© Gil Plaquet

Antwerplegende Rudi Smidts speelde 26 jaar geleden finale op Wembley … en voetbalt op zijn 55e nog steeds

Afgelopen zondag op de Bosuil: Rudi Smidts kan samen met zijn vriendin en enkele kameraden van vroeger ongestoord de topper tegen Anderlecht (1-1) bijwonen. De herinneringen aan Wembley ‘93 blijven achterwege. Nochtans was het zondag precies 26 jaar geleden dat de voormalige linksback als aanvoerder van Antwerp de mythische grasmat van Wembley betrad voor de Europacup II-finale tegen Parma. “De oude garde kent me nog wel, maar de nieuwe lichting supporters niet meer.”

Diederik Geypen

Wat betekent Wembley ‘93 nog voor jou?

“Het is een finale waar ik nog steeds enorm trots op ben, maar de mooiste wedstrijd blijft voor mij de bekerfinale van het jaar voordien tegen KV Mechelen. Omdat we die winnend afsloten. De finale op Wembley was een onvergetelijk avontuur. Een hoogtepunt, maar door het verlies komt die match toch niet op de eerste plaats.”

Je bent en blijft een ‘Antwerp Legend’, Rudi. Leg de jonge fans nog eens uit waarom.

“Ik heb in totaal 23 jaar voor Antwerp gevoetbald, van 1974 tot 1997 (in 1984 kwam hij bij de A-kern, red.). Het begon allemaal heel onschuldig. Enkele jongens met wie ik na school op straat voetbalde, supporterden voor Antwerp. Via hen kocht ik op elfjarige leeftijd mijn eerste lidkaart. Zo ben ik erin gerold.”

En begon je vervolgens voor Antwerp te voetballen.

“Klopt. We waren met z’n drieën en dachten samen in dezelfde ploeg te spelen. Maar omdat we niet van dezelfde leeftijd waren, begon ik bij de miniemen en zij bij de kadetten. We hebben elkaar nadien niet meer teruggezien. Dat zal ik nooit vergeten. Ik was ook de enige die uiteindelijk is doorgebroken.”

Je bent opgegroeid in een echte Beerschot-familie. Wat dachten ze thuis toen je naar de Bosuil ging?

“In onze straat was het een en al Antwerp, maar in de huiskamer Beerschot. Je hoort het wel vaker: als de ouders voor de ene ploeg supporteren, kiest hun zoon of dochter voor de rivaal. (lacht) Mijn vader had altijd op het Kiel gewoond en was een echte Beerschot-fan. In het begin wilde hij niet naar Antwerp komen kijken. Tot op een gegeven moment mijn moeder, die eigenlijk niet in voetbal geïnteresseerd was, besliste om te gaan kijken. Toen heeft hij toch maar zijn kar gekeerd.”

(Lees verder onder de foto)

© Photo News

Je stootte vanuit de Antwerp-jeugd door naar de hoofdmacht. Was jij de Geoffry Hairemans van jouw tijd?

“Neen, toch niet. Ik heb als klein, mager ventje serieus moeten knokken in mijn jeugdjaren. Op mijn zestiende zag het er niet naar uit dat ik een vaste waarde zou worden in het A-elftal. Mijn geluk was dat ik altijd ben blijven trainen. En sterker werd door ook in het katholieke verbond en in de zaal te gaan voetballen. Eigenlijk mocht dat allemaal niet, maar daar trok ik me niets van aan. Ik kan me herinneren dat ik in de eerste ploeg stond en een journalist erop uitkwam dat ik ook in de zaal speelde. Ik heb toen een boete gekregen en ben ermee moeten stoppen. Sjotten was en is nog altijd mijn leven, het maakt niet uit waar of met wie.”

Je lag net als ‘Geofke Deurne-Noord’ wel goed in de markt bij de fans.

“Op dat vlak heb ik nooit mogen klagen. Spelers en supporters hadden vroeger ook een innigere band dan nu. In onze tijd kwamen we na de match met de fans samen in de cafés op de Bisschoppenhoflaan. Dat was een vast ritueel. Ik heb daar ook mijn beste vrienden leren kennen. Ondertussen is het voetbal dermate geëvolueerd. De afstand tussen spelers en supporters was nog nooit zo groot. De oude garde kent me nog wel, maar de nieuwe lichting niet meer. Soms word ik aangeklampt door een jonge supporter. ‘Mijn vader was een grote fan van u’, hoor ik dan. Ik vind het best oké zo, ik heb al die aandacht niet nodig.”

Wat doe je vandaag voor de kost?

“Ik werk als inspecteur voor het keuringsbedrijf Vinçotte op de kerncentrale in Doel. Nog voor ik profvoetballer werd, heb ik een opleiding mechanica gevolgd. Daar heb ik me later in bijgeschoold. Ondertussen werk ik er al meer dan tien jaar.”

Heb je die totale ommekeer vlot overleefd?

“Ik schoot niet in paniek toen ik ben gestopt met voetballen, maar ik moest mijn leven na al die jaren plots een andere wending geven. In die periode werd ook mijn scheiding in gang gezet, waardoor ik in Brussel niets meer te zoeken had. Daarom ben ik teruggekeerd naar Antwerpen.”

