Direct naar artikelinhoud
Best Kept Secret

LIVE - Best Kept Secret: Zo warm dat we blij zijn dat we onze eigen naam nog kennen

De eerste tropische dag van het jaar, tijdens Best Kept Secret: gelukkig was er water.Beeld Damon De Backer

De zevende editie van Best Kept Secret kreunde zondag onder een hittegolf. Pootjebaden of schuilen onder de bomen was een voorwaarde om de laatste festivaldag te overleven. Dat, en een paar gewéldige acts op de affiche.

Krijg als eerste een bericht op uw telefoon bij belangrijk nieuws: download nu de app van De Morgen ›

Love is key op Best Kept Secret.Beeld Damon De Backer
Pootjebaden of schuilen onder de bomen is een voorwaarde om Best Kept Secret te overleven.Beeld Damon De Backer

Live

  1. Zweverig maar onweerstaanbaar

    Dat complexloze popfeestje waarop u al een hele dag zat te wachten? Wel, dat werd u geserveerd door Lizzo in de veel te kleine FIVE-tent. De grote bek uit Detroit zette in een mum van tijd de hele keet naar haar hand, niet alleen met haar performance maar ook met haar stralende persoonlijkheid en het eraan verbonden oeverloze geklets.

    Haar act zat hoe dan ook snor: Lizzo danste zich het pleuris aan de zijde van drie al even excentrieke danseressen die de ‘dirty’ in ‘dirty dancing’ op niet te versmaden wijze herdefinieerden. Zelf smeet de zangeres zich als een kamikaze in de strijd. Ze deinsde er niet voor terug als een gek te twerken met haar voluptueuze booty en te shaken alsof haar cholesterol er hoegenaamd niet van af hing. In haar teksten en haar videoclips stelt Lizzo om de haverklap de heersende schoonheidsidealen in vraag. Da’s top, alleen klonk haar gepreek op Best Kept Secret één keertje teveel als het zweverige advies van een zelfhulpgoeroe. Nu ja, als ze daardoor verwerpelijke fenomenen zoals body shaming de wereld kan uithelpen: knock yourself out, girl.

    Haar nét niet te gladde, erg funky r&b-pop deed de rest. De robofunk van ‘Boys’ bracht de erg uitgelaten tent nog harder aan de kook, ‘Soulmate’ ratelde als gek door onze botten en ‘Tempo’ - oorspronkelijk een duet met Missy Elliott - deed de bewonderaars tot ver buiten de tent dansen, zelfs toen het opnieuw zachtjes begon te regenen. “Slow songs, they for skinny hoes /Can't move all of this here to one of those /I'm a thick bitch, I need tempo”, kweelden u en wij met haar mee, onverstoord drillend met de billen.

    Jammer dat ze zo vaak hengelde naar publieksparticipatie. De overdaad aan meezingspelletjes en oproepen tot meewiegen - zélfs tijdens de straffe gospelballade ‘Jerome’- haalde de vaart uit de set en zoog de broodnodige bluesy charmes uit de vertolkingen. Jill Scott, een geestesgenote van Lizzo, vertelt ook graag uitgesponnen verhalen tijdens haar concerten maar wanneer ze aan een song begint, heeft ze niet meer nodig dan haar stem om de zaal te overrompelen. Bij Scott regeert het Gevoel, de gospel, niet de vrees dat de korte aandachtspanne van het publiek roet in het eten zal gooien. Zie ook: Erykah Badu, die zonder dommige spelletjes het Heilige Vuur brandende houdt tijdens concerten. Lizzo kan er nog veel van leren.

    Maar goed: onweerstaanbare pop heeft ze sowieso in huis. Zoals ‘Juice’, ook bij ons een radiohit, die ons met een freaky Joker-grijns van oor tot oor weer de nacht instuurde. Topmeid. Lekkere show.

  2. Hersenloos amusant

    Kwatongen zullen beweren dat God de hemelsluizen expres uit slaapmodus haalde aan het eind van Carly Rae Jepsen. Vrijgevochten zielen, daarentegen, kwamen tot dezelfde conclusie als wij: er is niets mis met simpel popentertainment.

    Eerst de feiten: Carly Rae Jepsen is de doppelgänger van Lindsay, de zus van Christoff. Dat klinkt schrikwekkend, maar de hoempapa waarmee de Canadese popzangeres in Hilvarenbeek aanmeerde, lag mijlenver van het werk van haar Ninoofse schijnzus. ‘Julien’ en ‘Run Away With Me’ boksten in de gewichtsklasse van Taylor Swift en andere EDM-poppers. Kortom: ze brengt jaren 80 pop in een hedendaagse outfit – weinig origineel, maar catchy is voor zover wij weten geen exotische ziekte.

    Ze presenteerde zondagavondvertier zoals je het doorgaans wil op een zonnige zondagavond. Hersenloos, soms. Amusant, meestal. Op het podium gebeurde er weinig, want Carly Rae Jepsen is allergisch aan megalomanie. Monsterhit ‘Call Me Maybe’ werd al vroeg voor de leeuwen gegooid. “Dom, zo snel je kruit verschieten”, dachten wij, maar eerlijk? Wat volgde, met ‘Party For One’ en ‘I Really Like You’ aan kop, was dansen met het verstand op nul.

    Carly Rae Jepsen was dit weekend de rare snuiter tussen de indiekids. Er valt over te discussiëren over haar prominente plek op de affiche, maar ach, het was plezant en soms hoeft het niet meer dan dat te zijn.

    Carly Rae Jepsen op Best Kept Secret 2019.Beeld Damon De Backer
  3. Christine and the Queens: "fuck the norm!"

    De headliners van Best Kept Secret toonden drie verschillende gelaten. Een ingetogen Bon Iver palmde vrijdag het hoofdpodium in. De statische man-machines van Kraftwerk mikten zaterdag dan weer meer op het hoofd dan de heupen. En de headliner op zondag moest het op zijn beurt hebben van dynamiet en dynamiek. Christine and the Queens bracht letterlijk en figuurlijk een flitsend spektakel.

    Alsof West Side Story, Michael Jackson en theatraal chanson het in de coulissen op een akkoordje hadden gegooid: zo kwam de show van Christine and the Queens over. Frontvrouw Chris danste, zong de sterren van de hemel, liet en passant wat vuurwerk knallen en heest zichzelf via de lichtinstallatie dramatisch naar de nok van het podium. Wat een vrouw, wilden we bijna verzuchten. Bijna, want de mutatie van zichzelf die zelfverzekerd het podium verkende, liet zich niet kooien door kunne. Chris oogde half macho, half ongrijpbaar.

    Drie edities geleden beleefde ze haar vuurdoop op Best Kept Secret. Wie zich toen niet uit het veld liet slaan door wat regendruppels - zeg maar een heidense plensbui - was getuige van één van de meest sexy concerten van die dag. Christine and the Queens overtuigden moeiteloos met een losse choreografie, songs in een charmant franglais, een handvol hits, en een handvol geleende hits van Technotronic, Stardust en Tame Impala.

