Direct naar artikelinhoud
OpinieMichaël R. Roskam

Michaël R. Roskam over Niki Lauda: ‘En toen stuurde mijn vader me de living uit’

Michaël R. Roskam.Beeld Photo News

Michaël R. Roskam is filmregisseur.

Ik was nog geen 4 jaar op 1 augustus 1976. Mijn broertje Alexandre was net geboren, twee dagen eerder op 30 juli. Blijkt dit mijn allereerste en oudste herinnering te zijn: ik, een boterham met choco etend in de keuken van ons appartement in Sint-Truiden, met mijn koffie slurpende vader, klaar om naar het moederhuis te vertrekken. 

Het moet dus een vrijdag geweest zijn, die geboorte, want 1 augustus was zonder twijfel een zondag. Het was de Grote Prijs formule 1 van Duitsland en races reden ze op zondag. Die dag zou Niki Lauda met zijn Ferrari betrokken geraken in een verschrikkelijk ongeval op de levensgevaarlijke Nürburgring.

Grundig

Zoals elke racezondag hadden mijn vader en ik postgevat achter onze zwart-wittelevisie, een blok Grundig, met negen posten waarvan er maar zeven ontvangst hadden. Vaak vertoefde ik tijdens de race tussen zijn licht gebogen, aan de enkels gekruiste benen waar ik een monocock van maakte, met een stuurtje, en een veel te grote helm, inclusief bivakmuts en pyjama als overall, en een badjasriem als gordels. 

Ik reed altijd mee en werd dat jaar voor de eerste keer wereldkampioen. En toen stuurde hij me de living uit. Onze favoriet stond in brand. De ernst kon nooit tot mij hebben doorgedrongen, al herinner ik me wel die massieve kast televisie, die schuivende bolide in lichterlaaie, en de typische overbelichte beeldbuisvlek waar de brand het hevigst was. Ik speelde dan maar mijn eigen race. Met mijn F1-autootjes, in de gang, met papa’s kleurpotloden waar ik circuits mee bouwde, met zijn Ferrari die ik nog steeds heb. Ik heb ’m vast, terwijl ik dit schrijf. Een klein, rood hebbeding van 42 jaar oud. 

Polistil was het merk. Er was er ook eentje met mijn naam op, die mijn vader speciaal met mijn eigen kleuren, ‘livery’ noemen ze dat, had beschilderd. Het was de wagen waar ik wereldkampioen mee werd, en Niki tweedes. En ik ben ook een paar keer in brand gevlogen.

Ik geef toe, de ontroering over zijn dood is er ook een over mijn allereerste herinnering, en over de geboorte van mijn broer. Over mijn vader en ik. En nu heeft mijn vader alzheimer, en ben ik de enige die het me herinner. Want de reden waarom ik fan werd van Lauda, kwam dus door hem, want Lauda zou de snelste ooit worden, zei ie, en alles wat hij zei was waar. 

Naam als snoep

En ook omdat Niki’s naam klonk als snoep. Met zijn rode helm, en die rode Ferrari, alles leek lekkernij. Het was alsof Niki speciaal voor kinderen met petrol in hun bloed was uitgevonden. Ik deed niets liever dan de naam Niki Lauda uitspreken. En al die jaren nadien, ben ik fan gebleven, en ik was 13 toen hij als coureur op pensioen ging. 

Nu ben ik 46 en Niki Lauda is niet meer (DM 22/5). Een legende, een van de beste piloten ooit, maar ergens ook nog steeds de man wiens naam op een snoepje lijkt. Niki Lauda.

Papa, herinner je je nog Niki Lauda?