Direct naar artikelinhoud
InterviewTom Ford

Modeontwerper Tom Ford: ‘Ik ben een perfectionist. Anaal gefixeerd, verkrampt, schijnbaar afstandelijk. En huiselijk’

Modeontwerper Tom Ford: ‘Ik ben een perfectionist. Anaal gefixeerd, verkrampt, schijnbaar afstandelijk. En huiselijk’
Beeld NYT RYAN PFLUGER

Ooit stond Tom Ford (57), kersvers chairman van de Amerikaanse modewereld, voor overdaad en seks. Intussen is hij een toegewijd familieman – met dank aan zijn zoontje van zes. Maar zijn oog voor esthetiek krijgt nog altijd geen moment rust. Wie anders schildert de tractors op zijn ranch zwart, zodat ze beter zouden matchen met de koeien? 

Tom Ford is er al vroeg. Hij wil de meubels herschikken en de sowieso al superstijlvolle ruimte in de hotste club van West Hollywood, de San Vicente Bungalows, nog een ­tikkeltje innemender maken. En dus gaat een team van acht medewerkers aan de slag, onder zijn leiding. Een potplant op het terras belandt in een hoek, ergens anders komen 25 amberkleurige offerkaarsen te staan. Ford zelf herschikt de bloemen. Hij haalt alle rozen ertussenuit, de boterbloemen mogen blijven – de ontwerper houdt niet van gemengde boeketten.

Als ik binnenkom, is de ontwerper in gedachten verzonken. Hij staat te fantaseren over hoe de ruimte nog mooier kan worden. Over bruine, fluwelen doeken die hij aan de muren zou kunnen hangen. Als je erbij stilstaat, kan alles altijd sensueler en mooier. En Ford staat er constant bij stil. Toen hij zes jaar was, en groot en sterk genoeg om meubels te verplaatsen, sloeg hij aan het herinrichten. Soms verving hij zijn meubels door die van zijn zus. Een andere keer had hij kritiek op het kapsel en de schoenen van zijn moeder.

Het moet verschrikkelijk zijn om als Tom Ford door het leven te gaan. Non-stop ziet hij imperfecties. Je hebt haast te doen met die kerel zonder pauzeknop. “Ik ben een perfectionist”, zegt hij. “Anaal gefixeerd, verkrampt, schijnbaar afstandelijk. En huiselijk. Ik ben gek op mijn huis.” Kleine correctie: zés huizen.

Van Tom Ford is geweten dat hij overdag in kostuum naar de bioscoop gaat. Bedden opmaken – ook bij anderen thuis – doet hij met de strakheid en het plooiwerk dat je ook ziet in ziekenhuizen. “Ik weet niet of het een vloek of een zegen is, maar hij kan dingen echt beter maken”, zegt actrice Rita Wilson, een vriendin. “Hij is niet bang om je te zeggen dat je haar 7 centimeter korter moet, of dat je moet afvallen.”

Zelfs op vakantie in de tropen of wanneer hij gaat raften, ziet hij er griezelig perfect uit, zegt ze. Vroeger droeg hij witte T-shirts die hij bij de Milanese warenhuisketen La Rinascente kocht; nu opteert hij voor zijn eigen merk. “De snit van de mouw moet precies goed zijn, zodat je biceps tot zijn recht komt”, zegt hij. In 2003 schoor hij als creatief directeur van Gucci voor een reclamefoto persoonlijk een ‘G’ in het schaamhaar van een model, die hij vervolgens met wenkbrauwpotlood accentueerde.

Zijn vrienden prijzen zijn enorme loyaliteit. Wilson, die van borstkanker genas, vertelt dat ze na de diagnose, in 2015, naar de Tony Awards moest. Ze voelde zich slecht in haar vel, “omdat een deel van mijn lichaam was weggehaald. Ford ontwierp een prachtige jurk die mijn figuur er normaal deed uitzien. Hij deed dat fijngevoelig, genereus en met veel liefde.”

