Direct naar artikelinhoud
30 jaar Tiananmen

Nergens in China wordt Tiananmen herdacht, behalve in Hongkong. Hoe kan dat?

De jaarlijkse herdenking in Hongkong van de Tiananmenprotesten, 4 juni 2018.Beeld AFP

Alleen in Hongkong worden de protesten op het Tiananmenplein van 1989 herdacht. In de rest van China blijft het stil. ‘Deze jongeren haten China.’

In een zijkamertje van het 4-juni­museum in Hongkong kijkt Lee Cheuk-Yan goedkeurend naar de beelden van de veiligheidscamera’s. Wat hij ziet, stemt hem tevreden. Het kleine museum, gewijd aan het neerslaan van het Tiananmenprotest op 4 juni 1989, is nog maar net geopend. Het zit discreet weggestopt om tegenstand van buurtbewoners te vermijden. Maar de bezoekers stromen toe en op de camerabeelden is het een en al drukte. Dat belooft wat voor de jaarlijkse herdenking, hoopt Lee.

Al dertig jaar zet Lee, secretaris van de Hong Kong Alliantie, zich in voor de nagedachtenis van het Tiananmenbloedbad. Het militaire geweld tegen ongewapend studentenprotest, waarbij honderden, mogelijk duizenden doden vielen, wordt op het Chinese vasteland doodgezwegen. Maar hier in Hongkong, zelf op de frontlijn van de democratie, wordt de herinnering in ere gehouden. Met een museum en met een jaarlijkse massabijeenkomst in Victoria Park, vandaag voor de 30ste keer.

 Zware veiligheidsmaatregelen op Tiananmenplein

De Chinese regering heeft dinsdag zware veiligheidsmaatregelen getroffen op het Tiananmenplein om eventuele protesten te voorkomen. Op en rond het plein waren meer agenten te zien dan gebruikelijk. Busjes stonden gereed om demonstranten snel te kunnen afvoeren. Ook werden auto’s streng gecontroleerd en moesten voorbijgangers zich identificeren. De controles leidden tot lange rijen van vooral toeristen die het Plein van de Hemelse Vrede wilden betreden.

“Het herdenken van Tiananmen is een strijd”, zegt Lee, die jarenlang in het Hongkongse parlement zat, en een van de drijvende krachten achter de Hongkongse democratiebeweging is. “Het is een manier om het regime in Peking aan de kaak te stellen. De Communistische Partij van China (CPC) wil deze hele geschiedenis liefst uitwissen. Want een regime dat moet toegeven dat het zijn eigen mensen heeft vermoord, dat verliest natuurlijk zijn legitimiteit.”

De 62-jarige Lee klinkt strijdbaar, maar zijn organisatie heeft moeilijke jaren achter de rug. Het 4-juni­museum, dat eerder op een andere locatie zat, moest drie jaar lang sluiten, omwille van felle tegenstand. En de jaarlijkse wake in Victoria Park zag zijn opkomst afkalven, van 180.000 in 2014 naar 115.000 vorig jaar, volgens schattingen van de organisatoren. Nog pijnlijker: het waren vooral jongeren die afhaakten, zij die het meest gemeen hadden met de studenten van Tiananmen.

Strijdgeest

Het zijn moeilijke jaren geweest, geeft Lee toe, maar hij heeft redenen tot optimisme. “De stemming in Hongkong is aan het omslaan”, zegt hij. “De strijdgeest vlamt weer op. Ik heb goede hoop dat de jongeren vandaag terugkomen, en dat het Victoria Park zich weer helemaal vult.”

Lee is een activist van de oude stempel, een zogenoemde pan-democraat. Geboren op het Chinese vasteland en als kind naar Hongkong verhuisd, zo zijn het lot van Hongkong en China voor hem altijd met elkaar verbonden. Toen in 1989 in Peking studenten­protesten uitbraken, organiseerde hij in Hongkong solidariteitsacties en ­zamelde hij donaties in. Nog steeds ­begint een democratisch Hongkong voor hem met politieke hervorming in Peking, en met gerechtigheid voor ­Tiananmen.

Die strijd is nooit eenvoudig geweest. Het eerste 4-junimuseum, in 2014 geopend in toeristenwijk Tsim Sha Tsui, moest na twee jaar sluiten, na juridische acties van een bewoners­comité. Ook op de huidige locatie, in een anonieme flat in Mong Kok, zijn er problemen. Kort voor de opening werden vernielingen aangericht en geregeld krijgt de brandweer valse meldingen. Een bewaker vraagt bezoekers hun id-kaart te tonen, zogezegd voor de veiligheid, in de praktijk vooral intimiderend.

Maar het museum is er, en de stroom aan bezoekers toont dat er vraag naar is. Een moeder heeft haar zoon meegebracht, een studente fotografeert oude krantenartikelen en twee middelbare scholieren van het vasteland slaan boeken en brochures in. “Thuis heb ik op buitenlandse websites al veel informatie gevonden”, zegt een van hen, die omwille van veiligheidsredenen anoniem wil blijven. “Maar hier zie je dat veel mensen zich om ons bekommeren. Hier voel je je minder alleen.”

