Direct naar artikelinhoud
EconomieAB InBev

Belastinginspectie sleept AB InBev voor de rechter: wat zijn de gevolgen?

Belastinginspectie sleept AB InBev voor de rechter: wat zijn de gevolgen?
Beeld REUTERS

Na de polemiek rond ‘Pintje, Sam?’ komt AB Inbev opnieuw in het gedrang. Maar nu niet om een advertentie, wel om een belastingdeal die de bierreus in ons land kon sluiten. 

Biergigant AB InBev mag vrijdag aanschuiven voor de fiscale rechtbank, want de Bijzonder Belastingsinspectie (BBI) eist 30,44 miljoen euro terug. Dat schrijft De Tijd. Dat die 30 miljoen euro nooit betaald zijn, komt omdat AB InBev een akkoord had gesloten met de fiscus: de winst die zij tussen 2011 en 2015 in het buitenland boekten, werd in België maar met vier procent belast. Het ging om een zogenaamde ‘excess profit ruling’: deals die de fiscus afsloot met multinationals om investeringen aan te trekken. In totaal maakte ons land zulke akkoorden met 36 bedrijven.

Voor AB InBev betekende de ruling dat zij in die periode maar 11,2 miljoen euro aan belastingen hebben betaald, op een totaal van meer dan 287 miljoen euro winst. De BBI valt nu over de inhoud van de deal. Want hoe de vrijgestelde ‘overwinst’ wordt berekend, bepaalt natuurlijk ook de grootte van het belastingvoordeel. “Voor het hele internationale bedrijf kan een stuk van de winst worden toegeschreven aan België”, legt professor fiscaliteit Michel Maus (VUB) uit. “Stel dat AB InBev een product ontwikkelt in een onderzoekscentrum in de Verenigde Staten. Daar moeten ze in feite niets betalen, want het is hun eigen onderzoekscentrum. Er is dus geen reële kost. Toch kunnen ze er winst boeken op de producten die ze ontwikkelen.” De belasting op die overwinsten in België, daarover konden multinationals een deal sluiten met de fiscus.

Alleen is de claim van de BBI niet zo evident: een ruling is normaal gezien bindend, tenzij er destijds onvolledige informatie is doorgegeven aan de fiscus. Maus: “30 miljoen euro gaat hen commercieel weinig schaden, maar principieel is de zaak zeer belangrijk. De BBI vraagt eigenlijk om bindende afspraken te doorbreken.” En dat leidt dan weer tot onzekerheid in investeerdersland. Want als een bindend akkoord achteraf kan worden herroepen, kan een multinational moeilijk op twee oren slapen dat het belastingvoordeel wel voordelig blijft. “De rechter gaat eerst moeten onderzoeken of dit wel kan, dus de zaak kan erg lang aanslepen”, zegt Maus.

Oneerlijke concurrentie

In deze zaak kijkt de BBI naar de precieze winst van Ampar, een dochteronderneming van AB Inbev. Die kocht vanuit ons land materialen aan om wereldwijd te gebruiken in AB InBev-centra. Intussen is Ampar in Zwitserland gevestigd, maar tussen 2011 en 2015 genoten zij bij ons nog van een fiscaal voordeel. Van de internationale winst die in ons land toekwam via Ampar, moest maar 20 procent worden belast. De 30 miljoen euro die nu wordt teruggeëist, gaat enkel over de periode 2011-2012. Er kan mogelijk nog meer geld volgen als de BBI de andere boekjaren ook aanvecht.

Zo’n ruling achteraf tenietdoen kan enkel als de fiscus bij het afsluiten ervan niet volledig was geïnformeerd over bijvoorbeeld de economische toestand van het bedrijf, of als de ruling eigenlijk onwettig is. Het ziet ernaar uit dat de BBI naar zulke argumenten zal zoeken. De wettigheid van de Belgische excess profit rulings werd al onderzocht door de Europese Commissie, omdat ze tot oneerlijke concurrentie zouden leiden tegenover de andere lidstaten. Maar in februari dit jaar kreeg ons land daarin gelijk. Het concept van de rulings an sich kon niet als staatssteun worden gerekend. Per ruling afzonderlijk valt wel een nieuw onderzoek te openen. De Commissie ging overigens in beroep.

De fiscale rechtszaak komt voor AB InBev weinig gelukkig, want de Europese Commissie zit de bierreus ook al voor een andere kwestie op de hielen. AB InBev had verhinderd dat hun bierflesjes uit de ene Europese lidstaat in de andere konden worden verkocht, omdat ze per land andere prijzen hanteren. Zulke kartelafspraken gaan dan weer in tegen het vrij verkeer van goederen, zegt de Commissie. Die legde AB InBev begin vorige week een boete van 200 miljoen euro op.