    Zondag kon het verschil niet groter zijn. Christine zette de schaar in haar lokken en naam, terwijl het schuchtere vogeltje van weleer ontpopt bleek tot een androgyn superwezen. Alleen het weer lijkt even hetzelfde te worden: een bliksemschicht licht op aan de einder, maar de onweersbui trekt nét voorbij de Beekse Bergen.

    Wat een geluk, want de knallende beats en broeierige electro-funk volstonden al om een onweer op het podium te fingeren. Haar dansgroep speelde net als zij met gender. En met hen allemaal dolde Chris in een zinnelijk spel van aantrekken en afstoten. Rauwe lust en schaamteloze seksualiteit gaven de toon aan. “Fuck the norm,” riep ze ook wat overbodig tussen twee songs in. De hele set ademde immers normeloosheid.

    Maar ook in de broze intermezzo’s schittert Chris. Ze stelt zich bij wijlen zelfs zo klein en kwetsbaar op, dat je ontroerd moést worden door ‘5 Dols’ en ‘Saint-Claude’. Moedig en mooi: zo eindigde de zevende editie van Best Kept Secret.

    Christine (and the Queens) op Best Kept Secret 2019.Beeld Damon De Backer
  4. Onweer op komst

    Twitter bericht wordt geladen...

  5. The Raconteurs: wat een comeback

    The Raconteurs zijn de dubbele espresso waar we al een hele vooravond naar snakken. Een energiestoot van heb ik je daar. ‘In ‘Consoler of the Lonely’ en ‘Level’ dienen de gitaren het super-opgewonden publiek elektroshocks toe.

    Ook de melodieuze, aan The Beatles schatplichtige songs treffen doel. Zie: ‘You don’t understand me’, met een driftig op de piano tokkelende Jack White die ook nog eens een prachtige zangharmonie met zijn co-kapitein Brendan Benson de tent inflikkert.

    Geinig trouwens om die venten met elkaar in duel te zien gaan: Jack het haantje en Brendan de bescheiden songsmid. Jagger en Richards. Riggs en Murtaugh. Ren en Stimpy. Euh...zoiets.

    “Altijd fijn om weer naar Amsterdam te kunnen komen”, zegt een enthousiaste Benson. “Beautiful people, beautiful marijuana.” Dat klopt, Brendan, alleen ben je in Hilvarenbeek. Geen idee eigenlijk of daar goeie koffieshops zijn.

    ‘Top Yourself’ is zo’n rauw riff-a-thon dat de gensters in het rond spatten en het publiek na afloop geen blijf meer weet met zichzelf.

    Het nieuwtje ‘Help Me Stranger’ is dan weer de perfecte radiosingle, althans voor die zenders die niet voor de volle honderd procent op de urbankar zijn gesprongen. In de TWO-tent blijft ook die song overeind, met dank aan zijn potige, schurende ritme.

    De hits doen het tentzeil haast scheuren: een bombastisch ‘Many Shades Of Black’, waarin Benson amper aan de hoge noten geraakt en ‘Steady as She Goes’, gepimpt tot een massieve hardrocksong vol stuiptrekkende blues.

    Deze BKS-show was een stuk gebalder en krachtdadiger dan het Raconteursconcert in het Koninklijk Circus in Brussel, eerder deze week. Wat een comeback.

    The Raconteurs op Best Kept Secret 2019.Beeld Damon De Backer
  6. Surfen op een tsunami

    Kate Tempest bezit een bijzondere gave. Ze hoeft nog maar een trilling door haar keel te jagen, en je hangt aan de dichter, performer en rapper d’r lippen. Het is echter de kunst om een festivalpubliek op de laatste dag van a tot z te boeien.

    Op een avond dat onze aandachtspanne is afgezwakt tot die van een vijfjarige ADHD’er is het niet altijd makkelijk om bij te les te blijven. In deze temperaturen zijn wij trouwens al lang blij dat we onze naam herinneren. Dus nee, surfen op een tsunami van maatschappijkritiek stond niet bovenaan onze bucketlist. Die omstandigheden hebben - eerlijk is eerlijk - onze ervaring ietwat beïnvloed.

    Maar Kate Tempest is niet zomaar een slam poet. Ze doet aan punk met fluwelen handschoenen. Ze oogt ongevaarlijk, maar als ze praat, ratelt of ijlt, kaapt de Britse dertiger je brein en stompt ze er met welgemikte woorden en broze beats wijsheid in voor jaren. Rechts van Kate Tempest staat iemand die de muziek de tent in jaagt, links pronkt een groot scherm, maar het is de vrouw in het midden die fascinerende blikken toegeworpen krijgt.

    Over twee weken verschijnt haar derde album The Book of Traps and Lessons. Ze greep met haar eerste twee platen telkens naast een Mercury Prize. Ze verdient die belangrijkste Britse popprijs als geen ander.

    Kate Tempest op Best Kept Secret 2019.Beeld Damon De Backer
  7. Blik op oneindig, avondzon in de nek

    Stond Kurt Vile daar nu niet te smélten in zijn jeans en ruitjeshemd? Hopelijk was het er niet eentje van flanel. Het strand staat bomvol voor de Amerikaanse slacker, ook al speelt hij muziek die men niet meteen associeert met sea, sex and sun.

    Maar kijk, dan zingt hij plots “I was on the beach but I was thinking about the bay” en kijk je met een beate glimlach om je heen, op zoek naar instemmend geknik. De wonderen zijn de wereld niet uit.

    Tijdens ‘Pretty pimpin’ en ‘Bassackwarts’ staan de meest oververhitte fans wiegend pootje te baden in het meer. Bij Vile moet je chillen, of dat nu aan de waterkant is of apathisch waspoeder snuivend op de slaapkamer van je lief.

    “Dit liedje gaat over een mooie dag als deze”, zegt Vile vooraleer hij een extra slome versie van ‘Wakin on a pretty day’ in zet. Nope, bindteksten zijn nooit zijn sterkste kant geweest. Het BKS-publiek staat erbij en kijkt ernaar, biertje of hamburger in de hand, de blik op oneindig, de ondergaande avondzon in de nek. Vile speelt immers op een moment waar de magen beginnen te grommen en een vermoeidheidsklopje de aandacht laat verslappen.

    Vile geeft zijn helden Stephen Malkmus en Liz Phair een shout out. Van hen heeft hij geleerd op geheel relaxete wijze zijn stinkende goesting te doen. Zo kabbelt zijn concert gezapig voorbij.

    En wij zijn toe aan een stevige wake-up call. Van The Raconteurs bijvoorbeeld?

  8. Fel en uitgedroogd

    Princess Nokia had het nodige kunst -en vliegwerk bij om haar act mee te kruiden: twee wild shakende, drillende en krumpende dansers die zich uitsloofden op publieksfavorieten als ‘Tomboy’ en ‘Kitana’, al dan niet getooid met felkleurige pruiken.

    Nokia, zelf in het felwit uitgedost, sloofde zich uit voor ons met zweterige danschoreografieën en raps zo verbeten dat we er bijna voor achteruit deinsden. “Don’t you fuck with my energy”, spuugde Nokia over de aardedonkere beats van haar dj. Een oogwenk later liep ze vrolijk te salsaën op een flard stomende latin. “Ik heb het medisch advies gekregen om niet te fel te bewegen omdat ik uitgedroogd ben”, klonk het. Nou, dan sloeg ze dat toch maar mooi in de wind.

