Voedsellabo Lavetan is Europees toonaangevend: “Wij zijn aanwezig in elke Vlaamse koelkast”

Tussen de bedrijven op de Turnhoutse Veedijk springt het gebouw van Lavetan er onmiddellijk uit. De gevel is strak wit met een opvallend grote glaspartij. In een hoek van de receptieruimte staat een marmeren versie van De man die de wolken meet van Jan Fabre. “Vooruit kijken en meten, we voelden een zekere verwantschap”, zegt laboratoriumdirecteur Jan Robrechts met een glimlach.

Robrechts had in de jaren negentig de leiding over het Medisch Laboratorium Kempen. In de garage thuis begon hij met Lavetan. Dat was een tijdje gevestigd in Vosselaar – “voor ze neergehaald werden, zijn de gebouwen nog gebruikt voor de televisiereeks Tytgat Chocolat” – maar zit ondertussen al meer dan tien jaar op de Veedijk. “Eerst hebben we vooraan bijgebouwd, ondertussen staat er een nieuw blok aan de zijkant klaar voor de verhuis van onze serologische afdeling (voor bloedonderzoek naar antistoffen, nvdr.).”

Grootste voedingslabo

Lavetan werd opgericht als een laboratorium voor het primaire segment van de voedingsindustrie, zeg maar alles wat gekweekt wordt, met een focus op pluimvee. Vandaag is het bedrijf ook actief in de transformatiesector, waar voeding verwerkt wordt, en in de distributie. Met een marktaandeel van ongeveer 40% en meer dan duizend stalen en een paar duizend bloedbuisjes per dag is het het grootste voedingslabo van België. “Als er producten in je koelkast staan, is de kans groot dat wij er iets van geanalyseerd hebben”, vat Robrechts het samen.

De stalen komen in verschillende vormen binnen, van een 25 kilogram zware hesp tot een oorplaatje met koeienweefsel. “Ze worden dezelfde dag verwerkt volgens de methode die de klant kiest. Voor salmonella zijn er bijvoorbeeld vijf verschillende manieren. DNA-ontleding duurt slechts 24 uur, maar is wel duurder.” Klanten variëren van lokale fabrieken zoals Astra Sweets en Ijsboerke tot grote supermarktketens zoals Colruyt en Carrefour.

Achter de bezoekersingang gaan er twee laboratoria schuil. In het microbiologische worden bacteriën gekweekt, in het serologische worden bloedonderzoeken gedaan. “In 2008 zijn we verhuisd, waarbij we tienduizend culturen op de juiste temperatuur moesten houden”, vertelt Robrechts. “Tegelijk hebben we een nieuw informaticasysteem geïntroduceerd. Al onze processen verlopen digitaal. Zo winnen wij tijd voor onze klanten, de analyses zijn immers overal hetzelfde.”

Robots

Niet alleen de software is hightech, ook de hardware. “We kregen onlangs Amerikanen op bezoek om naar onze robots te kijken. Langzaam maar zeker dringt ginder door op welke vernieuwende manier wij hun machines hier gebruiken. Wij hebben hier vier serologische robots staan, het grootste aantal is zes bij een Amerikaans superlab.”

En daarmee hoeft de digitale revolutie niet te stoppen voor Lavetan. “Over een half jaar hangen hier overal infoschermen. En volgend jaar willen we artificiële intelligentie inzetten bij de analyses. De verbanden en de redeneringen die nu van onze wetenschappers komen, kneden we om tot zelflerende software.” Is er dan binnenkort geen personeel meer nodig bij Lavetan? “We zijn net continu op zoek naar nieuwe mensen”, verduidelijkt Robrechts. “Waar we vroeger vooral hogeropgeleiden nodig hadden, stellen we nu dankzij de robotisering ook lagere profielen te werk.”

Lavetan is een schoolvoorbeeld van een bedrijf dat evolueert van het ambachtelijke over het industriële naar het digitale en het intelligente. Als eerste Europees laboratorium werd het recent bekroond met het label Factory of the Future. Met dat programma wil Europa de maakindustrie naar een duurzame toekomst leiden. “Wij maken geen batterijen of auto’s, wel data. Factory of the Future zegt iets over je kwaliteit van bedrijfsvoering. Werken aan de toekomst doe je vandaag.”

www.lavetan.be