Gesmolten chocolade

Tijdens de drie uur die we samen doorbrengen, checkt Tom Ford geen enkele keer zijn telefoon. Hij heeft een perfecte lichaamshouding en verfijnde manieren. Wanneer ik na een toiletbezoek terug naar de tafel keer, staat hij recht. Zijn stem, schreef een fan in een YouTube-commentaar, klinkt zoals gesmolten chocolade smaakt.

Ik vertel hem dat ik geobsedeerd ben door belichting. Dat ik op restaurant weleens lampen uitdraai of tijdens feestjes lichten uitknip. “Dat doe ik ook”, lacht Ford. “In mijn favoriet restaurant heb ik een vast tafeltje. Ze hebben er een elektricien bij moeten halen omdat ik niet wil dat de plafondspots boven mijn tafeltje branden. ‘Die spot moet uit, of ik kom hier niet meer’, zei ik.” Resultaat: een extra schakelaar.

“Waarom in godsnaam plafondspots?”, zegt Ford geanimeerd. “Je voorhoofd en je neus werpen een rare schaduw, je ziet er niet uit. Het lijkt alsof je geen haar hebt, ook al heb je hopen haar. Niemand ziet er goed uit bij bovenlicht. Daarom ga ik ook niet naar lunchfeestjes. Ik hou niet van de middag. Neem eens een foto ’s middags: je ziet er vreselijk uit. Iedereen ziet er vreselijk uit. Tenzij je 18 bent, of jonger. En zelfs dan... Ik hou van daglicht, maar wil me niet overdag onder de mensen begeven.”

Ford kleedt zich in het zwart, legde in Londen een zwarte tuin aan, met zwarte tulpen en zwarte aronskelk. Hij is constant met de dood bezig en heeft plannen om een zwarte sarcofaag te ontwerpen. Hij is 57 maar lijkt al decennialang niet ouder te worden. Ik vertel hem dat hij daarom tot mijn favoriete club behoort: die van de sexy vampiers.

Zijn gezicht licht op. “Een vampiercape was een van de eerste dingen die mijn moeder, op mijn vraag, voor me maakte. Zwart satijn aan de buitenkant, rood satijn aan de binnenkant. Ik was geobsedeerd. Ik wilde een vampier zijn, want die zijn sexy. Ze worden niet ouder. Ze zijn meestal rijk, wonen in een fabelachtig huis of kasteel. Ze dragen zwarte kleren. Vampiers zijn fantastisch.”

Gesmolten chocolade
Beeld NYT RYAN PFLUGER

Richard Buckley, de 70-jarige echtgenoot van Ford, geeft toe dat Fords donkere façade misleidend is. “De meeste mensen zien Tom als een soort mediahoer die het heerlijk vindt dat foto’s van hem genomen worden”, zegt Buckley, een modejournalist op wie Ford 32 jaar geleden halsoverkop verliefd werd toen ze samen in de lift stonden. “Maar hij is vreselijk verlegen. Toen hij vooraan in de 20 was, acteerde hij een beetje. Die ervaring gebruikt hij nu nog, om zich in poses te wurmen ­tijdens interviews.” Over hun ­zesjarig zoontje zegt hij: “En Jack werd nog nooit gefotografeerd. Een rechtbank in Londen verbood kranten en magazines om foto’s van hem te publiceren.”

Buckley werpt droogjes op dat hun leven niet “één en al champagne en kaviaar” is. Waarna hij van wal steekt over zijn huiveringwekkende strijd tegen keelkanker. In 1989 werd hij geopereerd, drie jaar nadat de mannen een relatie waren begonnen. “Tom heeft me door zoveel heen geholpen: de kanker, het overlijden van mijn broer en mijn moeder in een tijd­spanne van 48 uur, meer longontstekingen dan ik kan tellen.” Ford maakte grijze rolkraagjes van merinowol, met een opening voor het buisje waardoor Buckley moest ademen. Voor formele gelegenheden voorzag hij een zwarte, zijden sjaal met gleufjes.

Studio 54

Tom Ford volgt Diane von Furstenberg op als voorzitter van de Council of Fashion Designers of America. Vogue-hoofdredactrice Anna Wintour en von Furstenberg zelf overtuigden hem om dat aanbod te aanvaarden. Ford studeert en werkt al zijn halve leven in Europa. Terwijl Donald Trump de afstand tussen Amerika en de rest van de wereld vergroot, wil Ford de wereld naar eigen zeggen net de hand reiken: “Als de Amerikaanse modesector het goed wil doen, dan moet ze zich internationaal oriënteren.”