    De uit Harlem afkomstige rapper kon op veel bijval rekenen op BSK. Na de gigantische overdosis gitaren en songwriters van de voorbije festivaldagen waren we immers aan een lekker fris mopje hiphop toe. Mieters, alleen slaagde Nokia’s weerbarstige, soms grimmig-militante stijl er niet over de hele lijn in het feestje aan te zwengelen. Doet natuurlijk niets af aan haar klasse.

    Gelukkig voegde ze op tijd en stond een likje r&b toe aan haar sound en doorspekte de dj haar set met classics uit hiphop, reggae en dancehall. Of liep ze uitdagend te kronkelen en te twerken over het podium met haar rondtollende dansers. Maar we genoten pas écht wanneer ze haar rauwste raptracks bovenhaalde, zoals het broeierige ‘ABCs of New York’. Dat de rapster om de haverklap aan de dj booth stond om instructies te geven, haalde jammer genoeg te vaak de vaart uit deze show.

  9. Best Kept Secret 2019 - sfeer op dag 3.Beeld Damon De Backer
  10. Nostalgie waar je liever niét aan herinnerd wil worden

    Druk, druk, druk aan de waterkant van stage ONE. Vóór het podium daarentegen kan je de weinigen die voor cultgitarist Liz Phair de verzengende hitte staan te trotseren hoogstpersoonlijk de hand schudden op drie minuten tijd. Nooit eerder deze editie ging de ocharme-zo-zielig-factor verder in het rood.

    Liz Phair uit de States heeft in de jaren negentig één noemenswaardige plaat op de wereld gezet en ze is niet alleen op gebied van haar vestimentaire keuze - een witte jeans met pijpen van hier tot in Kobbegem - in het verleden blijven hangen. Ook haar songs ruiken naar nostalgie waar je liever niét aan herinnerd wil worden.

    Hedendaagse rockers als Soccer Mommy, Snail Mail en Pip Blom zouden blijkbaar bewonderaars zijn. O wat zijn we blij dat zij niet als de Liz Phair klinken die zonet op Best Kept Secret speelde.

  11. Charmant bezopen

    “Hi everybody. Thanks for coming at 3:45!” riep Malkmus ons toe. Met zijn kornuiten haalde hij meteen ‘Cast Off’ onderuit en het olijke, nog steeds onweerstaanbare ‘Bike Line’ waarin zijn gitaar smerig knarste. Iets anders zouden we van de Pavementfrontman niet pikken. Goeiemiddag, zeg. Er hing hoe dan ook een uitgelaten sfeertje in de tent, misschien omdat bovengenoemde slackerband uit de nineties zopas aankondigde opnieuw de hort op te gaan.

    Malkmus koos in de Beekse Bergen voor zijn meest tintelende solosongs, om het festivalpubliek te plezieren. Zoals het koddige ‘Future Suite’ of het charmant bezopen ‘Lariat’, waarin Malkmus ongecontroleerd de tekst blaatte.

    Knullige wahwah’s, doelloze gitaarsolo’s, in galm gedrenkte stoner-synths: ‘t Blijft toch een balorige puber, die nonkel Steph met z’n dikke bles over het voorhoofd. Hij zweert bij een indierocksound die vandaag opnieuw in trek is dankzij jonge goden zoals Kurt Vile en Mac DeMarco. Tja, wie lang genoeg vasthoudt aan zijn eigen vertrouwde formule wordt vroeg of laat weer hip.

    Dat Malkmus een goeie songwriter is gebleven, toonde hij op BKS met een intens ‘Middle America’. Of hij rockte onze sokken eraf, gewild meewarig als de versufte motherfucker die hij is, in het kaduke ‘Shiggy’ of in het hobbelende ‘Stick Figures in Love’: indie-vertwijfeling op het randje van een delirium tremens. Schol!

    Stephen Malkmus op Best Kept Secret 2019.Beeld Damon De Backer
  12. Beter met zwart

    Wanneer Fenne Kuppens van Whispering Sons vanop de bühne van FIVE voor zich uit tuurt, ziet ze voorhoofden die blinken als een bowlingbal, zweetvijvers die ongezonde proporties aannemen en honderden mensen die in de verte verkoeling zoeken in het meer van Hilvarenbeek - een tafereel dat, wanneer Whispering Sons het onderwerp is, staat als een tang op een varken.

    Als je tien mensen een tableau zou laten kiezen dat de sfeer van de Limburgse postpunkers vat, zal niémand voor een werk met hemelsblauw of pasteltinten kiezen. Whispering Sons doet niet aan kleur, en de reden is simpel: omdat er slechts weinig bands zijn die beter staan met zwart. Fenne Kuppens proclameert op Best Kept Secret als de vurige minister-president van een onderland waar de bloemen nooit bloeien en er bloed uit de kraan stroomt. De soundtrack die daarbij hoort, is dreigend, sluw en begeesterend in de meest intense zin van het woord.

    “Dat was fantástisch”, regende het nadien lof in de Beekse Bergen. Nederland maakte zonet kennis met een van de spannendste Belgische exportproducten van het moment. En hoe!

    Whispering Sons op Best Kept Secret 2019.Beeld Damon De Backer
  13. Het is fuckin' warm in de Beekse Bergen. En dat ligt heus niet alleen aan de hot acts.

    Op dag drie van Best Kept Secret zijn zonnecrème en liefdevolle handen een must.Beeld Damon De Backer
  14. Big Thief: ijzige Welschmerz

    “Real love makes your lungs black / real love is a heart attack”. Big Thief blies het oververhitte festivalvolkje ‘s namiddags koelte toe met ijzige Weltschmerz. Frontvrouw Adrienne Lenker liet haar melancholie over tedere americanariffs zwalpen, haar band deed even robuust en wispelturig aan als Wilco. Da’s een compliment. Live ronkt en rolt het uit Brooklyn afkomstige Big Thief een stuk vervaarlijker dan op zijn bejubelde derde plaat UFOF, waarop de band vooral frêle klinkt en slechts sporadisch weerbarstig uit de hoek komt.

    Wat een heerlijk verraderlijke groep is dit toch. Lenker schetste achteloos bloederige tableaus zoals in de wiegende, tranerige countryrock van ‘Shoulders’ (“They found you in the morning / the blood was on your shoulders / They found you at the corner / your head was doubled over”). Of ze smeerde dikke plakken balsem op onze fragiele zieltjes in ‘Contact’. “Wrap me in silk/ I want to drink hour milk / You hold the key / you know I’m barely, barely” klonk het cryptisch, net voor korzelige gitaren het liedje opslokten in een woeste golf noise, zoals een tornado dat met een stuurloos rubberbootje zou doen.

