Direct naar artikelinhoud
DM zapt

Velen onder ons zouden, als ze Gert Verhulst zouden zijn, al lang met een verveelde blik en hangbuik hoopjes geld liggen te tellen

Gert VerhulstBeeld ANP Kippa

Kris Kuppens zet deze week de blik op oneindig. Vandaag: Gert Verhulst blijft zich smijten.

Niet eens zo heel lang geleden hoorde ik weleens kwaad spreken over hem. Dat hij arrogant was en, volgens de kwaadwilligste der tongen, zelfs niet zo heel erg slim. Maar kijk, tijden veranderen en ze veranderen snel. Hoe zou het eigenlijk zijn om vandaag Gert Verhulst te zijn?

Het schoonste aan hem is misschien wel dat hij lelijk durft te zijn. Bevrijdend lijkt me dat. Zijn verfrommelde ochtendhoofd in die te witte, scheef hangende saunajas, niet geheel sierlijk over zijn lange lijf gedrapeerd met daaronder van die sletsen waarbij de oogbollen van Jani instant en vrijwel definitief uit hun kassen vallen, lijken van hem een van ons te maken. Herkenbaar. Aaibaar. Aanspreekbaar en benaderbaar. Kom hier, dat ik u kus. Bij wijze van spreken.

Hij zou mijn buurman kunnen zijn. Of mijn broer. Die heeft, net als Gert, ook eens een huisdier doodgestapt. Bij Gert was het per ongeluk, al stappend van een trapje, zomaar op zijn konijn. Bij mijn broer ging het net even anders, maar met hetzelfde resultaat. Een gedeeld jeugdtrauma, ook dat schept een band.

Plat maar aaibaar

Op een paar punten verschilt Gert Verhulst natuurlijk wel van Jan Modaal. Zo vliegt Gert op een ongetwijfeld mooie doordeweekse dag in april naar Las Vegas, met een schare aan vrienden en familieleden in zijn zog om er een intiem en naar het schijnt rustig vrijgezellenfeest te bouwen. Of is zijn huwelijkstaart er niet een van bij de bakker om de hoek, maar wel van Van Damme Roger, een toch niet onaardige patissier. Het weze hem gegund. Aan de hand van een hond met toch een beetje een irritant spraakgebrek een imperium uitbouwen is tenslotte weinigen gegeven.

En terwijl velen onder ons, als we Gert zouden zijn, al lang met een verveelde blik en hangbuik hoopjes geld liggen te tellen aan de rand van het infinity-zwembad met zicht op onze veel te grote en smaakloos ingerichte Toscaanse villa, doet de echte Gert wat?

Wel, Gert die werkt gestaag en vrolijk fluitend verder. Het is niet van moeten, het is van graag doen en dat straalt op hem af. VIER mag dan na hobbelige jaren nog steeds op zoek zijn naar de zendermayonaise, aan Gert Verhulst zal het niet liggen. De champagneglazen op de Evanna zijn nog niet droog geblazen, of Gert mag al zijn bordje bijschuiven op de set van Grillmasters. En voor we het goed en wel beseffen, zal hij zich in The Battle – samen met zijn kompaan James – op geheel eigen, platte maar aaibare wijze smijten op de ongetwijfeld van de pot gerukte uitdagingen die Peter Van de Veire hem met een sardonische grijns voorschotelt. Zonder veel vrees om af te gaan en met een koppige verbetenheid van een ambitieuze strever zal Gert ook dat varkentje wel even en succesvol wassen. Voor één dag zou ik weleens Gert willen zijn.