Federale malaise: kunnen wankele voorzitters een stabiele regering maken?

N-VA, 26 mei 2019.

Een compleet versplinterd partijlandschap, de (her)intrede van uiterst rechts en links en het risico op een federale regering zonder Vlaamse meerderheid. Nee, koning Filip gaat geen makkelijke maanden tegemoet.

Dat de federale regeringsvorming een titanenwerk zou worden, stond al min of meer vast. Maar door de overwinning van Vlaams Belang en PVDA en de nederlagen voor N-VA en CD&V, is de hoop op een snelle coalitievorming verder weg dan ooit.

Wat nu al vaststaat, is dat er een groot aantal partijen in de regering zullen belanden. De verschillende mogelijke combinaties komen maar moeizaam aan 76 zetels – de vereiste meerderheid.

Een regering zonder N-VA is per definitie een regering zonder Vlaamse meerderheid.

Niet alleen de rekenkunde zit tegen. Ook de politieke logica zorgt voor ongerustheid. Zo is een federale regering zonder N-VA haast ondenkbaar. Niet alleen door de electorale logica, maar ook door strategische overwegingen.

Want waarom zouden grote verliezer CD&V en de teleurstellende Open VLD zonder N-VA samenhokken in een regering met PS en Ecolo, wanneer het oppositiebolwerk bestaande uit N-VA en Vlaams Belang zijn stemmen telt?

Te beginnen met een Hendrik Bogaert, die de rechtse vleugel van CD&V – of wat daar van rest – vertegenwoordigt. Waarom zou die ooit aanvaarden dat zijn partij in zo’n coalitie stapt?

En wat te zeggen van de rechtse Vincent Van Quickenbornes (Open VLD) van deze wereld? Waarom zouden zij ooit aanvaarden dat de Vlaamse liberalen de N-VA lossen?

Marrakesh

Tegelijkertijd zit N-VA in een bijzonder netelige positie. Enerzijds schoven ze Jan Jambon naar voren als kandidaat-premier, anderzijds lijkt dat aanbod vandaag ongeloofwaardiger dan ooit.

Willen de Vlaams-nationalisten wel in een regering stappen met een massief Vlaams Belang-blok in de oppositie? Dat is allesbehalve een aangenaam vooruitzicht voor de komende vijf jaar – zeker wanneer zou blijken dat het hen niet lukt om het Marrakesh-pact ‘niet mee uit te voeren’, zoals Theo Francken beloofd heeft.

Op hetzelfde moment heeft De Wever al gezworen ‘alles te doen’ om te verhinderen dat er een federale regering komt zonder Vlaamse meerderheid. Een coalitie zónder N-VA haalt volgens de vooruitzichten amper 41 zetels. Ze komen dus niet aan een meerderheid binnen de 86 zetels van de Nederlandstalige taalgroep. Een regering zonder N-VA is per definitie een regering zonder Vlaamse meerderheid.

N-VA is dus op weg om haar imago als rebelse, uitdagende partij voorgoed van zich af te werpen. Tegen wil en dank. Binnen Vlaams Belang werd N-VA, met zijn bereidheid tot het compromis, al minachtend omgedoopt tot ‘le nouveau CVP’. Als N-VA een regering zou maken met de andere traditionele partijen louter ‘om de verantwoordelijkheid op te nemen’, dan mag Tom Van Grieken luidop beginnen dromen van een verduurzaming van de doorbraak van Vlaams Belang.

Elio Di Rupo

Natuurlijk ligt het kalf evenzeer gebonden aan de overkant van de taalgrens. MR en PS liggen op dit moment verwikkeld in een nek-aan-nekrace, de extreemlinkse PTB behaalt een puike score en ook Ecolo is een grote partij geworden. De N-VA mag dan wel de verkiezingen hebben verloren, haar discours van België als een land van twee democratieën houdt op 26 mei enigszins steek.

PS-voorzitter Elio Di Rupo op 26 mei 2019.
PS-voorzitter Elio Di Rupo op 26 mei 2019.© Belga

De politieke families, belangrijk in de formatie van de federale regering, vertonen ook geen duidelijk beeld. Zondagavond laat is de socialistische familie één zeteltje groter dan de liberale familie. De ecologisten maken geen schijn van kans door het ontgoochelende resultaat van Groen in Vlaanderen. Zelfs de N-VA behaalt op zijn eentje meer zetels dan de optelsom van overwinnaar Ecolo en het matige Groen.

De socialisten stevenen dus af op de titel van grootste familie. Moet de koning Elio Di Rupo dan het veld insturen? Of laat Filip de in Vlaanderen onpopulaire PS-voorzitter links liggen om een eigenzinnige formule uit te vinden?

Persoontje

Om het allemaal nog een beetje moeilijker te maken, is er het vaststaand feit dat in België de partijvoorzitters de regering maken, niet de koninklijk verduidelijkers, informateurs of dies meer. Dan is het nog maar de vraag hoe eensgezind partijen als CD&V en Open VLD nog zijn.

Het nog maar de vraag hoe eensgezind partijen als CD&V en Open VLD nog zijn.

Wouter Bekes beoogde 20 procent bleek een verre droom, zijn zet om Hilde Crevits naar voren te schuiven een mislukking. Open VLD wil tegelijkertijd het beeld hoog houden dat het allemaal meevalt. Maar de ambitie van Rutten om de tweede partij te worden bleek veel te hoog gegrepen – de partij moet N-VA, Vlaams Belang en CD&V voor laten.

Bovendien waren sommige partijgenoten van Rutten al tijdens de campagne niet vies van een praatje te slaan met journalisten om hun voorzitter te veroordelen voor haar solo slim. Haar wens om de eerste vrouwelijke premier van België te worden kon haar achterban niet bekoren.

Bart De Wever zal van zijn kant de handen vol hebben met de Vlaamse regeringsvorming. Hij verklaarde al meerdere keren dat ‘zijn persoontje’ niet in de weg zal staan van bepaalde bekommernissen. Niet zonder reden. Zijn positie binnen de partij is kwetsbaarder geworden, dat is voor élke verliezende voorzitter zo. En ook SP.A-voorzitter John Crombez zal ook niet onbesproken blijven.

Kunnen wankele voorzitters een stabiele regering maken?

Al die factoren maken de regeringsvorming nóg moeilijker dan verwacht. De koning maakt zijn agenda en zijn hoofd best leeg. Het worden lange maanden.

Federale malaise: kunnen wankele voorzitters een stabiele regering maken?
© Belga
De zetelverdeling in de Kamer na 26 mei.
De zetelverdeling in de Kamer na 26 mei.© Philippe Baert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content