    Big Thief op Best Kept Secret 2019.Beeld Damon De Backer

    Hecht gespeeld bovendien, met muzikanten die geconcentreerd de ogen sloten, met de tanden knarsten of gepijnigd fronsten. Kan ook aan de hitte in de tent hebben gelegen maar het oogde prachtig. Songs werden doorspekt met gekke vogelfluitjes, zochten een hartslag lang de geruisloosheid op en mondden niet zelden uit in hartverscheurende, metalig galmende gitaarsolo’s. Of ze kozen onverdroten het folky pad zonder belegen te klinken. In het slepende ‘Mary’ verloor Lenker zichzelf in bitterzoete romantiek en archaïsch aandoende rurale poëzie voor 21ste eeuwse stadslui. Unheimisch, tout court. Onnodig te zeggen dat het publiek aan haar lippen hing.

    Puike band, straffe songs, memorabel concert.

    Big Thief op Best Kept Secret 2019.Beeld Damon De Backer
  15. Zondag, rustdag.

    Zondag, rustdag. Maar niet heus op Best Kept Secret. Kwik spat zowat uit de thermometer, maar iedereen bereidt zich nu al voor op toppers als Christine and the Queens, Interpol en Raconteurs.Beeld Damon De Backer
  16. Tussen kunst en kitsch

    Et c’est parti! Dag drie. Ken je dat, dat je tussen een zonneslag en een brute kater schommelt? Dat je op flanellen benen loopt, goed en kwaad aan het badmintonnen slaan in je hoofd en dat je darmsysteem alarmfase rood slaat? Dat gevoel hangt in de lucht in tent TWO, waar Julia Holter de debatten opent.

    Het is een moeizame bevalling. Door de collectieve uitputting enerzijds, door de muziek anderzijds. Julia Holter schrijft geen nummers die je op een lege maag kan verteren. Ze doet aan avant-garde, ergens tussen opera en experiment, waarin chaos regelmatig over de vloer komt. Zeggen dat zoiets niet thuishoort op Best Kept Secret, is de waarheid oneer aandoen, al is een laatste festivaldag openen in een veel te grote tent eerder een vergiftigd geschenk voor Julia Holter.

    ‘Feel You’ weekt een voorzichtige heupbeweging los, de vele songs uit haar recentste worp Aviary lokken een frons uit. Julia Holter maakt muziek als een harlekijn uit de commedia dell'arte: de ene noemt het kitsch, de andere kunst en het merendeel heeft er geen mening over.  

    Julia Holter maakt muziek als een harlekijn uit de commedia dell'arte.Beeld Damon De Backer
  17. Met man en machine vergaan

    Hun muziek vormde de blauwdruk voor hiphop en techno. Ze waren de pioniers van de elektronische muziek. En ze hadden kèkke 3D-brilletjes in voorraad voor het publiek! Met Kraftwerk tekende Best Kept Secret voor een uniek concert in open lucht.

    Al dacht niet iederéén hetzelfde over de Duitse groep die machines tot leven liet komen in de Beekse Bergen. De statische show stuwde heel wat jonge bezoekers al snel richting andere podia. Toegegeven: helemaal fout zaten die jonkies niet. Een oudere generatie zag een historische Man-Machine, de tieners en twintigers waren getuige van vier oude mannen op leeftijd die netjes op een rij, roerloos achter hun keyboard bleven staan.

    Kraftwerk op Best Kept Secret 2019.Beeld Damon De Backer

    Echt wervend was het optreden niet voor die nieuwe zieltjes, ondanks de vindingrijke projecties en de kleine, wrange grapjes die de groep af en toe in de set smokkelde. Zo kwam “Fukushima” ook ineens voorbij in ‘Radioactivity’, naast Harrisburg, de atoombomaanval op Hiroshima en de nucleaire site van Sellafield.

    Maar voor een frisse sound moest je zaterdagavond niet bij Kraftwerk zijn. De legendarische muziek bleef moeiteloos overeind, maar eigenlijk had het concert één natte vinger in het stopcontact moeten houden. Knetteren kwam er niet aan te pas, zelfs ondanks een fabuleuze Tour de France-suite.

    Twitter bericht wordt geladen...

    Kraftwerk op Best Kept Secret 2019.Beeld Damon De Backer
  18. Stalen cojones

    Vanachter haar desk oogt SOPHIE als een soort lugubere führer: een wraaklustige Stepford Wife wier diepdonkere horrorambient ons de stuipen op het lijf jaagt. Of uitzinnig doet dansen zoals ‘Take me to Dubai’, een verraderlijke technokarikatuur.

    ‘Burn Rubber’ had van TNGHT kunnen zijn: groteske postdubstep met loeiende, klinische klankeffecten. De krakende industriële soundscape die volgt, lijkt vooral het clubvolkje te willen wegjagen. SOPHIE teistert de trommelvliezen zoals noiseterroristen à la Merzbow, Pita en Pan Sonic dat in het verleden deden: woest en meedogenloos, bij momenten hyperdigitaal, van bezieling ontdaan, als een opgestoken middelvinger naar de popconventies. SOPHIE is één groot, schreeuwerig, ongemakkelijk in het vel zittend statement. Media-critica, transgender-activiste, performance-artieste, enigma. Iedereen in de tent wil weten wie de zwijgzame SOPHIE is. Wat ze wil.

    Onderwijl beweegt ze nauwelijks achter haar desk. We zien haar zacht heen en weer wiegen terwijl ze de machines bedient. Een silhouet gevangen in paars licht. De ijselijke stemsamples lijken uit reclameclips voor schoonheidsproducten geplukt, de epileptische elektronica zou uit de helse koker van Autechre kunnen komen. U danst er zichzelf joelend de vernieling bij in. Als u tenminste het monsterlijke klankenbombardement verdraagt. De TWO-tent is nog niet half gevuld en blijft leeglopen. SOPHIE neemt geen moment gas terug, kiest zelfs voor radicalere noise. Wie blijft, heeft stalen cojones. Kraftwerk was beslist anders.

  19. Flipperkast met een stuk in je kloten

    Ze bestáán, de dagtrippers waarbij de naam Kraftwerk de heupen niet aan het waggelen brengt. Vreemd? Als het alternatief Borokov Borokov – een rariteitenkabinet uit Antwerpen met (ex-)leden van Bed Rugs, Shy Dog en wijlen The Hickey Underworld – heet, valt er iets voor te zeggen.

    Borokov Borokov is de flipperkast waarin het, met een stuk in je kloten, aangenaam vertoeven is. Je vliegt van elektronica over gabber naar disco, en als je geluk hebt, beland je in onorthodoxe popcompositie die uit de synths van – welja – Kraftwerk op een katerige zondagnamiddag had kunnen komen.

    De paar honderd aanwezigen aan stage SEVEN dansen zich een halve beenbreuk, terwijl nostalgici er in de verte een kniezwengel tegenaan gooien aan ONE, en dat is bijhoorlijk veelzeggend. Want wie heeft statische gepensioneerde Duitsers nodig als vier Antwerpse weirdos óók in dansbaar spul dealen?

    Zelfs zonder hitteplan trekt deze blondine zaterdagmiddag haar plan: een pintje, een niemendalletje en factor 50 helpen de festivalgangers door de dag.Beeld Damon De Backer
  20. Mac DeMarco: een amusante rockster

    Is het te voorbarig om Best Kept Secret 2019 nu al tot het jaar van de vreemde vlerk te dopen? Met de groeten van Mac DeMarco.