Anna Wintour: “Het zijn turbulente tijden. Er is terechte kritiek omdat de sector niet inclusief is en te weinig ­vrouwen in topposities heeft. Dat zijn zaken waaraan Tom belang hecht.” Ford was in zijn Gucci-jaren inderdaad een van de eerste ontwerpers die Afro-Amerikaanse en Aziatische vrouwen een prominente rol gaf op de catwalk en in reclamecampagnes.

Het hoofdkwartier van de Council is in Bleecker Street, New York, en Tom kon dus een nieuw optrekje gebruiken. Het vakblad Women’s Wear Daily bracht aan het licht dat Ford voor 18 miljoen dollar het modernistische, vier verdiepingen hoge huis van architect Paul Rudolph, in de Upper East Side, had gekocht. Ontwerper Halston woonde er ooit, en die hield er in de jaren zeventig – Fords favoriete decennium – legendarisch wilde feestjes met beroemdheden als Truman Capote, Jackie Kennedy Onassis en Liza Minnelli.

In Los Angeles woont Ford in een villa van 39 miljoen dollar. Hij heeft ook eigendommen in Santa Fe, waar hij op zijn elfde met zijn ouders naartoe trok, waaronder een ranch van 75 miljoen dollar (die momenteel te koop staat) met een compleet westerndorp dat als filmdecor dienstdoet. Onder meer Cowboys & Aliens en All the Pretty Horses werden er opgenomen.

Studio 54
Beeld NYT / RYAN PFLUGER

Toen een collega hem vertelde dat het Rudolph-huis in New York al acht jaar te koop stond, aarzelde hij niet. “In mijn hoofd woonde ik er al vele jaren”, zegt Ford. Het heeft donkerbruin glas en 10 meter hoge plafonds. Massa’s ­dakramen, een daktuin en een garage met een eigen inrit.

De verhuis zal zijn zoontje goed doen, denkt hij: “Ik ben dol op Los Angeles, maar ik wil dat Jack ook weet hoe je een vest aantrekt, op restaurant gaat, een museum bezoekt, over straat wandelt en naar een toneelstuk gaat.”

Tijdens de hoogdagen van Studio 54 kwam Ford wel eens in het huis van Rudolph. Het was in die club dat hij besefte dat hij homo was, na jaren met vrouwen gedate te hebben. Op een avond was hij, als eerstejaarsstudent kunstgeschiedenis, aan het blokken in zijn studentenhuis. “Ik was net naar New York verhuisd en dacht: laat er alstublieft iets gebeuren... Klop, klop. Ik deed de deur open en daar stond een jongen van mijn jaar in een strakke, blauwe blazer. ‘Zin om naar de Studio te gaan?’, vroeg die. ‘Ik ga er met een paar vrienden heen.’”

Een van die vrienden was Andy Warhol, die hem met zijn Cadillac-limousine oppikte. “Die Cadillacs waren magnifiek, met twee uitklapzeteltjes achterin. En het was letterlijk zoals in de film: bij de ingang werd iedereen opzij geduwd zodat we konden doorlopen. Mijn god, hier ben ik, mijn eerste keer in Studio 54, dacht ik. Ik heb toen behoorlijk wat drank ­verzet, veel coke gesnoven ook.”

Die nacht eindigde hij voor het eerst met een man, hij was totaal van slag. “Een half jaar heb ik ermee geworsteld. Daarna besefte ik dat het eigenlijk een voordeel was: velen denken dat je geen goeie ontwerper kunt zijn als je geen homo bent.”

Drankprobleem

Tom Ford is elegant gekleed, natuurlijk, van top tot teen in Tom Ford: zwarte 002-horloge, wit hemd met manchetten, zwarte fluwelen vest met puntrevers, zwarte Chelsea boots. Mannen in Los Angeles dragen nooit de juiste schoenen, vindt hij. “Ik voel me niet op mijn gemak op instappers of sneakers”, zegt hij. “Ik denk dat dat de Texaan in me is. Ik zou nooit op sneakers naar een vergadering gaan. Je voelt je zwak, wankel. Hetzelfde geldt voor sweaters. Ik heb mijn harnas nodig.”