Sommige ex-profs zijn liever coach dan voetballer, maar jij niet.

“Het trainerschap was niets voor mij. In 2002 stopte ik met profvoetbal (als speler van KV Mechelen, red.). Nadien was ik twee jaar speler-coach bij Schoten, maar daar stond ik meer tussen de lijnen dan ernaast. Ik probeerde het vervolgens nog even als assistent-trainer en jeugdcoördinator bij Dilbeek, maar in 2007 had ik het allemaal wel gezien. Een trainer verzet bergen werk: alles analyseren, trainingen voorbereiden… Als speler ga je trainen en daarmee is de kous af. Daarom zeg ik chapeau tegen de mensen die in het trainersvak stappen.”

Een loopbaan als trainer was niets voor jou, maar voetballen doe je op 55ste nog altijd.

(Lacht) “Ik heb nog lang op provinciaal niveau gevoetbald, tot ik bijna vijftig was. Maar ik kan het nog steeds niet loslaten. Ik speel nu bij Muggenberg, het ploegje van Erik Van Looy. En verder bij de veteranen van KV Mechelen en in de zaal. Het is ook voor de vriendschappen in de ploeg dat ik het doe. Op mijn leeftijd gaat het allemaal wat trager en neem je minder risico’s, maar ik amuseer mij kostelijk.”

© Photo News

Momenteel lig je wel in de lappenmand.

“In die drie jaar bij Muggenberg was ik bijna nooit geblesseerd, tot nu. In een duel viel er iemand op mij, waardoor ik een knieblessure opliep. Gelukkig bleven het kraakbeen en de kruisband gespaard en moest ik niet onder het mes. (Enthousiast) Bij de start van het nieuwe seizoen sta ik er weer!”

De fysieke slijtage lijkt op jou geen vat te hebben?

“Ik heb in mijn leven altijd veel bewogen. Ook nu nog. Tijdens mijn job doe ik bijvoorbeeld veel klimwerk. Op een stoel zitten, dat is niets voor mij.”

Vind je in je drukke agenda nog genoeg tijd om de club van jouw hart te volgen?

“Als ik kan, ga ik zeker kijken. De sfeer van de oude dagen, zelfs bij minder goede matchen, is helemaal terug. De club vroeg me al twee keer om de aftrap te komen geven. Dat is het minste wat je kan doen. Ik vind het bijzonder straf wat Antwerp dit seizoen neerzet. Jarenlang leek het alsof de tijd was blijven stilstaan op de Bosuil, dat kunnen we nu niet meer zeggen. Het is een bedrijf geworden. De nostalgie is wat weg, maar je moet deze weg nu eenmaal inslaan. Ik denk dat we het einde van de opmars nog niet kennen.”

Welke spelers lieten dit seizoen de beste indruk op jou na?

“Dan denk ik spontaan aan Lamkel Zé en Mbokani. Lamkel Zé kende ik nog niet, ik vernam dat het ne speciale is. (lacht) Maar hij is sterk en scoort vaak. Mbokani is een voorlinie op zich. Zijn afwezigheid hebben ze zondag tegen Anderlecht gevoeld.”

Moet Antwerp Mbokani aan boord houden?

“Als ik hem zie spelen, is zijn leeftijd (33, red.) voor mij geen item. Hij wil zich financieel verbeteren, maar ik vind dat hij bij Antwerp al behoorlijk (ongeveer 1 miljoen euro op jaarbasis, red.) verdient. Antwerp is niet langer een gewone club. Ook de lonen zullen stevig aandikken. De Mbokani van nu kunnen ze volgend seizoen nog goed gebruiken.”

Afspraak mét Dieu op de Heizel dan maar?

“Voor de fans zou Europees voetbal in het Koning Boudewijnstadion geweldig zijn. En als het voor mij past, waarom niet? De midweekmatchen moeten wel combineer blijven met mijn job. Want om 5.00u ’s ochtends roept de plicht.” (knipoogt)

Finale Europa Cup II (1993)

PARMA: Ballotta, Benarrivo, Di Chiara, Minotti, Apolloni, Grün, Melli, Zoratto, Osio, Cuoghi, Brolin.

ANTWERP: Stojanovic (1), Kiekens (2), Broeckaert (3), Taeymans (4), Smidts (5), Van Rethy (7), Lehnhoff (10), Jakovljevic (6), Segers (8), Severeyns (9), Czerniatynski (11).

VERVANGINGEN: 27’ Zoratto door Pin, 57’ Jakovljevic door Van Veirdeghem, 66’ Osio door Pizzi, 87’ Segers door Moukrim.

DOELPUNTEN: 9’ Minotti 1-0, 12’ Severeyns 1-1, 30’ Melli 1-2, 86’ Cuoghi 1-3.

GELE KAARTEN: 32’ Di Chiara, 37’ Severeyns, 65’ Segers, 82’ Broeckaert.

TOESCHOUWERS: 37.393, waarvan 20.000 Antwerpfans.

SCHEIDSRECHTER: Karl-Josef Assenmacher (Dui).

© BELGA

© belga