    Yves Tumor, John Grant en Shht scheerden deze editie hoge toppen, maar Mac DeMarco legt de lat op een hoogte waar Tia Hellebaut zelfs tijdens haar hoogdagen niet mee flirtte. Elfendertig misplaatste vreugdekreten, handstand met een sigaret in de mond, ostentatief schaterlachen middenin een song, banale bindteksten als “shake your butthole”, absurdistische trekken uit de school van Spinal Tap, vertellen dat je dynamiet hebt verstopt in het meer van Hilvarenbeek: in het uur dat Mac DeMarco over Best Kept Secret regeerde, was er meer controverse dan in het volledige leven van Simonneke uit Thuis.

    Was er ook muziek? Jazeker! “Last time I was in the Netherlands I wrote a song called ‘Joppiesaus’”, grinnikte de prins van Absurdistan veelbelovend, al was het resultaat teleurstellend. Wél goed: de slackerpop van ‘Salad Days’, ‘Nobody’, ‘Ode to Viceroy’ of ‘Another One’. Hoewel ze elke halve minuut werden verstoord door de stoten van een van de bandleden, was de show van Mac DeMarco geen complete aanslag op onze buis van Eustachius. Meer nog: DeMarco wéét hoe hij een popsong moet assembleren.

    Mac DeMarco, de eikel die vroeger ongetwijfeld flippo’s pikte en in de schoenen van zijn klasgenoten kakte, is een rockster geworden. En het was nog uiterst amusant ook.

    Mac DeMarco: sigaret voor de seks die nadien volgt op TWO. Don't hold your breath.Beeld Damon De Backer
  21. Succulente pokkeherrie

    Gek hoe een nummer dat in eerste instantie een goed bewaard undergroundgeheim is na verloop van tijd een luid meegebrulde cultklassieker kan worden, puur op basis van reputatie, zonder marketing of radio-airplay. In het geval van Death Grips heet zo’n nummer ‘I’ve seen Footage’ en veroorzaakt het op BKS van bij de eerste ziedende beat een kolkende moshpit.

    Geen wonder dat de tent na die (naar Death Grips-normen) vrij toegankelijke song langzaam voor de helft leegliep. De rest van dit concert zwoeren de Californische punks immers bij hun bekende mix van militante hiphop, scheurende noise, hardcore en elektronica. Je zult er niet snel de horlepiep op dansen maar het blaast wel efficiënt het vullis uit je trommelvliezen. Handig voor wie nog wat aangekoekte Ed Sheeran of een morzel verkiezingspropaganda in z’n eustachiusbuis heeft zitten.

    En hoe! ‘Black Paint’, het verrukkelijk getitelde ‘Giving Bad People Good Ideas’ (insert mopje over de regeringsvorming), ‘System Blower’: de immer in ontbloot bovenlijf rondhossende Mc Ride brulde, blafte en tierde er tot u in mathematisch correcte concentrische cirkels door de tent moshte.

    Dolletjes. Alleen rees de bedenking die ons laatst teisterde toen we Death Grips’ geestesgenoot Ho99o9 de Brusselse Botanique zagen slopen: where to now? Want hoezeer we ook kicken op dit soort succulente pokkeherrie, veel evolutie maken de desbetreffende bands niet door. Misschien mag ook Death Grips eens terug aan de tekentafel gaan zitten? Voor een opgefriste blauwdruk? In the meantime: Whrroooooaaaaah! En zo. Met spekjes. Gezellig.

    Death Grips op Best Kept Secret 2019.Beeld Damon De Backer
  22. Als een shakende amazone

    Ja, natuurlijk had de Gentse globetrottende Charlotte Adigéry beter in één van de overdekte tenten gespeeld in plaats van in de dj-booth van het FOUR-podium. Zo schepte de organisatie verkeerde verwachtingen. Ze is geen dance-act, laat staan een urban-act waar iedereen zomaar op kan loos gaan. Maar, goed, de goedlachse, zomers uitgedoste Adigéry (coole hairdo trouwens!) liet het niet aan heur hartje komen. “Dit is het moment waar we allemaal naar uitkijken, toch?”, riep ze strijdlustig. “Laten we er een feestje van maken”.

    Dat deed ze met punky elektro en verbasterde Caraïbische pop waarin haar verlokkelijke sirenezang als zoetstof diende, ergens tussen - pak ‘m beet - ESG, Grace Jones, Adult en Sukia. Met haar trouwe elektronaut Boris Zeebroek aan haar zijde speelde ze listig een spel van aantrekken en afstoten. Hun gedeconstrueerde techno, proto-elektro en gedissecteerde rave deed de danslustigen nu in de haren krabben, dan weer uit het dak gaan. Culthit ‘High Lights’ mocht op herkenningsapplaus rekenen maar is nu ook weer niet het type ongenuanceerde dansdeun dat Tomorrowlandfans prikkelt. Superbe uitgevoerd, alleen wist het publiek aanvankelijk niet hoe te bewegen op Adigery’s wispelturige, licht theatrale pop. In ‘Paténipat’ zweepte ze de mensen naar behoren op door op de desk te klimmen en als een shakende amazone de troepen te overzien. Top.

    ‘Cursed and Cussed’, bekend vanwege zijn slimme ASRM-clip, spoorde zelfs Zeebroek aan even met zijn kont te schudden op de dj-tafel.

    Niet voor één gat te vangen, die Charlotte. Bij deze weten ook de Nederlandse festivalgangers dat.

    Charlotte Adigéry veroverde BKS met punky elektro en verbasterde Caraïbische pop waarin haar verlokkelijke sirenezang als zoetstof diende. Beeld Damon De Backer
  23. Minimalisme met grote gevolgen

    Het krioelen van kippenvel, het vollopen van de traanbuizen. In tropische omstandigheden, zowaar. Hoe Aldous Harding met een stem en een handvol akkoorden je gemoed kan doen kapseizen, doen weinigen haar na.

    Aldous Harding in een tént? Een snikheet, uitpuilend exemplaar, dan nog wel. Omringd met honderden mensen die luidruchtig kokkeren als een troep fazanten. De Nieuw-Zeelandse femme du moment heeft op stage FIVE de omstandigheden tegen, maar ze bewijst meteen: Aldous’ porseleinen folk zou zelfs een orkaan met een kracht van 10 op de schaal van Lukaku overleven.

    Aldous Harding op Best Kept SecretBeeld Damon De Backer

    Het offensief van Aldous Harding in Hilvarenbeek heeft weinig om het lijf: een bescheiden aantal songs die met de stilte flirten, maar die de impact hebben van een losgeslagen sloophamer - je kan je gerust proberen verweren, maar je wordt toch murw geslagen. Neem nu ‘Blend’ of ‘The Barrel’: minimalisme met grote gevolgen. Zo schóón!

  24. Schorremorrie schopt niet meer tegen schenen

    Chaos, reuring en lawaaierig terrorisme. Daar laat Fat White Family zich liefst op voorstaan. Alleen: op Best Kept Secret werden de familievetes naar de achtergrond gedrongen. Dat leverde een opwindend, maar nooit gevaarlijk concert op. Een béétje jammer, want net die wanorde deed onze liefde voor de groep ooit opflakkeren.

