Direct naar artikelinhoud
Wellesnietes

Zouden we niet beter stoppen met die opiniepeilingen voor de verkiezingen?

Geert Noels (l.) en Nicholas Lataire.Beeld rv

Een voor- en een tegenstander gaan in duel over een hot issue. Deze week: de peilingen voor de verkiezingen zaten er vaak redelijk ver naast. Zouden we er niet beter mee stoppen? Geert Noels, econoom en oprichter van de denktank Econopolis, gaat in de clinch met hoofdredacteur Nicholas Lataire van VTM Nieuws.

GEERT NOELS: ‘SCHAF DIE PEILINGEN ZO VLUG MOGELIJK AF’     

“Ik heb de voorbije weken meer dan eens het hoofd geschud. Er worden peilingen afgenomen en iedereen analyseert er maar op los en trekt allerhande conclusies. Maar die peilingen worden niet eens wetenschappelijk afgenomen. De peilingbureaus zelf weten dat maar al te best, maar trekken zich er niet te veel van aan. Het is hun taak om mensen naar kranten of websites te lokken, daarvoor worden ze betaald. Het is een commercieel gegeven, een bijzonder lucratieve business.

“Neem nu alleen al de term ‘re­pre­sentatieve steekproef’. Zo’n steek­proef is dat bijna nooit, want ze is doorgaans niet aselect: niet iedereen maakt evenveel kans om bij de steekproef te worden betrokken. Terwijl net dat een basisvoorwaarde is. De samenstelling van een steekproef is al bijna een wetenschap op zich. Er zijn zoveel parameters die in afweging moeten worden genomen: stad versus platteland, jong versus oud, man versus vrouw, werkend versus niet-werkend, dokter versus dokwerker, en ga zo maar door.

“Een duidelijk voorbeeld is de steekproef via het internet: wie geen computer heeft, komt al niet eens in aanmerking; het volstaat dat je zegt dat je graag zou meedoen, om te mogen meedoen. Dat noemen we zelfselectie, en het lijkt nergens op. Ik zeg wel eens, met een boutade, dat peilingbureaus juist zeer hard zouden moeten jagen op de antwoorden die níét komen. Achtervolg de mensen desnoods tot in hun badkamer, als je representatief wil zijn.

“De fouten stapelen zich dus al van in het begin op, en die zogenaamde foutenmarge waarmee dan corrigerend wordt gezwaaid, is dus helemaal een grap. Dat zie je doorgaans ook meteen aan de eerste uitslagen die op de verkiezingsdag bin­nen­lopen: zelfs al is dat er eentje uit pakweg Roeselare of Zoersel, dan nog is die veel indicatiever voor wat later op de dag volgt dan al die voorafgaande steekproeven bijeen.

“En dan is er natuurlijk de vraagstelling in zo’n peiling. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat die bijzonder sturend kan zijn en dan ook aanleiding geeft tot zeer vertekende resultaten. Als je bijvoorbeeld een antwoord wilt op de vraag wie de populairste politicus van het moment is, kun je de mensen de vrije keuze laten, maar je kunt ze ook een beperkend lijstje voorschotelen. En als die vraag dan uiteindelijk beantwoord is, wat heb je dan: echt de populairste politicus, of iemand die net op dat moment toevallig veel in het nieuws komt?

“En zo worden we dus maar beziggehouden. Het is allemaal leuk en we krijgen een hele batterij taartgrafiekjes voorgeschoteld, maar het is meer volksvermaak dan wetenschappelijk verantwoord onderzoek. We organiseren ons eigen bedrog. Wel, dan moeten we niet plots schrikken als blijkt dat de werkelijkheid helemaal anders is. En voor de geloofwaardigheid van de media is het al helemaal niet goed. We moeten véél voorzichtiger zijn, véél preciezer in de samenstelling van de respondentengroep, véél preciezer in de vraagstelling.

