Direct naar artikelinhoud
Adoptie

Frauduleuze adopties: een verdwenen archief, 70 ‘dode’ kinderen en een lugubere constante bij adoptie-ouders

Coline Fanon kwam in 1991 via de vzw Hacer Puente vanuit Guatemala terecht bij een Belgisch gezin. Zij ontdekte onlangs dat haar ouders haar jaren dood hadden gewaand.Beeld Illias Teirlinck

Het federaal parket heeft al weet van zowat 200 frauduleuze adopties bij de vzw Hacer Puente. De kinderen kwamen tussen 1985 en 1995 vanuit Guatemala naar België, vaak na ontvoering. Het onderzoek werd tot begin dit jaar geleid door een politieman met banden met de echtgenoot van de voorzitster van Hacer Puente. Nadat de inspecteur van de zaak werd gehaald, kwam er een doorbraak.

In augustus 2014 leest Sandra S. uit Vilvoorde in Het Nieuwsblad het aangrijpende verhaal van de dan 34-jarige Dolorès P.. Zij is in 1985 op haar vijfde geadopteerd door een Belgisch koppel. P. was zich vragen gaan stellen over haar kinderjaren. Haar was altijd verteld dat ze op 2 juli 1979 was geboren in Santa Maria de Jesus, een vulkaandorpje in het zuidwesten van Guatemala. Ze was in 2011 zelf naar Guatemala gereisd om het huis van haar moeder Rosario Colop terug te vinden.

Dat vond ze niet. Ze vond in het dorp wel buren die zich herinnerden dat begin jaren 80 een meisje was ontvoerd. Voor ze goed en wel besefte wat haar was overkomen, stond Dolorès P. oog in oog met haar ouders. Een DNA-analyse bracht achteraf bevestiging. Dolorès P. was in 1985 ontvoerd en verkocht voor 2.100 euro. Nu meldde Het Nieuwsblad de arrestatie van Rosario Colop, die nog meer frauduleuze adopties zou hebben geregeld.

Sandra S., zelf een Guatemalteeks adoptiekind, staarde in de krant naar de afdruk van Dolorès' adoptiedocumenten. Ze haalde haar eigen adoptiedocumenten erbij. Het handschrift was identiek, de handtekening was identiek.

S. contacteerde de lokale politie van Vilvoorde en legde een verklaring af. Ze deed het verhaal over het verloop van haar eigen adoptie. Het parket van Halle-Vilvoorde stuurde het proces-verbaal door naar het federaal parket, dat vaststelde dat er vanuit diverse hoeken in het land gelijkaardige meldingen kwamen. En dat die haast allemaal draaiden rond een in Doornik gevestigde adoptieorganisatie, de vzw Hacer Puente. Het onderzoek werd overgeheveld naar het parket van Doornik.

Hacer Puente werd in 1985 opgericht door Michèle Huyberechts-Boucq (76), die samen met haar man Odon Boucq zelf al een kind uit Guatemala had geadopteerd, en Bernard Sintobin (67). Hij moest vorige maand als directeur ad interim opstappen bij Unicef België, nadat tv-maker Eric Goens op Twitter zijn verleden bij Hacer Puente in herinnering bracht. Goens volgde met Bargoens de Brusselse Coline Fanon (32), die in Guatemala haar ouders terugvond. Net als vele anderen moest ook zij ontdekken dat haar ouders haar al die jaren dood hadden gewaand (DM 18/5/2019).

Het parket in Doornik vertrouwde het onderzoek toe aan inspecteur Pascal Pirlot bij de federale politie. Een van zijn eerste onderzoeksdaden was een ondervraging van de adoptiedochter van het echtpaar Huyberechts-Boucq. Zij is penningmeester bij de vzw Hacer Puente.

Archieven verdwenen

Sociale media en een stichting als Racines Perdues hebben het voor adoptiekinderen een stuk vergemakkelijkt om op zoek te gaan naar hun roots. Meldingen bleven komen en werden doorgestuurd naar het parket van Doornik, waar inspecteur Pirlot het onderzoek leidde.

In februari van dit jaar stuurde federaal magistraat Kathleen Grosjean een team van de cel mensenhandel bij de Brusselse federale politie naar Doornik. "Om er het dossier rond Hacer Puente manu militari te gaan ophalen", zegt een bron dicht bij het onderzoek. "Het dossier bleek teleurstellend dun. Er is in Doornik vier jaar lang zo goed als niets gebeurd, behalve het verhoren van de dochter van het echtpaar Huyberechts-Boucq. Dat was misschien beter in het ongewisse gebleven over het onderzoek."

Cruciaal in het onderzoek waren de archieven van Hacer Puente. Daar zitten normaliter alle bewijsstukken in, maar toen het federaal parket zich met de zaak ging bemoeien, bleken alle archieven verdwenen. Drie maanden speurwerk en bundeling van alle meldingen en getuigenissen leidde intussen tot een mammoetdossier, nog veel omvangrijker dan de eerder door een woordvoerder van Racines Perdues genoemde "zeker honderd gevallen".