    Hun drummer en manager stuurden ze eerder al wandelen na bittere scheldpartijen. En in België alléén liep het twee keer mis: hun voormalige bassist lieten ze doodleuk achter in de Botanique, na een door drankzucht verknald concert: “Die klootzak moesten we niet in onze buurt,” zeggen ze daar vandaag over. “Als wraak hebben we hem maandenlang de mantel uitgeveegd in alle media. We bashed that miserable motherfucker to pieces.” In beide gevallen klonk hun set explosief, staatsgevaarlijk en krankzinnig goed.

    In de Beekse Bergen zag je dan weer een groep die ze alle vijf op een rijtje had. De uitkomst? Een heerlijk psychedelisch en stuwend concert, dat helaas zonder onbedoelde weerhaken niet helemaal van de grond kwam.

    Misschien was die evolutie niet eens zo gek. De ranzigste rock uit South London kwam tot voor kort van deze band. Maar op hun derde langspeler noemt Fat White Family zich meer geraffineerd en gesofisticeerd. Van dystopische disco tot dreigende dub bleef dit schorremorrie tegen schenen schoppen. Maar ze deden het wel met beleefdheidsvormen, mes en vork. 

    Volgende keer toch weer méér klasse-C drugs, jongens? 

    Lias van Fat White Family in bloot bovenlijf: naakt en nuchter? Zo kennen we dit schorremorrie ook niet.Beeld Damon De Backer
  25. Indie voor een cocktail van stinkadem en bierscheten

    Toen in het indiecircuit de grinta werd uitgedeeld, heeft Matthew Houck van Phosphorescent verkeerdelijk de dosis van Bon Iver gekregen. Zo apathisch als Justin Vernon eerder op Best Kept Secret stond te wezen, zo gretig oogt zijn Amerikaanse confrater op stage ONE.

    Phosphorescent op een hoofdpodium? “Dat houdt al even weinig steek als Beerschot in 1A”, durfden we vooraf te zweren. Matthew Houck maakt de critici echter tureluurs met zeemzoete indie als ‘New Birth in New England’ die voor grijze stranden, een cocktail van een stinkadem en bierscheten én het in zon badende meer van Hilvarenbeek lijkt gemaakt. Hij is – als je juist staat, met de voeten in het water – de juiste man op de juiste plaats.

    Nee, de boog ten huize Matthew Houck staat niet altijd gespannen, en zijn songs die eerder naar fragiele folk neigen, durven al eens tot achtergrondmuziek te vervellen, maar in de Beekse Bergen haalt Phosphorescent het aan het eind met onderscheiding.

    Phosphorescent haalt het aan het eind met onderscheiding.Beeld Damon De Backer
  26. Een theelepeltje LSD

    Mouwloos jeansvestje over de blote bast, oranje pruik, strakke seventiesbroek met olifantenpijpen, pelsen vagebond-hoedje: zoals Yves Tumor, ster in de Amerikaanse queer-underground, zag je er geen twee op Best Kept Secret. 

    Hij vertaalde moedig zijn geprezen plaat Safe In The Hands Of Love naar een festivalsetting met een rockband die er evenzeer uitzag om door een ringetje te halen. 

    Een gitarist met poedelkrullen die de mosterd bij Spinal Tap haalde (of erger: bij Greta Van Fleet), een soul sister/mister op bas die ons een ietsiepietsie aan Betty Davis deed denken. Awesome en radical, hijgde de Woodstockhippie in ons. 

    Yves Tumor: half slang, half glitterweirdo. De kitsch vierde hoogtij maar Tumor testte zijn fans ook door hen geil het gezicht te bepotelen in de frontstage.Beeld Damon De Backer

    De muziek was “an acquiered taste”: organischer dan de elektronische plaatversies. Met loeiende Sonic Youth-noise en Tumors door klankeffecten verbasterde voordracht. Nu vierde de kitsch hoogtij met dank aan de Van Halen-achtige gitaarsolo’s, dan weer testte Tumor zijn fans door in de frontstage geil hun gezicht te bepotelen. Gaandeweg wist Tumor ons helemaal te verleiden met zijn onorthodoxe mix van jazzrock en psychedelische noise. 

    Nooit gedacht dat hij zijn nogal hermetische muziek deftig live zou kunnen brengen op grote festivals als BKS. U heeft bij deze zin gekregen in een theelepeltje van zijn LSD? Eén tip: Pukkelpop!

    Zoals Yves Tumor, ster in de Amerikaanse queer-underground, zag je er geen twee op Best Kept Secret.Beeld Damon De Backer

    Twitter bericht wordt geladen...

  27. Willen maar niet kunnen

    Als het nummer waarmee je opkomt – ‘Let Me Entertain You’ van Robbie Williams – het beste deel van je optreden is, is dat een spijtige zaak. Sports Team: willen maar niet kunnen.

    Het Britse journaille voorspelt dit zestal uit zijn hoofdstad een rooskleurige toekomst, maar helaas: wij zijn geen Britten. Ze ogen zeker van hun stuk, met dorpsgek Alex Rice aan kop. Manisch in zijn doen. Het type frontman dat al de allures van een volksmenner had toen hij nog in de kribbe lag. Altijd leuk om zo’n weirdo als zanger in je rangen te hebben, alleen jammer dat die zanger zijn hoofdactiviteit – zingen, weet je wel – niet onder de knie heeft.

    Er zit iéts in ‘Margareta’ en met de beste wil van de wereld ook in ‘M5’, maar daar blijft het dan ook bij. Sports Team wil graag Art Brut zijn, soms Pavement, soms The Kinks. Voorlopig flirten ze gewoon met de middelmaat.

    Sports Team: een nieuwe reden waarom we vroeger schurft hadden aan turnen.Beeld Damon De Backer
  28. Michel Wuyts op mushrooms

    "En kijk, het is Jezus Christus zelf die hier vooraan het peloton fietst, op sandalen. Toch erg veel respect dat hij gewoon onder het volk naar binnen loopt. Normaal wandelt hij hier doodleuk over het water. Toch blij dat hij de moeite heeft genomen om na dat Laatste Avondmaal van gisteren op te dagen". 

    Yep, laat het aan de Ieperse mafketels van Radio Mano Sport over de arriverende festivalgangers van professionele wielercommentaar te voorzien, in onvervalste Best Kept Koerse-stijl. 

    De heren zien in elke publieke beweging een excuus voor live-sportverslaggeving en op Best Kept Secret is dat er boenk op. Ergens tussen Discobar Galaxie en Michel Wuyts on mushrooms. Wij overwegen zelfs even een klapstoeltje aan de ingang te parkeren om een uurtje naar hun hilarische gezwets te kunnen luisteren. Maar de loden zon jaagt ons verder het terrein op, de schaduwen in. Perfect aperitiefje voor een tweede festivaldag waarvan de affiche het allerbeste belooft. Iemand de zonnecrème?

