Charleroi.

Videospeler inladen...

Meest gelezen