Het federaal parket onderzoekt volgens onze bronnen om en bij de 200 adopties, en er komen er nog wekelijks bij. Eerder deze maand, na de commotie rond het ontslag van Sintobin, meldde zich een vrouw uit Zemst die op haar tweede zou zijn ontvoerd in Guatemala en verkocht aan haar Belgische pleegouders.

Er zit een lugubere constante in de getuigenissen van de adoptieouders. Zij engageerden zich allemaal in de periode 1985-1995 om een kind in een arm en dictatoriaal geleid land een toekomst te bieden. "In een geval op de drie deed zich hetzelfde voor", zegt onze bron. "De ouders kregen in eerste instantie via de post, met een foto erbij, een kind aangeboden dat ziek was. Er werd hen gevraagd om geld te storten voor hospitalisatiekosten. Bij sommigen liep dat op tot een half miljoen frank (12.500 euro, DDC), altijd te storten in dollars op Amerikaanse rekeningen. Na een aantal maanden kwam dan het bericht: 'Helaas, uw kindje is dood.' Maar: men kon eventueel voor een ander kind zorgen."

"Het is een rode draad in het onderzoek. Zeventig dode kinderen op een totaal van tweehonderd, dat is toch wel hoogst opmerkelijk."

Puur strafrechtelijk lijken alle vermeende misdrijven verjaard, maar de eenheid van opzet in het plegen van valsheid in geschrifte lijkt zo manifest dat het voor de verantwoordelijken bij de vzw Hacer Puente lastig wordt om vol te houden dat zij al die jaren in het ongewisse waren over hoe hun partners in Guatemala te werk gingen. Bij herhaling zijn in Guatemala mensen als Rosario Colop aangehouden en tot zware celstraffen veroordeeld.

"In de hoogdagen kwam er één vliegtuig per maand, met baby's en peuters in", zegt de bron. "Een dame die de baby's moest begeleiden, moest zelf zien te zorgen voor melk. Dat hadden toch ook signalen moeten zijn?"

Bernard Sintobin liet eerder weten dat hij klacht indient tegen onbekenden wegens laster en eerroof. Volgens zijn advocaat gaat het om "valse beschuldigingen en insinuaties die zijn inzet voor een betere toekomst voor Guatemalteekse kinderen bekladden".

Odon Boucq, de echtgenoot van de voorzitster van Hacer Puente, overleed eind vorig jaar. De man was in Doornik bekend als vooraanstaand vrijmetselaar en voorzitter van de vzw La Maison de la Laïcité (Het huis van de vrijzinnigheid). Het Belgisch Staatsblad maakt melding van een herschikking van de raad van bestuur op 21 maart 2012. Er werden acht nieuwe bestuurders benoemd, een van hen was politieman Pascal Pirlot. Bij een volgende herschikking van de raad van bestuur werd het mandaat van Pirlot op 15 maart 2015 verlengd voor een periode van drie jaar.

Deze periode overlapt met het hem toevertrouwde onderzoek naar adoptiefraude bij de vzw Hacer Puente. Pascal Pirlot is ook actief bij La Libre Pensée, een door de loge aangestuurde organisatie die burgerlijke uitvaartplechtigheden organiseert, en dat ook deed voor Odon Boucq.

Pascal Pirlot

Door ons gecontacteerd, gisterennamiddag, wijst inspecteur Pascal Pirlot alle mogelijke verdenkingen over nepotisme van de hand: "Ik heb in mijn hele loopbaan altijd het onderscheid kunnen maken tussen mijn filosofische opvattingen en mijn werk. Mijnheer Boucq werd, zover ik kon zien, niet genoemd in het onderzoek, dus zag ik geen enkel bezwaar. Ik ben erg begaan met de mensen die als kind naar hier zijn gekomen en nu pas ontdekken hoe dat is gegaan.

"Wat mij wel trof is dat de vzw geen archieven bijhield, terwijl dat voor een adoptieorganisatie een wettelijke verplichting is. Ik heb mij daar enkel over kunnen verbazen. Zijn ze zoek gemaakt of heeft de vzw nooit archieven bijgehouden? Ik weet het niet. Toen ik die mensen ondervroeg, zeiden ze me dat ze nooit archieven hebben gehad."

De politieman betwist dat er vanuit het federaal parket ooit enige onvrede over zijn functioneren zou zijn geweest. "Zelf ben ik blij dat het onderzoek nu landelijk wordt gevoerd", zegt hij. "Die kinderen zitten verspreid over heel België. Ik had hier in Doornik alleen maar zicht op mon petit coin. Ik wacht met veel ongeduld het verdere resultaat van het federaal parket af."