    Radio Mano Sport: een perfect aperitiefje voor een tweede festivaldag. Beeld Damon De Backer
  29. Bon Iver: hartverwarmend en ontroerend

    Het is een elitaire gedachte... maar oh, wat is het jammer dat Bon Iver tegenwoordig een stadionact en headliner is.

    Justin Vernon – Bonnie Bear voor z’n gewezen babysit – kijkt klokslag halfelf een grote troep mensen in de ogen. Ze staan met z’n allen aan het meer van de Beekse Bergen. Hongerig naar ‘Skinny Love’, lijkt het. Maar Bon Iver doet niet aan liefdadigheidsacties. Als het peloton links gaat, kiest de Amerikaan voor de andere afslag. Voor de slechte verstaander: hij doet koppig z’n ding. Als de indieprins americana, rock, r&b en elektronica op onorthodoxe wijze door de vleesmolen wil jagen, doét hij dat gewoon.

    Aan de makke reactie te horen zou je kunnen zeggen dat diamanten songs als ‘Holocene’, ‘Towers’ en ‘715 – CRΣΣKS’ niet aarden op het hoofdpodium van een massafestival als Best Kept Secret, maar dat is je reinste onzin. Het is vooral het publiek – met uitzondering van de eerste tien rijen – dat moeite heeft met de drang naar experiment van Bon Iver. Wanneer Justin Vernon hartenkamers decoreert, doet hij dat op zijn eigenwijze manier, en dat valt niet altijd in goede aarden in Hilvarenbeek. “Speel eens een fatsoenlijk liedje”, verheft een twintiger haar stem na ‘Minnesota, WI’. Al zegt dat meer over fatsoen dan over de passage van Bon Iver.

    Bon Iver imponeert zoals alleen Bon Iver imponeren kan: alsof Peter Gabriel en Kanye West samen op kruistocht gaan in de wereld van het futurisme en huiswaarts keren met ’22 (OVER SooN)’. Is Justin Vernon een performer hors catégorie? Wellicht niet, al zijn ‘Blood Bank’, ‘The Wolves’ en ‘Calgary’ van zo’n zeldzame schoonheid dat je ze op een zatte avond ten huwelijk zou vragen, en dat idee is ons veel meer waard dan het beeld van een baardman die ietwat geforceerd de sympathieke peer uithangt.

    Maar oh, wat was het alweer prachtig, hartverwarmend, ontroerend. Bon Iver op Best Kept Secret.

    Bon Iver op BKS 2019.Beeld Ben Houdijk
  30. Bruut van het verslavende soort

    Tala Drum Corps, DJ Koze en Jameszoo luiden de nacht in, , verspreid over de Beekse Bergen. Terwijl sluimert op de achtergrond de eerste vermoeidheidsslag. Maar wanneer het gemoed een duik dreigt te nemen, opent de Britse mallemolen die Shame heet de deuren.

    Charlie Steen verwelkomt de uitpuilende FIVE-tent à sa propre façon: met veel bravoure, een knarsende stem als een kaasrasp en in het gezelschap van pientere punk die je binnen de halve minuut zonder weerwerk tegen het canvas klopt. Shame is een brute band, maar wel een van het verslavende soort.

    ‘Dust On Trail’, ‘Concrete’, ‘One Rizla’ en de handvol nieuwe nummers die ze met verve testen: ‘t zijn stuk voor stuk buitenwippers van songs die je na middernacht liever niet tegen het lijf loopt. Het is nu wel bewezen: die brute Britten van Shame zijn geen eendagsvliegen. 

    Shame zijn geen eendagsvliegjes. Goed nieuws voor de frontman. Met één gestrekte vleugel zou-ie immers nog minder ver komen.Beeld Damon De Backer
  31. Scherp als een glassnijder

    Ze stáát er, Katie Alice Greer van Priests. Stijlvolle zonnebril. Witte handschoenen. In een plunje dat je de hipste tandarts van het land zou toewijzen. Maar met streken alleen laat je nog geen onvergetelijke indruk na.

    Priests heeft een performer uit de duizend in huis, en ze tonen ook dat ze weten hoe postpunk, scherp als een glassnijder, hoort te klinken. ‘JJ’ en ‘YouTube Sartre’ behoren tot die categorie, maar daartegenover staan drie keer zo veel songs die eerder de zenuwen dan de dansbenen prikkelen. Want als je een “dancy song” aankondigt en negentig percent van de tent over Die Visburger Van Daarnet ziet dagdromen, weet je genoeg.

    Maar is deze passage van Priests uit Washington D.C. slécht? Neen, daarvoor heeft die afgrijselijke voice-over van Love Island de lat deze week te laag gelegd.

  32. Onbereikbare eeuwige Lolita

    Pas na vier liedjes, bij de disco van ‘Sylvia Says’, durfde Charlotte Gainsbourg van achter haar elektrische piano vandaan komen. Gelukkig, zoniet had het festivalpubliek een behoorlijk statische set te slikken gekregen. 

    Haar intimistische fluistersongs zijn sowieso niet op maat gesneden van grote festivals, ook al stut haar band de nummers met een groovy fond. Ze ging wél lekker in ‘Paradisco’ (de titel verklapt waarom) en ‘Deadly Valentine’ (waarvan we de Soulwaxremix nog steeds de beste versie vinden). 

    Wat blijft Gainsbourg toch een koele chanteuse, ook tijdens de dansbare songs waar het publiek wél loos op ging. Nee, veel heupwerk zat er niet in bij Charlotte. Nu ja, dat draagt natuurlijk bij tot haar mysterieuze imago van broze, onbereikbare eeuwige Lolita. Na die resem sexy clubtracks zakte de set in dankzij teveel dramatische, poëtische pop die we liever thuis onder een hoofdtelefoon beluisteren. Nu ja, de dochter van Serge eerde haar papa door haar stinkende goesting te doen. Het siert haar.

    Charlotte Gainsbourg: koele chanteuse.Beeld Damon De Backer
  33. Chills and thrills op Best Kept Secret.Beeld Damon De Backer
  34. Black Mamba: respect, girl

    Veel hiphop of r&b hoorden we niet op deze eerste BKS-dag. Aan de Sint-Niklase dj Black Mamba om de meubels te redden. 

    Loden, trage mastodontgrooves laten de licht aangeschoten meute op het overvolle pleintje aan het FOUR-podium stuiteren. Daar zijn ongetwijfeld veel Belgen bij (het stikt van de landgenoten op dit festival) maar ook veel Nederlanders die bij deze de jonge Belgische dj-wolvin leren kennen. “My left stroke just went viral!” schreeuwt Kendrick Lamar en iedereen wordt gek. 

    Mamba breit vaardig een remix van Kendricks ‘Humble’ aan het geile ‘Look at that’ van O.T. Genasis. Ze switcht slim van trappy hiphop naar opzwepende Afro-Caraïbische ritmes en bronstige baile funk. Obscure feestkikkers als Trap Beckham en Tittsworth & Zuzuka Poderosa turnen een plankenvloer vol bleekscheten om tot een kruising van een Jamaicaanse block party met carnaval in Rio. Zo creëert Mamba een heerlijk wereldse set, exotisch en keihard van het hier en nu.

