Direct naar artikelinhoud
OpinieOona Wyns

‘Wat sinds 26 mei aan de gang is, is een enorme vuistslag in het gezicht van eenieder die dacht dat we al een hele weg hadden afgelegd’

Oona Wyns.Beeld rv

Oona Wyns is jongsocialiste en gemeenteraadslid voor sp.a in Bredene.

“Dat is de wet en ik kan die niet veranderen, maar ik vind dat een beetje raar.” Dominiek Spinnewyn-Sneppe uit Zedelgem, pas verkozen voor Vlaams Belang in de Kamer, vergist zich. Want als nieuwbakken parlementair kan ze dat juist wel. En daar schuilt het gevaar. Het – nu nog – geruisloze gevaar dat verworven rechten, zoals het holebihuwelijk of adoptie door holebikoppels, opieuw in twijfel worden getrokken. Sneppe voegde er gisteren aan toe dat ze na haar uitspraken geen uitbrander kreeg van de partijtop. Met het oog op de Vlaamse formatiegesprekken met Bart De Wever hebben Tom Van Grieken en co haar alleen aangespoord “om wat voorzichtig te zijn”. 

De uitspraken van Sneppe passen naadloos in wat ik graag de nieuwe ‘maar’-dynamiek noem. Zo liet eerder Filip Brusselmans – een andere Vlaams Belanger en met zijn 21 jaar straks het jongste lid van het Vlaams Parlement – daags na 26 mei ook al zo’n “maar” optekenen. “Ik heb niets tegen transgenders, maar het blijft abnormaal.”

Dit is geen goedkope schreeuw van verontwaardiging van een linkse trut, een lesbische bovendien, maar een eenvoudige vaststelling een dikke week na de verkiezingen. Een vaststelling die me steevast doet denken aan die andere ‘maar’-klassieker die er intussen als zoete koek ingaat. Ook u kent die ongetwijfeld: ‘Ik ben geen racist, maar…’

Verbaal en fysiek geweld

In die ‘maar’ zit altijd een sluipend gif dat zich haast onopgemerkt nestelt in de hoofden. In hoofden van jongeren – die net zoals ik enkele jaren terug – vandaag worstelen met hun coming-out. In hoofden van ouders ook, die zich zorgen maken omdat hun zoon of dochter niet de ‘normaalste’ weg kiest in hun zoektocht naar geluk.

Zouden Dominiek of Filip er al eens bij stilgestaan hebben wat zulke krantenkoppen, in het groot en het breed uitgesmeerd, doen bij een jonge gast van 16 die net op het punt stond om aan zijn ouders te vertellen dat hij niet op een meisje verliefd is, maar wel op een jongen? Ik vraag het me oprecht af, maar iets zegt me van niet. En ik vermoed dat die jongen in kwestie de deur van zijn kast weer een tijdlang dichttrekt. 

We zijn 2019. Ik ben 21 en kijk vandaag nog altijd rond me op straat als ik hand in hand loop met een meisje. Pijnlijke verhalen van vrienden en vriendinnen bespaar ik u. Die hoorde of las u elders. Eens googelen of grasduinen op sociale media en je komt er zo op uit. Punt is: in ons korte leventje hebben wij al best wat heftige dingen meegemaakt. Van vernedering tot uitsluiting, van verbaal tot fysiek geweld. Ook door ‘rasechte’ Vlamingen. Zolang er kasten bestaan om uit te komen, is het werk niet af.

Middenvinger

Precies daarom ben ik ook zo ontgoocheld in de (te) voorzichtige reactie van N-VA’er Loryn Parys. Dit was een uitgelezen kans om – als homo, als adoptieouder én als zelfverklaarde verdediger van de lgbtq+-gemeenschap, fors uit de kast te komen. In Terzake leek het alsof hij met de handrem op praatte. Alsof de partijtop ook hem had aangespoord om ‘voorzichtig’ te zijn, met het oog op de formatiegesprekken waar hij nota bene zelf deel van uitmaakt.

Met sluipend gif dat jongeren van vandaag en morgen tegenhoudt om voluit zichzelf te zijn, ben je niet voorzichtig. Met het woordje ‘maar’ de toekomst van diezelfde jongeren hypothekeren, is niets minder dan een opgestoken middenvinger naar de samenleving die we zouden moeten zijn. Een samenleving waar ook ik deel van uitmaak. En ja, ook ik wil kinderen later.

Decennialang is ervoor gestreden om die ‘maar’ uit de hoofden te wissen en gelijke rechten in wetten te verankeren. We zijn er nog lang niet en die wetten alleen volstaan niet, daar kan ik over meespreken. Maar wat sinds 26 mei aan de gang is, is niets anders dan een enorme vuistslag in het gezicht van eenieder die dacht dat we al een hele weg hadden afgelegd. De weg van de verworven rechten waar vandaag – en dat zonder enige gêne – opnieuw een ‘maar’ is aan toegevoegd.