“Ik besef best dat wat ik hier allemaal zeg bij die peilingbureaus in het verkeerde keelgat zal schieten en dat ze mijn vel zullen willen, maar die bureaus moeten dan maar een nummertje nemen en achteraan in de rij aanschuiven.” 

NICHOLAS LATAIRE: ‘PEILINGEN GEVEN EEN BREDER ZICHT’

“We zijn nieuwsmakers en willen de kijker informeren. De peilingen die we brengen, brengen we omdat we ze relevant vinden. Gedurende de voorbije bestuursperiode, die dus vijf jaar heeft geduurd, hebben we zestien peilingen gehouden. Daarin hebben we telkens de grote tendensen gezien – ook voor onze laatste peiling, negen dagen voor de verkiezingen, waren die grote tendensen juist, hoor. De openingszin van ons politieke blok was letterlijk: ‘Als we vergelijken met onze vorige peiling, is Vlaams Belang de grote winnaar. De grote piek van Groen is voorbij.’

“De beslissing om te peilen overleggen we met de hoofdredacteurs binnen News City, dus samen met m’n collega bij VTM Nieuws en de collega’s van Het Laatste Nieuws. Dat was ook het geval met de peiling naar het cordon sanitaire, de dag na de verkiezingen. We vroegen ons af hoe de mensen nu eigenlijk over dat cordon denken. Je kunt er dan voor kiezen om één of twee opiniemakers aan het woord te laten, en dat is interessant; maar je kunt er ook voor kiezen om dat bij een breder staal van mensen te checken.

“Ik heb maandag alle tv-zenders in Vlaanderen en Wallonië gezien, en alle zenders hebben mensen aan het woord gelaten op de vraag waarom ze voor een bepaalde partij hebben gestemd. Wel, dat hebben wij ook gedaan, alleen hebben wij dat gevraagd aan een veel grotere groep. Dat verrijkt je informatie. Het helpt op sommige momenten om een breder zicht te krijgen. Je peilt bij veel meer mensen dan je zelf zou kunnen opbellen. Bovendien hebben we niet alleen gepeild naar ‘ben je voor of tegen het cordon?’, we hebben bij de mensen die voor Vlaams Belang hebben gestemd ook gepeild naar hun belangrijkste reden. Zodat de willekeur in je informatie kleiner wordt en je objectiever kunt zijn.

“Ik voel me trouwens niet aangesproken door de critici die zeggen: ‘De resultaten van de verkiezingen hadden net aangetoond dat peilingen waardeloos zijn, en toch waren ze daar maandag al wéér met een peiling.’ Want onze peiling naar de kiesintenties wás niet waardeloos. En als uit onze nieuwe peiling blijkt dat meer dan acht op de tien mensen die voor N-VA hebben gestemd zeggen dat voor hen het cordon niet hoeft, en als zes op de tien Vlamingen dat zeggen, dan duidt dat op een grote tendens, zelfs inclusief foutenmarge. Wel, dan informeren wij de kijker daarover. Als die grote tendens er niet was geweest, dan hadden wij die resultaten niet gegeven.

“Ook de kritiek als zouden wij met peilingen mee de politieke agenda willen bepalen, wijs ik af. Er zijn resultaten en daarover kunnen de mensen oordelen. Trouwens, er gebeuren elke dag dingen die mensen kunnen beïnvloeden – zeker als partijen in campagnemodus zijn. Dat heet nieuws en daarover berichten wij. We hebben daar geen enkel sturend doel mee, we willen de kijker informeren. En dat proberen we zo correct mogelijk te doen. Met een deftige steekproef, een deftig onderzoeksbureau, een vaste methodiek, en goed voorbereid.

“We geven bij de resultaten ook telkens duidelijk de foutenmarge mee, en bij de laatste peiling hebben we voor online zelfs een filmpje gemaakt met de pro’s en contra’s van een peiling. We maken daarin ook duidelijk dat een peiling een momentopname is, en dus geen exacte wetenschap of een exacte voorspelling.”