Maar net die bekommernis om China is voor een deel van de Hongkongse jeugd reden om af te haken. De studentenvakbonden bijvoorbeeld, van oudsher altijd aanwezig in Victoria Park, doen sinds 2015 niet meer mee. Sommige hebben andere manieren bedacht om ‘4 juni’ te herdenken, door het houden van congressen of het ritueel schoonmaken van een standbeeld op de campus. Andere negeren de herdenking volledig. Tiananmen, zeggen zij, heeft niets met hen te maken.

“Het heeft te maken met de opkomst van een Hongkongs identiteitsgevoel”, zegt Jordan Pang (21), student politieke wetenschappen, voorzitter van de Hong Kong University Student Union en aanstormend politicus. Als kind is hij twee keer bij de wake in Victoria Park geweest en dat maakte telkens veel indruk. Maar vandaag gaat hij er niet heen. “In Victoria Park worden dingen gezegd als: wij zijn allemaal Chinees. Veel jonge mensen zijn het daar niet mee eens.”

Betogers tijdens de protesten in Peking in 1989.Beeld AP

Parapluprotesten

Pang maakt deel uit van een nieuwe generatie activisten, voortkomend uit de parapluprotesten van 2014, tegen het oprukkende autoritarisme vanuit ­Peking. Tienduizenden jongeren gingen de straat op, maar het leidde nergens toe. De leiders van de protesten werden gearresteerd en kregen celstraffen. De jonge politici die eruit voortkwamen, werden met allerlei vormvereisten uit het parlement gezet. Veel jongeren bleven gedesillusioneerd achter. Net die jongeren namen afstand van de herdenking in Victoria Park. Niet uit onverschilligheid, maar uit hartgrondige afkeer voor China en voor alles wat met China te maken had. Ze begonnen zichzelf ‘lokalisten’ te noemen, wilden zich alleen nog bezighouden met exclusief Hongkongse ­zaken en begonnen zelfs hardop te dromen over Hongkongs zelfbestuur of onafhankelijkheid. Een wake voor een gefnuikte democratie in China, jammer, maar dat speelde zich in een buurland af.

“Ik kan die jongeren wel begrijpen”, zegt oude rot Lee in het 4-junimuseum. “Mijn generatie is opgegroeid met een lijdend China, maar deze jongeren zijn opgegroeid met een onderdrukkend China. Zij haten China en ze hebben de wake aangegrepen om dat duidelijk te maken. Ik snap het, maar het heeft de democratiebeweging wel verzwakt. Meer dan honderdduizend mensen ­samen in Victoria Park, dat is een heel krachtige boodschap aan de CPC.”

Maar volgens Lee is er een kentering in aantocht. Na jaren van verdeeldheid zijn de oude en jonge activisten zich weer aan het verenigen, in reactie op een nieuwe dreiging voor de Hongkongse democratie. De Hongkongse regering wil immers een uitleveringswet invoeren, die het mogelijk maakt om Hongkongse verdachten uit te leveren aan het Chinese vasteland. Volgens activisten stelt die wet Hongkongers bloot aan politieke vervolging. Zij hebben groot alarm geslagen.

Jongeren keren terug

“De afgelopen weken is de sfeer enorm veranderd”, zegt Agnes Chow (22), boegbeeld van jongerenorganisatie Demosisto, die voortkwam uit het parapluprotest. “De verdeeldheid tussen jonge lokalisten en traditionele democraten is naar de achtergrond geschoven. Het is normaal dat er verschillen zijn tussen verschillende generaties, maar het belangrijkste is dat we allemaal geloven in democratie.”

Chow heeft de aantasting van de democratie in Hongkong aan den lijve ondervonden. Een van haar medestanders zit in de cel, een ander werd zijn parlementszetel ontnomen en zelf werd Chow uitgesloten van verkiezingsdeelname, omdat Demosisto een referendum wil over Hongkongse zelfbeschikking. Ze geeft toe dat ze een tijd de moed was verloren, maar heeft ­leren inzien dat democratie een gevecht van jaren is. De uitleveringswet, dat wordt de volgende grote slag.

Ook de studentenvakbond van Jordan Pang is zich aan het opmaken voor grote demonstraties, na jaren van ­terughoudendheid. En veteraan Lee, die ziet met plezier hoe de jonge generatie zich weer mobiliseert. “Dat geeft me ook hoop dat ze zullen ­terugkomen naar Victoria Park”, zegt hij. “Ze mogen wel zeggen dat ze geen zier geven om China, maar datzelfde China is in Hongkong aan het ingrijpen. Het Chinese regime is onze gemeenschappelijke vijand, dus moeten we samen vechten.”

Peking voert druk op Hongkong op

Eén land, twee systemen: dat was in 1997 de afspraak bij de overdracht van Hongkong, van Groot-Brittannië aan China. De voormalige Britse kroonkolonie zou een deel van China worden, maar zou minstens vijftig jaar zijn eigen wetten, rechtssysteem en politieke vrijheden behouden. Die waren misschien niet volledig democratisch, maar wel een stuk liberaler dan op het Chinese vasteland.

Ruim twintig jaar later is duidelijk dat China zich niet helemaal aan de afspraak houdt, en sluipenderwijs de vrijheden in Hongkong probeert in te perken. Kritische media zijn aan banden gelegd, boekhandelaars werden buitenrechtelijk gearresteerd, en prodemocratische politici krijgen steeds meer restricties opgelegd. In 2014 braken de parapluprotesten uit omdat Peking, ondanks eerdere beloftes, de Hongkongers weigerde algemeen kiesrecht toe te kennen.