Wat dan met het moment op St. Barts toen hij naakt op het strand lag en Anna Wintour toevallig passeerde? Als een volleerde imitator beschrijft Ford het ongemakkelijke moment: “’Hi, Richard. Hi, Tom.’ Ik zeg: ‘Oh, hi, Anna!’ En ik denk: “Oh, ik ben naakt! Een gênant momentje.” Als ik Wintour erover pols, antwoordt ze luchtig: “Iederéén was in die jaren naakt op St. Barts. En als het al gebeurde, dan weet ik zeker dat Tom er even perfect als altijd uitzag.”

Tom Ford

geboren op 27/08/1961 in Austin, Texas, woont onder meer in Londen, Santa Fe, Los Angeles en New York. Hij redde in de jaren negentig modehuis Gucci van de ondergang en lanceerde in 2006 zijn eigen label Tom Ford. Hij trouwde in 2013 met zijn partner Richard Buckley, ze zijn een koppel sinds 1986 en werden  in 2012 vader van Jack, geboren via draagmoederschap. Hij volgt vandaag, op 1 juni, Diane von Furstenberg op als voorzitter van de Council of Fashion Designers of America (CFDA). 

Ford drinkt een cola en eet gegrilde steak van artisjok en bloemkool. Hij werd veganist – op een sporadisch stukje zalm na – nadat hij de documentaire What the Health zag. Zondigen doet hij met koeken en fruitsnoepjes. “Suiker is mijn zwakte”, zegt hij. Hij gaat elke dag op de weegschaal staan omdat hij per se onder de 75 kilo wil blijven. En hij heeft al tien jaar niet meer gedronken. “Ik dronk veel, het gebeurde vaak dat ik de ochtend erna iemand bloemen moest sturen met de boodschap: ‘O, heb ik dat echt gezegd?’ En met het drinken kwam de drugs. Ik snoof alles, maakte niet uit wat.”

Dat hij 17 jaar in Londen woonde, hielp niet echt. “Bij de lunch drink je daar twee, drie ­glazen”, zegt hij. “Om vijf uur ­vlogen we in de cocktails. In de mode werken we tot acht of negen uur, dus zit je al aan vijf glazen als je werkdag erop zit.” Tegen bedtijd waren dat er een dozijn.

Terug in Amerika beleefde hij een cultuurschok. “Op een feestje zei iemand tegen me: ‘Zou het ­kunnen dat je een drankprobleem hebt?’ Het was lunch en ik zat wodka-tonics achterover te kappen alsof het de normaalste zaak ter wereld was. Dat was het eerste signaal voor me dat iets niet in de haak was.” Hij nam een therapeut onder de arm, begon minder te drinken en hield er op een gegeven moment helemaal mee op.

Schoonheid vergaat

Fords positief onthaalde films Nocturnal Animals (2016) en A Single Man (2009) doen, wat kleurgebruik betreft, denken aan de hypnotiserende weelde van de Venetiaanse School. “Ik vertik het om mijn films te laten zien tot ik er helemaal klaar mee ben, want ik heb heel specifieke ideeën. Elk frame bekijk ik apart op de computer, elke scène kleur ik bij”, zegt Ford. “Ik accentueer bijvoorbeeld een paar mandarijnen en maak de rest van het beeld minder gesatureerd. Het heeft echt iets weg van schilderen.”

Een nieuwe filmdeal liep vorige zomer op de klippen. Wel heeft hij de rechten op een 600 pagina’s dik boek gekocht, dat hij al twaalf jaar in zijn vizier heeft. Over welk boek het gaat, wil hij niet kwijt. Uiteraard wil hij de controle over het volledige proces. Dus ook over de trailer. “In de mode ontwerpen we niet iets, om daarna de promotie door een ander te laten uitvoeren. Alle filmtrailers zien er ­hetzelfde uit en klinken hetzelfde. Alsof een trailer maken iets magisch is, dat alleen professionals beheersen. Niks van. Ik heb het gevoel dat ik het gewoon beter kan.”