    Diplo himself had het niet veel beter gedaan. Respect, girl.

    Het ziet zwart van het volk voor de Belgische dj-sensatie Black Mamba.Beeld Damon De Backer
  35. Koorddansen over een braakland

    Stel, je erft bij de geboorte een achternaam waarvan je denkt: “Meh, die is mij te grijs.” Cate Timothy klinkt in de verste verte niet half zo goed als Cate Le Bon, de naam die de Welshe duivel-doet-al zichzelf heeft toegeëigend. In Hilvarenbeek heeft ze aan een halve song genoeg om te tonen dat die nom de plume haar als gegoten staat.

    Cate Le Eigenwijze had ook geen slechte keuze geweest. In de Beekse Bergen koorddanst ze stijlvol tussen pop en experiment, zonder naar de verkeerde kant af te hellen. Die auditieve stroomstoten van de saxofoon, dat intrigerende je-m'en-foutisme waarmee Le Bon in tent FIVE neerdaalt, die brakke en eigenzinnige, maar aanstekelijke popsongs: als het braakland tussen de onderwereld en mainstream een volkslied zou zoeken, zouden ‘Miami’ of ‘Home To You’ van Cate Le Bon het overwegen waard zijn.

    Cate Le Bon bewandelde het braakland tussen de onderwereld en mainstream. Ze leek er zelf niet zo zeker op, maar die twijfel bleek overbodig.Beeld Damon De Backer
  36. Een jonge liefde bloeit tijdens het concert van Blossoms. Een concert om te vergeten, een koppel om te koesteren.Beeld Damon De Backer
  37. Pillen poppen op nostalgie

    En wij jaloers op dat retecoole, felroze kostuum van Bobby Gillespie. Wat een plaatje. De Primal Scream-zanger loodst zijn makkers door een set vol cultklassiekers (‘Kill all Hippies’! ‘Swastika Eyes’!). The Scream mag dan niet meer zo scherp staan als twintig jaar geleden, de Britse psychonauten komen in Hilvarenbeek bij momenten manisch uit de hoek (zie: het stuiptrekkende ‘Kowalski’). 

    “Right on”, fezelt Gillespie stoned wanneer de fans enthousiast reageren op ‘Higher Than The Sun’. In de tot spleetjes geknepen ogen van de zanger huist een geïmplodeerde kosmos die overdadig gebruik van hallucinogenen verraadt. Yup, Bobby’s quite a trip. Op het strandje aan het hoofdpodium poppen een handvol Generatie X’ers wellicht een handjevol pillen wanneer de iconische drugshymne ‘Loaded’ weerklinkt. De bekende Stonespastiches ‘Come Together’ en ‘Rocks’ rammen en beuken alsof de nineties terug zijn. Perfect nostalgiefeestje.

    Primal Scream: pretty in pinkBeeld Damon De Backer
    Primal Scream op Best Kept Secret 2019.Beeld Damon De Backer
  38. Folick-à-deux

    Het spoor van de meerwaardezoeker - te herkennen aan de biologische draagtassen, duurzame sneakers of herbruikbare drinkflessen - leidt soms naar bijzondere plekken.

    Miya Folick is zo’n bijzonder geval op een bijzondere plek. Ze is niet vies van melodrama, predikt over eigenwaarde, al weet de Amerikaanse bovenal hoe een boeiende popshow in elkaar steekt. "I am smiling wide, I’m the reason the sky is blue", klinkt het overtuigd op een bedje van indiepop. Intussen eet de volgelopen FIVE-tent gulzig uit haar hand.

    Een show van Miya Folick heeft iets weg van een verkleedpartij: nu eens waant ze zich Dolores O' Riordan van The Cranberries, dan weer St. Vincent, maar ze maakt vooral indruk wanneer de demonen in haar hoofd aan het pingpongen slaan en ze openlijk solliciteert voor de rol van Satan bij Savages. Geheimtip!

  39. Relnicht en redneck in één

    “Dank jullie wel. Ik wil noch chraag Nederlands leren. I’m working on it”. Juist, John Grant is een polyglot. Duits, Spaans en Russisch spreekt hij vloeiend, Frans en Zweeds lukt aardig, IJslands intussen ook, aangezien de excentrieke Amerikaan al een zestal jaar in IJsland woont. 

    In de TWO-tent (geluidstechnisch gezien ons favoriete podium op BKS) fietst hij wat nors door zijn new wavey elektropopsongs. Op zijn tronie prijkt blauwe glitterverf, op z’n kroon een baseballpetje. Vaudeville-relnicht en redneck in één, met een vette knipoog welteverstaan. Maar Grant lijkt niet goed bij stem en mist wat toonvastheid. Halverwege de set laat het monitormengpaneel het afweten. Wat een pechvogel. Na een pauze keert Grant terug with a vengeance: stukken assertiever, met meer theater en felle synths. Het publiek smult ervan. Raar concert.

    John Grant als de kruising tussen Ziggy Stardust, een verdwaalde trucker en een pechvogel voor het leven.Beeld Damon De Backer
  40. Kinderlijke nostalgie en ontwapenende schoonheid

    The Grateful Dead trad ooit op aan de voet van de piramides van Gizeh. Metallica koos voor een gletsjer in Antarctica en Pink Floyd zakte af naar Stonehenge. Klinkt allemaal fraai, maar wat ons betreft wint Best Kept Secret nog steeds het pleit als unieke concertlocatie. Het driedaagse evenement gaat door in safaripark de Beekse Bergen: een trekpleister die kinderlijke nostalgie oproept, maar waar je zelfs als volwassen nog steeds de ontwapenende schoonheid van blijft inzien. 

    Zo wordt het festivalterrein omzoomd door feeëriek verlichte bossen, een zandstrand en een gigantische vijver, waardoor je een weekend lang het gevoel krijgt afgesloten te zijn van de bewoonde wereld. In deze cocon camperen we een heel weekend. En u beleeft alles van op de eerste rij. 

    Best Kept Secret opent vrijdagmiddag met een lome warmte en een gezellige gezapigheid.Beeld Damon De Backer
  41. Best Kept Secret opent met een beukende binnenkomer

    In de categorie "Listige Pseudoniemen" doet Shht uit Gent een gooi naar de hoofdprijs. "Leuk! Je festival aftrappen met een halfuur meditatiemuziek", zou je denken, tot Shht een blik noiserock uit de afdeling Zappa opent aan podium SEVEN - een blikken festivaltent met de uitstraling van een hangar.  

    Ze cirkelen aan het rondpunt waar ook Raketkanon en Mauro Pawlowski vaste klanten zijn, met een hyperactieve brulboei aan het front die met zijn stemgeluid tegen Sociaal Incapabele Michiel aanschurkt. 

    "Herrie", zou de doodgewone sterveling zeggen, maar een groep die ‘Warp’ van Steve Aoki  kan omtoveren van een campy kermishymne tot catchy noisepop, is lang geen slechte groep. Beukende binnenkomer!


    SHHT hebben hun fraaiste overall aangetrokken om niet uit de toon te vallen in de hangar van podium SEVEN. Hun set valt er gelukkig evenmin uit de toon. Beeld Damon De Backer