Zo pro-life is Alabama: twee dagen na
ingrijpende abortuswet krijgt man de doodstraf

Dinsdag werd de zogenaamde ‘hartslagwet’ goedgekeurd. Die verbiedt abortus vanaf het moment dat de foetus een hartslag heeft, wat vanaf de zesde week het geval is. Ook voor vrouwen die zwanger raken na incest of na een verkrachting, wordt er geen uitzondering gemaakt. De wet is een overwinning voor de pro-lifebeweging, die het recht op leven wil bewaken. 

Twee dagen later, op donderdagavond, krijgt Michael Samra een dodelijke injectie, dat zegt de procureur-generaal van Alabama. Samra werd in 1997 samen met zijn vriend Mark Duke schuldig verklaard aan de moord op vier mensen, allemaal familieleden van Duke. De beklaagden werden toen allebei ter dood veroordeeld. Dukes straf werd later teruggedraaid omdat hij op het moment van de feiten minderjarig was, Samra was 19. 

Hoewel de timing van beide gebeurtenissen toevallig is, markeert het wel de tegenstellingen waar de conservatieve flank mee kampt. De bescherming van het menselijk leven is cruciaal in de ene context, maar niet in de andere. 

“Het is een tegenstelling die me al lang bezig houdt”, zegt Hannah Cox, hoofd van de belangenorganisatie Conservatives Concerned About the Death Penalty. De goedkeuring van executies is volgens haar een houding die het pro-life-argument verzwakt. Cox, zelf afkomstig van Alabama en tegen zowel abortus als de doodstraf, zegt dat steeds meer conservatieven haar standpunt delen.