Wat zijn eigen kleren en huizen betreft, haat hij kleuren, en dat verbaast me. Hij probeerde zijn woning in Santa Fe wat kleurrijker te maken, maar krabbelde al snel terug: “te uitdagend”. De felgele tractors op zijn ranch verfde hij zelfs zwart, zodat ze beter zouden matchen bij de zwarte Angus-runderen, de zwarte paarden en de zwarte ­bulldozers. “Ik draag niet graag kleur. Ik wil het gewoon niet uitschreeuwen. Ik ben altijd verlegen geweest en zou me ­idioot voelen in felle kleuren.”

Hij zegt dat hij enorm veel empathie voelt voor vrouwen die bang zijn om hun looks te verliezen. “In onze cultuur is er niets krachtiger dan een mooie vrouw”, zegt hij. “Maar schoonheid is onhoudbaar. Op een dag stopt het. Bij zo veel vrienden heb ik het zien gebeuren. Ik zie het als een deel van mijn job om me in hun situatie in te leven.”

Achterstevoren

Hij geeft toe dat zijn haar een beetje meer peper en zout is dan het eruitziet. “En ik gebruik Botox en fillers, maar ik kan wel bewegen. Je moet er heel voorzichtig mee zijn. Ik doe het ongeveer om de acht maanden. Als ik naar de dermatoloog ga, krijg ik een handspiegel. Ik neem een wit potlood en zeg: ‘Hier zo’. Ik zou het zelf doen als ik dat kon.”

Voelt hij, nu hij vader is – en niet meer, zoals vroeger, naakt door het huis loopt – de nood om de seksualiteit in zijn advertenties wat te temperen? “Ja, absoluut”, zegt hij. Maar dat ligt volgens hem net zo goed aan die “overdreven politiek correcte cultuur. Je kunt gewoon niets meer zeggen. Vorige week was ik foto’s aan het maken voor een reclamecampagne. Die jongen stond achter het meisje. Hij kuste haar in de hals en hield haar polsen vast, achter haar rug. Ik zei: ‘Nee, nee, dat moeten we veranderen. Leg zijn hand in haar hand.’”

Zijn vriend en medewerker, de fotograaf Terry Richardson, werd door tijdschriftenuitgever Condé Nast verbannen. Ook verschillende modehuizen dumpten hem na een vlaag #MeToo-beschuldigingen. “Ik ben gek op Terry, en ik moet zeggen dat ik in mijn hele leven nooit zulke dingen bij hem heb gezien. Een van mijn assistentes is twee jaar met hem samen geweest, hij was volgens haar super lief en zacht.”

Ik vraag hem nog naar het tumult dat tegenwoordig heerst rond cultural appropriation (het gebruik van elementen uit een andere cultuur, red.) “Twee shows geleden voerde ik meisjes op met een doek rond hun hoofd. Het waren geen durags (sjaals die vooral gedragen worden door Afro-Amerikanen, red.) en het idee kwam daar ook niet vandaan”, zegt hij. Volgens hem verwees hij naar de jaren 70, en dat kan kloppen, want ik droeg aan de universiteit zelf van die dingen. “Een paar mensen schreven dat het durags waren en dat het ging om culturele toe-eigening. Wel: als je je iets toe-eigent, waarom zou dat slecht zijn? Je brengt hulde.”

Als onze citroentaart op is, biedt Ford me aan om me naar mijn hotel te brengen en mag ik meerijden in zijn Range Rover met chauffeur. De volgende dag vlieg ik naar huis. Op het vliegtuig blader ik door The New York Post en zie ik op de roddelpagina een foto van de Indiase zangeres Priyanka Chopra. Ze draagt de rode Tom Ford-jurk die ik tijdens mijn interview ook droeg. Tot mijn afgrijzen zie ik dat ik mijn fluwelen riem de hele avond achterstevoren heb gedragen, met de haken achteraan en de veters vooraan. Ford was te beleefd om me erop te wijzen.

© New York Times